Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: Inspanningsverplichting
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
111076
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Cliënt] wonende te [plaats] en Stichting Sint Franciscus Vlietland Groep, gevestigd te Rotterdam.Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. Het geschil is ter zitting behandeld op 11 januari 2018 te Amsterdam. Beide partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een medische ingreep die volgens cliënt op onjuiste wijze is uitgevoerd.
Standpunt van cliënt
Voor het standpunt van cliënt verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken in het bij-zonder het vragenformulier dat de cliënt op 8 juni 2017 aan de commissie heeft gezonden.
Het standpunt van cliënt luidt in hoofdzaak als volgt.
Cliënt heeft op eigen kosten een plastisch-chirurgische ingreep laten uitvoeren in het ziekenhuis. Omdat er sprake was van een cosmetische behandeling heeft de cliënt de kosten voor de behandeling zelf moeten betalen. De cliënt is niet tevreden met het resultaat van de behandeling. In plaats van een ingezakte schedel heeft cliënt nu een puntschedel gekregen waarschijnlijk als gevolg van teveel gebruikt cement tijdens de ingreep.
Hij heeft het ziekenhuis verzocht om de hersteloperatie kosteloos te laten uitvoeren.
Telkens komt het ziekenhuis met het verzoek om de kosten voor de hersteloperatie bij zijn verzekeringsmaatschappij te declareren. Cliënt heeft meermalen aangegeven dat de declaratie uitsluitend via de plastisch chirurg op Curaçao kan worden ingediend en dat deze arts hem heeft meegedeeld dat de verzekeraar een verzoek zal afwijzen omdat het een cosmetische ingreep betreft. Het is in Curaçao niet mogelijk om als patiënt rechtstreeks met de verzekeringsmaatschappij te communiceren als het gaat om medische ingrepen.
Cliënt verzoekt de commissie een oordeel te vellen over het volgende:
a. het kosteloos uitvoeren van de hersteloperatie;
b. vergoeding reis- en verblijfskosten.
Standpunt van het ziekenhuis
Voor het standpunt van het ziekenhuis verwijst de commissie naar de brief van 14 september 2017. Het verweer van het ziekenhuis alsmede de betrokken medisch specialisten luidt in hoofdzaak als volgt.
Het ziekenhuis wijst de aansprakelijkheid af. Op de arts rust een inspanningsverplichting de operatie conform de professionele standaard uit te voeren. Niet is gebleken van onzorgvuldig handelen of andere bijzonderheden. De cliënt is voorafgaand aan de operatie geïnformeerd over complicaties en de omstandigheid dat het resultaat mogelijk niet optimaal zal zijn.
Cliënt is op 24 maart 2016 in het ziekenhuis geopereerd. De operatie is zonder complicaties of bijzonderheden verlopen. Bij nacontrole op 5 april 2016 zag de wond er fraai genezen uit. Er was wel nog sprake van een zwelling. Afgesproken is dat de cliënt bij problemen contact vanuit Curaçao zou opnemen. Op 20 maart 2017 heeft cliënt per e-mail aan de arts te kennen gegeven dat in het operatiegebied waar eerder een deuk zat ook nadat de zwelling was verdwenen nog steeds een verdikking van de schedel zit. Hierop heeft het secretariaat van het ziekenhuis cliënt bericht dat er waarschijnlijk sprake is van een teveel aan cement en dat hij dit kan laten corrigeren. De aanvraag bij de verzekering kan desgewenst door het Erasmus Medisch Centrum worden verzorgd. Hierop heeft de cliënt laten weten dat naar alle waarschijnlijkheid de hersteloperatie niet wordt vergoed omdat de initiële operatie ook niet is vergoed door de verzekeringsmaatschappij. Per e-mailbericht van 23 juni 2017 is aan cliënt bericht dat de arts bereid is geheel onverplicht en uit coulance de hersteloperatie uit te voeren en dat hieraan voor de cliënt geen kosten verbonden zullen zijn. Vervolgens is echter opnieuw een discussie ontstaan over het inschakelen van de zorgverzekeraar omdat in veel gevallen de zorgverzekeraar wel tot vergoeding van een dergelijke herstel operatie overgaat. In geval de verzekeraar niet bereid is de kosten te betalen, blijft het aanbod van de arts, om de hersteloperatie kosteloos uit te voeren, gestand.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft op grond van de door partijen overgelegde stukken het volgende overwogen.
Met betrekking tot de klacht overweegt de commissie als volgt.
De cliënt en het ziekenhuis hebben met elkaar een geneeskundige behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gesloten. Naast hetgeen partijen in die overeenkomst hebben afgesproken, gelden tussen hen – voor zover in het concrete geval van toepassing – de bepalingen van dat wetboek.
Cliënt houdt het ziekenhuis aansprakelijk voor de onjuist uitgevoerde medische ingreep op 24 maart 2016. Voor aansprakelijkheid van het ziekenhuis is vereist dat voldoende aannemelijk is dat het ziekenhuis, dan wel ieder die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de voor het ziekenhuis uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting, is tekortgeschoten in de uitvoering van die verplichting. De tekortkoming moet aan het ziekenhuis kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en cliënt moet daarvan nadeel hebben ondervonden.
Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet het ziekenhuis bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW). Deze zorgplicht houdt in dat het ziekenhuis die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
De verplichting die voor een hulpverlener (in dit geval het ziekenhuis) voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de hulpverlener zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
Cliënt is van oordeel dat het ziekenhuis onprofessioneel en onzorgvuldig heeft gehandeld bij de plastisch-chirurgische ingreep. Het ziekenhuis heeft zich op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van onzorgvuldig handelen van de arts. De cliënt is voorafgaand aan de operatie geïnformeerd over complicaties en de omstandigheid dat het resultaat mogelijk niet optimaal kan zijn.
De commissie is van oordeel, gelet op de overgelegde stukken, dat niet kan worden geoordeeld dat de arts in deze niet de zorg heeft betracht die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. Niet is komen vast te staan dat de behandelend arts zich onvoldoende heeft ingespannen met betrekking tot de medische behandeling of bij die inspanning een fout heeft gemaakt. In zoverre is de klacht ongegrond.
Voor aanspraak op materiële schadevergoeding is ten minste vereist dat het ziekenhuis in enig opzicht toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst. Van een toere-kenbare tekortkoming is hier echter geen sprake.
De commissie stelt vast dat de arts geheel onverplicht en uit coulance zich – ongeclausuleerd – bereid heeft verklaard de gewenste herstel operatie uit te voeren zonder hiervoor kosten aan de cliënt in rekening te brengen. De commissie gaat ervan uit dat het ziekenhuis dit aanbod gestand doet ongeacht of de zorgverzekeraar deze ingreep wel of niet zal vergoeden.
De door cliënt gevorderde vergoeding voor reis- en verblijfskosten komen naar het oordeel van de commissie niet voor vergoeding in aanmerking. De cliënt heeft er zelf voor gekozen om de operatie in Nederland te laten uitvoeren. De daarmee samenhangende reis- en verblijfskosten komen voor zijn rekening en risico.
Hetgeen partijen ieder voor zich verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft naar het oordeel van de commissie geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel kan leiden.
Beslissing
De commissie verklaart de klachten van de cliënt niet gegrond en wijst zijn vordering af.
Aldus beslist op 11 januari 2018 door de Geschillencommissie Ziekenhuizen.