Geen urenvergoeding bij intrekking van de opdracht.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Makelaardij    Categorie: Kosten    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK09-0198

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag of de consument alle aan hem bij intrekkingsfactuur in rekening gebrachte kosten verschuldigd is.   De consument heeft een bedrag van € 3.074,51 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft op 17 augustus 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Volgens de consument zijn aan hem bij intrekking van de opdracht tot dienstverlening bij verkoop van zijn onroerende zaak meer kosten in rekening gebracht dan hij met de ondernemer is overeengekomen. Hij is bereid om de overeengekomen kosten te betalen. Deze kosten bestaan uit de kosten voor het onderzoek naar de juridische bepaaldheid van de zaak ad € 34,– en de advertentiekosten, berekend op € 1.763,55 (inclusief BTW).   De consument betwist de notariskosten verschuldigd te zijn omdat hij met de ondernemer mondeling is overeengekomen dat er geen notariskosten zouden zijn. In weerwil met deze afspraak zijn door de notaris desondanks kosten ten bedrage van € 535,50 bij de consument in rekening gebracht. Volgens de consument dienen deze kosten gelet op de afspraak voor rekening te komen van de ondernemer, zodat resteert een door de consument te betalen bedrag van € 1.262,05.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Volgens de ondernemer is de factuur, waarin naast de door de consument genoemde kosten tevens een bedrag van € 750,– is opgenomen voor 15 uren arbeid, opgesteld overeenkomstig de tussen partijen geldende afspraken. Deze uren zouden niet in rekening worden gebracht indien de consument vervolgstappen inzake de ontwikkeling van zijn onroerend goed zou laten verlopen via de ondernemer. Daarvan is echter geen sprake, zodat de consument thans deze kosten wel dient te voldoen. Een en ander vloeit volgens de ondernemer voort uit artikel 6 van de overeenkomst.   Voor de nota van de notaris dient de consument zich tot de notaris te richten en niet tot de ondernemer. Overigens is niet aan de consument toegezegd dat er geen notariskosten in rekening zouden worden gebracht. Afgesproken is slechts dat in geval van transport van de onroerende zaak, de kosten voor de koper zouden zijn.   De ondernemer handhaaft zijn standpunt dat hij aanspraak heeft op betaling van zijn vordering ad € 3.074,51.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Bij overeenkomst tot dienstverlening d.d. 11 juni 2009 zijn partijen – voor zover hier van belang – onder meer het volgende overeengekomen.   “1. Tenzij uit doorhalingen anders blijkt stemt de opdrachtgever ermee in dat: ……….. c. Het NVM lid kosten maakt zoals hieronder vermeld, die door hem, desgewenst telkens nadat hij deze heeft voldaan, aan de opdrachtgever in rekening worden gebracht en wel, behoudens nadere afspraken, tot in totaal niet meer dan de aangegeven bedragen; –       publiciteitskosten (exclusief 19% BTW)           NVM’er € 100,– per plaatsing in overleg           Overige advertenties in overleg, via telefonisch onderhoud –       kosten van onderzoek naar de juridische bepaaldheid van het object € 34,–. ……….. 5. Mocht de opdrachtgever de opdracht intrekken of opschorten dan is hij het NVM lid de tot dan toe gemaakte kosten als bedoeld onder 1. sub c verschuldigd. 6. De opdrachtgever verplicht zich eventuele vervolgstappen inzake de ontwikkeling van zijn onroerend goed te laten verlopen via de Passende Woning Makelaardij."   Op grond het bepaalde onder artikel 1. sub c en artikel 5 van de overeenkomst alsmede de in het dossier gevoegde advertentienota’s, stelt de commissie vast dat de consument in ieder geval aan de ondernemer verschuldigd is een bedrag van € 1.763,55.   Naar het oordeel van de commissie volgt uit het bepaalde in artikel 6 van de overeenkomst niet de verplichting voor de consument om aan de ondernemer een urenvergoeding te betalen bij intrekking van de opdracht. Nog daargelaten de vraag of partijen ten aanzien van deze bepaling overeenstemming hebben bereikt, zoals ter zitting aan de orde gesteld, kan bij een redelijke uitleg van die bepaling niet anders worden begrepen dan dat de consument eventuele vervolgstappen met betrekking tot zijn onroerend goed laat verlopen via de ondernemer. Over een vergoeding van € 50,- per uur arbeid bij intrekking van de opdracht wordt in die bepaling in het geheel niet gesproken. De klacht van de consument is in zoverre dan ook gegrond.   Met betrekking tot de notariskosten overweegt de commissie dat niet kan worden vastgesteld of door de ondernemer aan de consument is toegezegd dat door de notaris bij de consument hem geen kosten in rekening zouden worden gebracht. Wel staat vast dat de ondernemer de notaris heeft ingeschakeld. Het inschakelen van een notaris bij verkoop van een onroerende zaak bij inschrijving, waarvan in dit geval sprake was, is echter in de inschrijvingsfase nog niet nodig. Nu er bovendien geen enkele inschrijving is gedaan kan worden gesteld dat de kosten voor de notaris nodeloos zijn gemaakt. Het had op de weg van de ondernemer gelegen om de consument te behoeden voor het maken van deze onnodige kosten. Immers, van een makelaar mag worden verwacht dat hij de consument begeleid en van advies dient bij de verkoop van zijn onroerende zaak teneinde een voor de consument zo gunstig mogelijk resultaat te bereiken. Door dit niet te doen kan redelijkerwijs worden gesteld dat de ondernemer toerekenbaar is tekortgeschoten in de uitvoering van zijn opdracht. Als gevolg daarvan heeft de consument schade geleden. De omvang van de schade kan worden begroot op € 535,50, het bedrag van de nota van de notaris, welk bedrag de consument aan de notaris dient te voldoen. Deze schade dient te worden vergoed door de ondernemer.   Nu enerzijds de ondernemer van de consument te vorderen heeft een bedrag van € 1.763,55 + € 34,– ter zake kosten voor juridische bepaaldheid van de zaak en daartegenover de consument van de ondernemer te vorderen heeft een bedrag van € 535,50 ter zake schadevergoeding, zal de commissie beide vorderingen met elkaar verrekenen. Na verrekening resteert een vordering van de ondernemer op de consument van € 1.262,05, welk bedrag de consument aan de ondernemer dient te voldoen.   De commissie acht de klacht van de consument gegrond.   Derhalve wordt beslist als volgt.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt toegewezen.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 3.074,51 als volgt verrekend. Een bedrag van € 1.262,05 wordt doorbetaald aan de ondernemer. Het resterende bedrag van € 1.812,46 wordt terugbetaald aan de consument.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 22 januari 2010.