Commissie: Wonen
Categorie: Deskundigenonderzoek/-rapport
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
82887
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 27 januari 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een 2,5- en 3,5-zitsbank Leolux met Kvadrat-bekleding (hierna te noemen: het bankstel) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 3.690,–. De levering heeft plaatsgevonden op of omstreeks 27 april 2012.
De consument heeft de klacht op 30 mei 2012 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op de bekleding van beide banken traden na een aantal weken wittige vlekken op. De oorzaak van deze vlekken zijn niet vast te stellen door de stofleverancier en de fabrikant. De bekleding is in het eerste kwartaal van 2013 kosteloos vervangen met dezelfde stof, maar na een aantal weken traden op de nieuwe stof dezelfde soort vlekken op. Nu verlangen de ondernemer en de fabrikant een bijdrage van € 1.000,– voor eventuele vervanging door een andere bekleding.
De consument vervanging van de bekleding zonder kosten voor de consument.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft de klacht correct beschreven. Er komen tot tweemaal toe wittige vlekken op de verwerkte wollen bekleding. Er zijn nooit problemen mee maar bij de consument tot twee keer toe. De fabrikant en leverancier noemen transpiratie of andere externe omstandigheden als mogelijke oorzaak maar de ondernemer weet niet welke en de consument accepteert dat niet. De leverancier, ondernemer en consument hebben een plezierige verstandhouding en stellen prijs op een bindende uitspraak.
De ondernemer heeft bij e-mail van 3 november 2013 aangeboden het bankstel voor een door de consument te betalen bedrag van € 1.000,– opnieuw te bekleden.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Dit rapport betreft: bankstel, bestaand uit: een 3.5 zitsbank en een 2.5 zitsbank, Fabrikant: Leolux, Type: Pode, Bekleed met: Kvadrat – Tonus 3 kleur 119
Het betreft twee geheel met stof beklede banken staande op metalen poten. Met een geheel vaste bekleding die als een voorgestikte hoes op de meubels zijn aangebracht.
De banken staan aan de achterkant van een verzorgde woonkamer met tegelvloer. De achterpui bestaat grotendeels uit glas met tuindeuren. De zoninval is aan de oostkant. Er is zonwering aanwezig. Licht-/zoninval is mijns inziens niet van toepassing bij deze klacht.
Korte omschrijving van de klacht(en):
Op de bekleding van beide banken trad na een aantal weken wittige vlekken op. De oorzaak van deze vlekken zijn niet vast te stellen door de stofleverancier en de fabrikant. De bekleding is in het eerste kwartaal van 2013 kosteloos vervangen met dezelfde stof. Na een aantal weken traden op de nieuwe stof dezelfde soort vlekken op.
Vaktechnisch oordeel:
De hier toegepaste bekleding is een licht opgeruwde geweven stof in een platbinding bestaande uit
90% wol en 10% Helanca (rekbare nylonvezel) op 130 cm breed en brandvertragend,
50.000 Martindale (zeer goed), Pillingscore 3 (middel) en lichtechtheid score 5-7 (goed).
Uit ervaring kan ik spreken van een betrouwbare, goed en sterk bekend staande meubelstof.
Op beide banken zijn op willekeurige plaatsen lichtere vlekken zichtbaar. De vlekken zijn niet enkel zichtbaar zoals, normaliter verwacht, op de meest gebruikte delen van de banken aanwezig.
Bekijkt men de vlekken gezien vanuit verschillende hoekpunten is wel enigszins verschil in duidelijkheid waarneembaar. Met behulp van een textielloep en een vergrootglas heb ik de vlekken zorgvuldig onderzocht. Opmerkelijk hierbij was, dat de vlekken gezien door het vergrootglas, niet meer op de stof te onderscheiden waren. De stof gezien door de textielloep is geconstateerd dat er geen enkele vervuiling op en tussen de vezels bij de vlekken te zien was. De contouren van de vlekken, die op afstand wel te zien zijn, waren door de textielloep niet te onderscheiden.
Door de stof handmatig in andere richtingen te strijken gaf geen verandering in de vlekken.
Met een daarvoor geschikte testvloeistof heb ik ter plaatse vastgesteld dat de stof vanaf fabriekswege al is voorbehandeld met een vocht/vuilafstotend middel wat de stof beter beschermt tegen
invloeden van buitenaf. Bij verkeerd of nogmaals toepassen van dergelijke middelen is bekend dat dit voor problemen kan zorgen door migratie in combinatie met reinigingsmiddelen. Bij deze klacht kan ik door onderzoek en bevraging vaststellen dat dit hier niet het geval kan zijn.
Ik heb de consument uitvoerig bevraagd op mogelijke oorzaken of ontstaan van de vlekken.
Hierbij benoem ik onder meer medicijn gebruik, transpiratie, ontblote lichaamsdelen, zitgewoonte,
lichaamsverzorging, en of het toepassen van reinigingsmiddelen.
Thuis heb ik met behulp van een microscoop enkele vezeltjes van de vlekken bekeken maar ook hier is door mij geen vervuiling of anders waar genomen. Op een stukje stof wat ik meegenomen heb van de eerste hoes, heb ik vastgesteld dat de stof na het weven enigszins is opgeruwd. Dit stukje stof was zichtbaar een beetje vervilt. Dit kan echter ook ontstaan zijn doordat deze hoes door de ondernemer
preventief gereinigd is. Bij een wolvezel is vervilten na reiniging niet ongebruikelijk.
Bij de banken van de consument is de stof ook enigszins pluizig (licht opgeruwd). De vezeleinden lopen op de stof door elkaar alsof er een lichte pool aanwezig is. Dit is een normaal aangebracht
effect bij de fabricage van de stof.
Een mogelijke oorzaak van de aanwezige vlekken zou hierdoor een lichte vorm van “shading” kunnen zijn. “Shading” komt vaker voor bij pool tapijten. En in mindere mate bij pool meubelstoffen.
Bij “shading” ontstaan er door onverklaarbare oorzaak(en) schijnvlekken in de stof of het tapijt.
Deze vlekken kan men dan het beste beschrijven als zijnde natte plekken in de stof. Vanuit verschillende gezichtshoeken zijn deze plekken meer of minder waarneembaar. Wat ook hier enigszins het geval is. Soms is “shading” tijdelijk te verdoezelen of te doen verdwijnen doormiddel van een enigszins vochtige theedoek een aantal uren op de plek(ken) te leggen en daarna de vlek naar één richting op te borstelen. Dit advies heb ik de consument gegeven om te kunnen vast stellen of hier mogelijk van “shading” sprake is. Technisch gezien is er voor “shading” mijns inziens geen afdoende oplossing.
De andere eventuele mogelijke oorzaak kan transpiratie zijn. Er is geen enkele vervuiling bij of op de vlekken waargenomen. Of er toch sprake van transpiratievlekken is na de test op “shading” een
mogelijkheid om de (transpiratie) vlekken te reinigen met (gedistilleerd) louw water waarin 10 tot 15 % schoonmaakazijn is toegevoegd. Hierbij dept men de vlekken met behulp van een microvezeldoekje of 100% witte katoenen doekje voorzichtig vanaf buiten naar binnen de vlek schoon (nooit wrijven) met behulp van een haarföhn maakt men nadien de plek droog.
Als in een van beide gevallen een positief resultaat bereikt wordt, spreekt men van invloeden van buitenaf. Gezien het tijdspad dat hiervoor nodig is, heb ik deze test niet ter plaatse kunnen uitvoeren.
Een technisch onderzoek bij TNO te laten doen is mijn inziens niet relevant daar er geen uiterlijke vervuiling is die de veroorzaker zou kunnen zijn. De mogelijke hoge kosten hiervan daargelaten.
De stoffenleverancier heeft aangegeven geen klachten te hebben ontvangen van andere delen van de zelfde rol stof waaruit deze bank is gestoffeerd. Door de hier toegepaste stoffeermethode en gebruik van materialen, acht ik dat de oorzaak hier gezocht zou kunnen worden welhaast als uitgesloten.
Conclusie: Het met 100% zekerheid vaststellen van de herkomst van deze vlekken is helaas niet mogelijk.
Omvang van de klacht: gering.
Herstel is technisch mogelijk:
Is de oorzaak transpiratie kan de stof gereinigd worden. Is de oorzaak een lichte vorm van “shading” is herstel niet mogelijk.
Tijdens mijn bezoek waren de consument en de ondernemer bereid om een eventuele herstoffering te
overwegen op basis van gelijke kosten. Met een nader te bepalen andere gelijkwaardige stof.
Herstelkosten hiervan zijn:
Afhankelijk wat bijdrage zal zijn van de toeleverancier van de stof en de fabrikant van de banken.
Schat de ondernemer deze kosten op circa € 1.000,–.
Toelichting:
Alhoewel de vlekken traceerbaar aanwezig zijn is de omvang en de ernst van de vlekken in dit
stadium nog te verwaarlozen.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
Dit geschil spitst zich toe op de (rechts)verhouding tussen de consument en de ondernemer.
De consument heeft gereageerd op het deskundigenrapport en is het op enkele onderdelen oneens met de zienswijze van de deskundige, maar de commissie ziet daarin geen concrete aanknopingspunten om te twijfelen aan het deskundigenrapport of de (juistheid van) daarin gerapporteerde bevindingen. Voor zover de deskundige aangeeft dat hij de omvang en ernst van de klacht in dit stadium nog te verwaarlozen acht, laat dit onverlet dat sprake is van een serieus te nemen klacht en tussen partijen is ook niet in geschil dat hiervan sprake is.
Partijen hebben voorafgaand aan deze procedure proeven laten doen om de klachtoorzaak vast te stellen en daarbij is toen gedacht aan de inwerking van transpiratie of andere externe omstandigheden, maar men heeft toen de oorzaak niet echt kunnen vaststellen. Ook bij het in opdracht van de commissie verrichte onderzoek heeft de deskundige de klacht vastgesteld en mogelijke oorzaken benoemd maar blijkens zijn rapport heeft ook de deskundige de klachtoorzaak niet kunnen vaststellen. Ter zitting zijn ook nog andere mogelijke klachtoorzaken besproken. Nu ondanks reeds meermalen verricht onderzoek de exacte oorzaak van de – naar partijen ter zitting verklaren – op dezelfde plekken terugkerende klachten niet kon worden vastgesteld, moet bij deze consumentenkoop op grond van artikel 7:18 lid 2 Burgerlijk Wetboek worden vermoed dat het bankstel bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord nu de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering heeft geopenbaard. De commissie begrijpt dat de ondernemer gelet op zijn verhouding tot de fabrikant en leverancier graag de exacte klachtoorzaak definitief vastgesteld zou zien, maar deze laatsten zijn niet als partij in deze procedure betrokken en bovendien is onduidelijk of en tegen welke kosten dat uiteindelijk vastgesteld zal kunnen worden. Nu de commissie de klacht in het onderhavige geschil tussen de consument en de ondernemer reeds op grond van het voorgaande gegrond oordeelt, ziet de commissie geen aanleiding voor een nader deskundigenonderzoek. Ter beëindiging van het geschil oordeelt de commissie het redelijk en billijk dat de consument bij de ondernemer een gelijksoortig bankstel koopt en afgeleverd krijgt onder (in)ruiling van het onderhavige bankstel en verrekening van het daarvoor betaalde aankoopbedrag. De commissie beslist hiertoe op de na te melden wijze.
Nu de klacht gegrond moet worden geoordeeld, dient de ondernemer (ook) het betaalde klachtengeld aan de consument te vergoeden en een vastgestelde bijdrage in de behandelingskosten te betalen.
Gelet op dit alles beslist de commissie als volgt.
Beslissing
De commissie bepaalt dat de consument gehouden is bij de ondernemer een gelijksoortig bankstel te kopen en dat de ondernemer gehouden is dat bankstel te verkopen en zonder extra kosten bij de consument af te leveren, onder verrekening van het voor het onderhavige bankstel reeds betaalde bedrag € 3.690,–.
De commissie bepaalt dat de consument gehouden is te dulden dat de ondernemer het onderhavige bankstel zonder kosten voor de consument terughaalt tegen gelijktijdige bezorging van het nieuw af te leveren bankstel.
Dit alles dient plaats te vinden binnen drie maanden na de verzenddatum van dit bindend advies.
Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen.
Overeenkomstig het Reglement van de commissie betaalt de ondernemer aan:
a. de consument (bovendien) een bedrag van € 127,50 wegens betaald klachtengeld.
b. de commissie een bedrag van € 600,– als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil.
De commissie wijst het meer of anders door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, op 16 april 2014.