Gemeten gegevens waterverbruik van consument is bindend

  • Home >>
De Geschillencommissie




Commissie:    Categorie: Kosten / Verbruik    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 510358/571805

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak betreft een overeenkomst tussen een consument en een ondernemer met betrekking tot de levering van drinkwater. De consument maakt bezwaar tegen het geregistreerde verbruik op de watermeter. Hij stelt dat de watermeter ondeugdelijk is, omdat er in één specifieke week veel meer verbruik werd gemeten dan gebruikelijk. De consument onderbouwt zijn standpunt met overzichten van de meterstanden. De commissie stelt voorop dat de gemeten gegevens bindend zijn. Het enkele feit dat er in één week sprake was van een afwijking, is onvoldoende om aan te nemen dat de watermeter niet goed heeft gefunctioneerd. Bovendien is het niet de taak van de ondernemer om aan te tonen dat het gemeten verbruik correct is. De klacht is ongegrond.

De volledige uitspraak

Beoordeling
De consument heeft, verkort weergegeven, het volgende gesteld. De consument is al vele jaren bij de ondernemer contractant voor de drinkwaterlevering voor het adres van zijn woning. De consument neemt sinds 1981 elke week de standen van de drinkwatermeter op. De consument schrijft die standen ook in een map die hij vanaf zondag 25 oktober 1981 bijhoudt. De consument maakt bezwaar tegen het geregistreerde verbruik op de watermeter. Volgens hem heeft de watermeter ineens 30 m³water teveel geregistreerd. Op 21 januari 2024 ontdekte de consument op de meter dat hij in één week 30m³water zou hebben gebruikt. Dit is een afwijkende, ten opzichte van zijn opname van de week en alle jaren daarvoor afgelezen, meterstand. Die is in de regel maximaal 1m³. Over het gehele vorige jaar heeft de consument slechts 35m³gebruikt. Dit hoge verbruik is niet mogelijk, zodat de consument uitgaat van een ondeugdelijke watermeter, ook omdat die meter al 14 jaar oud is.

De consument heeft hierover op 22 januari 2024 en daarna meerdere malen contact gehad met de ondernemer. Meegedeeld werd dat de consument veel water gebruikt zal hebben of dat ergens een lekkage zal zitten en dat hij de meterstanden een poosje moest bijhouden. Dat heeft de consument gedaan. In de daaropvolgende weken was de opname weer als vanouds. De consument heeft zijn klacht onderbouwd met onder meer een aantal overzichten van de meterstanden die hij iedere zondag opneemt en spreekaantekeningen. De consument wil dat de watermeter vervangen wordt en de teveel aangegeven 30 m³wordt verrekend. De ondernemer heeft gemotiveerd verweer gevoerd en verzocht de klacht ongegrond te verklaren. De commissie stelt voorop dat vaste regel is dat indien het vaststellen van de omvang van de levering geschiedt met een watermeter, zoals hier, de hiermee verkregen gegevens bindend zijn voor het vaststellen van het verbruik, tenzij de watermeter niet juist zou hebben gefunctioneerd of bij het opnemen of verwerken van de meterstand een fout is gemaakt. Dit staat ook zo in de toepasselijke algemene voorwaarden van de ondernemer (artikelen 10.1, 10.4, 12 en 13).

Dat in een enkele week het verbruik afwijkend hoog is geweest, waarvan hier sprake lijkt te zijn, is echter onvoldoende om aan te moeten nemen dat de watermeter niet goed heeft gefunctioneerd. Dat het onmogelijk moet worden geacht dat een dergelijk hoog verbruik door de consument kan zijn afgenomen is door de consument onvoldoende onderbouwd. Van belang is ook dat uit de meterstanden die de consument later heeft opgenomen blijkt dat het verbruik weer is zoals voorheen. Daarnaast heeft de ondernemer gemotiveerd aangevoerd dat het geregistreerde verbruik weliswaar afwijkend is geweest, maar niet onmogelijk. Uit de stukken blijkt niet dat bij de consument sprake is geweest van lekkage of een situatie waardoor water op een andere wijze in zijn woning kan zijn weggelekt. Verder wordt betrokken dat de ondernemer heeft aangevoerd dat de standtijd van de watermeter nog niet is verstreken.

De ondernemer heeft de consument gewezen op de mogelijkheid de watermeter te laten ijken. Daarbij is aangegeven dat dit dan op kosten van ongelijk zou gaan gebeuren in die zin dat de kosten van ijking in eerste instantie voor rekening van de consument komen en slechts dan op de ondernemer kunnen worden verhaald als uit het onderzoek blijkt dat de meter inderdaad niet goed functioneert. Dat is aan de consument omdat de ondernemer geen reden heeft om aan de meter te twijfelen. Nu de consument geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om de betreffende meter aan een ijking te onderwerpen, dient de commissie ervan uit te gaan dat de watermeter de betreffende week correct heeft gefunctioneerd en de juiste hoeveelheid verbruikt water heeft geregistreerd. Dat betekent dat de vastgestelde hoeveelheid water de meter is gepasseerd en daar mee aan de consument is geleverd. De ondernemer heeft verder onweersproken aangevoerd dat uit het overzicht van de meterstanden blijkt dat de consument zelf meterstanden heeft doorgegeven en dat het verbruik dat de consument heeft geconstateerd pas met de afrekening van december 2024 wordt afgerekend, zodat ervan uit moet worden gegaan dat tot op heden geen fout is gemaakt bij het opnemen of verwerken van de meterstanden. Het is in beginsel niet de taak van de ondernemer een verklaring te geven voor de omvang van het verbruik van de consument. Op welke wijze een consument gebruik maakt van water is diens eigen verantwoordelijkheid en daarop heeft de ondernemer geen zicht en geen invloed. Dit alles betekent dat voor de ondernemer geen aanleiding bestaat om de watermeter te vervangen of tot verrekening over te gaan. Gelet op hetgeen partijen hebben aangevoerd en de door hen overgelegde stukken wordt geen steun gevonden voor het standpunt van de consument dat de ondernemer niet of onvoldoende adequaat op zijn klacht heeft gereageerd of op incorrecte wijze de consument heeft bejegend. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Water, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer mr. E.F. Verduin , mevrouw mr. E.J.P.J.M. Kneepkens , leden, op 25 november 2024.