Commissie: Makelaardij
Categorie: Aanbod
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
80445
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de totstandkoming van een opdracht tot bemiddeling bij verkoop. De consument heeft een bedrag van € 598,95 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft in september 2013 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 27 augustus 2013 is de ondernemer bij ons thuis geweest omdat wij onze woning bij de ondernemer in verkoop wilden geven. Er zijn toen, bij ons thuis, helemaal geen bedragen genoemd en ook is niet gesproken over BTW. Ik had gevraagd wat het zou kosten en de ondernemer zei dat ik dat nog wel zou horen. Op vrijdag 30 augustus 2013 ontvingen wij een mail waarin wel allerlei bedragen werden genoemd. Omdat er niet eerder over bedragen was gesproken kon ik dus ook niet zeggen dat was afgeweken van eerder genoemde bedragen. Ik geef toe dat ik toen beter naar de mail had kunnen kijken. Op dat moment viel het mij nog niet zo op hoe hoog de voorgestelde courtage was en dat die exclusief BTW was. Het klopt dat op maandag 2 september 2013 er iemand is langs geweest om binnen foto’s te maken en dat wij toen stukken hebben aangeleverd. Een opdracht was echter nog steeds niet getekend. Op 3 september 2013 kregen wij de opdracht ter tekening. Deze zijn wij toen eens goed gaan bekijken en ook al was deze identiek aan de eerdere mail, pas toen viel het ons goed op hoe duur het allemaal zou zijn. Courtage 1,75% en bijdrage promotiekosten € 495,–. Wij hebben uit zitten rekenen op hoeveel dat in totaal kwam bij deze vraagprijs. Dat kwam op bijna 3% van de vermoedelijke koopprijs. Later bood de ondernemer nog een korting aan van € 250,– maar ook dan bleef het bedrag voor ons veel te hoog. De ondernemer stelde zich echter op het standpunt dat wij door foto’s te laten maken en stukken aan te leveren de condities en tarieven hadden aanvaard. Later viel ons bovendien op dat de prijzen, in strijd met de wet en de NVM-voorwaarden, exclusief BTW waren. Wij hebben daartegen geprotesteerd. Daags daarna dreigde de ondernemer telefonisch met een deurwaarder. De ondernemer brengt ons nu de aanvangskosten groot € 495,– exclusief BTW in rekening. Ik begrijp dat er kosten zijn gemaakt voor het fotograferen en ben bereid daarvoor € 150,– te betalen. Ik zou de foto’s wel willen hebben maar als dat niet gaat maak ik daar geen punt van. De consument verlangt dat de commissie zal vast stellen dat hij niet meer dan € 150,– verschuldigd is, inclusief BTW. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Wij noemen altijd de bedragen bij een bezichtiging, ook dat dit exclusief btw is. Zo ook in dit geval. Na het bezoek had de consument nog navraag gedaan bij andere makelaars en die berekenden lagere bedragen. Vandaar dat ik nog een korting van € 250,– heb toegestaan. Voor het overige was in de mail van 30 augustus 2013 duidelijk aangegeven welke bedragen wij berekenden. Wij mogen verwachten dat de klanten dat zorgvuldig lezen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Blijkens art. 5 van de NVM-voorwaarden dient de ondernemer er zorg voor te dragen dat er een schriftelijke en ondertekende overeenkomst wordt opgemaakt. Dit is aldus bepaald, juist om geschillen als de onderhavige te voorkomen. De ervaring leert immers dat in het bijzonder consumenten, die veel minder ervaring hebben met dit soort aangelegenheden dan de makelaars, zich niet altijd in voldoende mate bewust zijn van de reikwijdte van de gemaakte afspraken. Eerst indien hun een overeenkomst ter tekening wordt voorgelegd ontstaat veelal het besef van de noodzaak om het stuk goed door te lezen alvorens dit te tekenen. Onder omstandigheden kan wilsovereenstemming ook besloten liggen in correspondentie, zoals emailwisseling, doch dan zal veelal nodig zijn dat de inhoud van een mail zonder voorbehoud wordt bevestigd. Daarvan is in dit geval geen sprake. De enkele omstandigheid dat stukken worden afgegeven en toestemming wordt gegeven tot het maken van foto’s impliceert geen instemming met de inhoud van een voorafgaand mailbericht. Aldus heeft de ondernemer onvoldoende aannemelijk weten te maken dat er tussen partijen wilsovereenstemming is ontstaan omtrent de essentiële elementen van de overeenkomst, waaronder in het bijzonder de door de consument te betalen prijs. Er is dus geen overeenkomst tot stand gekomen. De consument heeft aangeboden € 150,– inclusief BTW te betalen voor de foto’s. Dat aanbod dient hij gestand te doen. Ter zitting heeft de ondernemer de sleutel terug gegeven aan de consument en toegezegd eventuele stukken van de consument te zullen retourneren. Daarmee staat vast dat, ongeacht de vraag of er een overeenkomst tot stand was gekomen, inmiddels elke relatie tussen partijen is beëindigd. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Beslissing De commissie verstaat dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen. De consument betaalt een vergoeding van € 150,–. Voor het overige is hij niets meer verschuldigd. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 76,26 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 350,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Van het depotbedrag groot € 598,95 wordt € 150,– betaald aan de ondernemer en € 448,95 terugbetaald aan de consument. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 3 december 2013.