
Commissie: Elektro
Categorie: Informatieverstrekking / Schade / Tekortkoming
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
241875/249468
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 oktober 2023 met de ondernemer tot stand gekomen overeenkomst.
De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een HAMA Universele Laptop-adapter 15-
19V/65W voor de som van € 32,99.
De consument heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
Bij een hotelovernachting had ik de oplader voor mijn laptop vergeten. Die laptop kostte indertijd 499,–.
Daarom kocht ik bij de ondernemer in Maastricht een universele oplader, maar niet nadat de adviseur in de
winkel duidelijk bevestigde dat de oplader inderdaad geschikt zou zijn. Ik gaf daarbij zelf aan dat de
specificaties van de originele oplader niet bekend waren (die lag thuis), maar volgens de adviseur maakte
dat niet uit. Als het stekkertje paste dan moest het goed gaan en mocht de laptop toch niet opladen dan kon
het sowieso geen schade aanbrengen. Dit werd meermalen stellig beweerd door deze adviseur in het
gesprek waarbij twee nog collega’s meeluisterden.
Toen ik de oplader aansloot op laptop was de laptop ingeschakeld en gaf het scherm beeld (de accu was
nog niet helemaal leeg). Direct op het moment dat ik het stekkertje erin drukte viel het scherm uit en kreeg
ik de laptop niet meer aan. Ik heb het direct gemeld in de winkel. Daar werd mij verwezen naar de winkel in
mijn woonplaats voor verdere afhandeling. Daar kreeg ik te horen dat de klacht gegrond was (“ik geloof uw
verhaal”) en dat ik hoogstwaarschijnlijk een vergoeding van de reparatiekosten zou krijgen of een ander
passend alternatief naar redelijkheid. Later bleek reparatie niet mogelijk en kreeg ik bericht dat de klacht
ongegrond was omdat de ondernemer aangeeft dat de oplader wel degelijk geschikt was en het tegendeel
door mij bewezen moet worden. Ook verweert de ondernemer zich door te wijzen op mijn eigen
verantwoordelijkheid. Dat is onjuist want ik heb nadrukkelijk om deskundig advies gevraagd.
Inmiddels ben ik in de winkel geweest en heb aan de balie met hun goedvinden de oorzaak
gedemonstreerd bij een van hun vergelijkbare laptops met dezelfde oplader uit hun winkel. Hetzelfde
gebeurde, de laptop viel uit en ging niet meer aan.
De consument verlangt een vergoeding van € 549,– in verband met de aankoop van een nieuwe tweede
hands laptop nu reparatie niet mogelijk bleek.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft bij ons een Hama universele laptoplader aangeschaft van het type HAMA Universele
Laptop-adapter 15-19V/65W. Volgens de consument gaat zijn laptop niet meer aan en is het defect
ontstaan door de lader op de laptop aan te sluiten. De laptop is opgestuurd ter reparatie en met de
consument is onder meer per e-mail van 18 oktober 2023 afgesproken dat als blijkt dat sprake is van
verkeerd advies en dat het opvolgen van het advies een defect veroorzaakt heeft, wij zorg zullen dragen
voor een passende oplossing.
Op 24 oktober 2023 hebben we aan de consument per e-mail laten weten dat wij de laptop niet kunnen
repareren. Reden hiervoor is dat het toestel vier jaar oud is en de reparateur daar de benodigde
onderdelen niet voor kan krijgen. In diezelfde e-mail is gemeld dat wij nog in afwachting zijn van meer
informatie van ons filiaal in Maastricht over de verdere afhandeling van de klacht.
Op 3 november 2023 is de consument per e-mail geïnformeerd dat wij geen reden zien tot enige vorm van
compensatie. Reden hiervoor is dat uit onderzoek is gebleken dat de lader geschikt is voor de laptop.
Bovendien is niet komen vast te staan dat sprake is van verkeerd advies, noch dat het aansluiten van de
lader heeft geresulteerd in het defect aan de laptop.
De consument wenst een vergoeding van € 549,–, maar onduidelijk is waarop dat is gebaseerd. We vatten
het betoog van de consument op als dat deze stelt dat de schade is ontstaan door een schending van de
informatieplicht bij de koopovereenkomst en dat hij een beroep doet op art. 6:74 BW. Omdat het gaat om
de vraag of de juiste informatie is verstrekt ten tijde van de koop, rust de bewijslast krachtens art. 150 Rv bij
de consument. De door hem aangevoerde stukken bevatten geen bewijs van hetgeen over en weer is
gezegd ten tijde van de koop, dus ook niet dat een medewerker heeft aangegeven dat het niet uitmaakt op
welke manier de lader wordt aangesloten. Wij betwisten dat medewerkers een advies hebben gegeven dat
behelst dat het niet uitmaakt op welke manier de lader wordt aangesloten. Eveneens is niet
gedocumenteerd dat een deskundige heeft vastgesteld dat er causaal verband is tussen het aansluiten van
de lader en het defect aan de laptop. De consument heeft niet de juiste documentatie kunnen overhandigen
waaruit ongeschiktheid van de lader voortvloeit. De stelling dat de laptop defect is gegaan door een
verkeerde polariteit heeft hij eveneens niet kunnen onderbouwen met een schriftelijk rapport van een
deskundige.
Wel staat vast dat de lader geschikt is voor de laptop in kwestie. Dat blijkt onder meer uit het feit dat het
voltage is aan te passen en bij de laptop meerdere verloopstekkers verstrekt worden. Bovendien kan een
consument gratis extra verloopstekkers bestellen indien de juiste niet standaard is meegeleverd. Tenslotte
wordt in de handleiding duidelijk aangegeven de juiste verloopstekkertjes en het juiste voltage te
selecteren.
Het betekent dat wij wel degelijk de juiste informatie hebben verstrekt. Bovendien worden alle artikelen,
evenals de aangeschafte lader, geleverd met een gebruiksaanwijzing. De consument draagt zelf zorg en
verantwoordelijkheid voor het correct in gebruik nemen van zijn aankoop. Over dit specifieke punt bestaat
geen verschil van inzicht, blijkens de eerste zin van zijn e-mail van 31 oktober. Ons filiaal in Ede heeft
nadrukkelijk aangegeven meer informatie nodig te hebben alvorens te beoordelen hoe de klacht wordt
afgehandeld.
De consument heeft in zijn klacht zeer selectief geciteerd uit e-mails. In de e-mail van 18 oktober 2023
geven wij immers zeer duidelijk aan dat wij de laptop naar een reparateur sturen om het probleem te
constateren en dat wij contact zullen zoeken met het filiaal in Maastricht wat de beste oplossing is. Dat zal
dan hoogstwaarschijnlijk (dit zegt iets over de mate van waarschijnlijkheid, maar is geen ondubbelzinnige
toezegging) tot vergoeding van de reparatiekosten leiden, met dien verstande dat ook vast komt te staan
dat verkeerd geadviseerd is m.b.t. geschiktheid van de lader en dat het aansluiten van de lader tot het
defect heeft geleid. Daarnaast is aangegeven dat als reparatie niet mogelijk is, wij zullen kijken naar
passend alternatief op basis van de redelijkheid.
In de tweede e-mail van 3 november 2023 is bovendien benadrukt dat bij het inschrijven van de reparatie
op 18 oktober 2023 duidelijk is aangegeven dat eerst nader onderzoek moest plaatsvinden door de laptop
op te sturen en contact te leggen met het filiaal in Maastricht om feitelijk vast te stellen wat over en weer is
gezegd ten tijde van de aanschaf van de lader. Op dit specifieke punt is de consument niet ingegaan, noch
heeft hij dat overtuigend weten te weerleggen.
Het spreekt voor zich dat het niet passend en redelijk is dat wij schade vergoeden die is ontstaan door het
verkeerd gebruiken van een product. Ook spreekt het voor zich dat wij geen schade vergoeden indien de
consument er niet in slaagt aan te tonen dat hij verkeerd geadviseerd is.
Onduidelijk is waarop de consument de hoogte van de schadevergoeding baseert. Als wij schadeplichtig
zouden zijn dan betwisten wij de hoogte van de schade. Het gaat immers om een vier jaar oude laptop.
Daarom is het gevorderde bedrag per definitie onredelijk. De economische levensduur van een laptop met
een aanschafwaarde van € 549,- is volgens de richtlijnen van UNETO-VNI drie jaar. Daarnaast zal de
marktwaarde voor een tweedehands verkoop van een ruim vier jaar oude laptop een stuk minder bedragen
dan de aanschafwaarde.
Het deskundigenrapport
Op 8 maart 2024 heeft een door de commissie ingeschakelde deskundige een rapport opgesteld waaruit
het onderstaande blijkt.
De consument heeft zijn laptop bij de deskundige in zijn werkplaats gebracht voor onderzoek. De
deskundige heeft ook de originele adapter daarbij gekregen. De laptop heeft een spanning van 20 Volt en
2,25 Ampère. Echter de ondernemer heeft een adapter van 1,5 Ampère aan de client geleverd en
maximaal 24 Volt. Dat zijn niet de juiste specificaties voor deze laptop. Op de website van de ondernemer
staat: “Dit is een universele netadapter geschikt voor elektronische apparaten met gelijkspanningsingang,
bijvoorbeeld draagbare cd-speler, radio, kerstverlichting, kinderspeelgoed, digitale fotolijsten, gereedschap,
routers, bureaulampen en apparaten op batterijen. Geschikt als vervanging of tweede stroomvoorziening”.
Een laptop staat er niet bij.
De deskundige heeft de onderplaat verwijderd en het mainboard onderzocht. De spanning komt aan, maar
na het voedingscircuit van het mainboard is de spanning weg. Dit betekent dat het gehele mainboard
vervangen moet worden. De oorzaak is het aansluiten van verkeerde spanning en stroom op de laptop
veroorzaakt door een verkeerde adapter. Tevens zijn aan de bovenzijde putjes zichtbaar van de vast
ingedraaide of te lange schroeven, maar dat heeft geen invloed op de oorspronkelijke klacht.
Er is sprake van een ernstige beschadiging. Herstel of reparatie is technisch mogelijk door het vervangen
van het mainboard. Het mainboard is echter niet of moeilijk leverbaar. De kosten zouden bij wel
beschikbaarheid van het mainboard ongeveer de nieuwwaarde van het apparaat zijn.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op basis van het door de deskundige opgestelde rapport komt de commissie tot de conclusie dat de door
de ondernemer verkochte adapter niet aan de daaraan te stellen eisen voldeed omdat sprake was van
afwijkende spanning en amperage tussen laptop en adapter. Een en ander volgt ook uit het betoog van de
consument dat toen hij de adapter aansloot op zijn laptop deze defect raakte en dat toen hij zich bij een
filiaal van de ondernemer meldde en een werkneemster van de ondernemer de adapter aansloot op een
leenlaptop deze defect raakte. Steun voor deze opvatting vindt de commissie ook in hetgeen de
ondernemer op zijn website vermeldt: “Dit is een universele netadapter geschikt voor elektronische
apparaten met gelijkspanningsingang, bijvoorbeeld draagbare cd-speler, radio, kerstverlichting,
kinderspeelgoed, digitale fotolijsten, gereedschap, routers, bureaulampen en apparaten op batterijen.
Geschikt als vervanging of tweede stroomvoorziening”. In deze opsomming ontbreekt een laptop. Aldus
moet de adapter als non-conform worden beoordeeld.
Verder blijkt uit het door de deskundige opgestelde rapport dat reparatie van de defect geraakte laptop
geen reële optie is nu mainbord niet of moeilijk leverbaar is. Bovendien was de consument gedwongen een
vervangende laptop aan te schaffen nu zijn laptop defect raakte door de aansluiting van de non-conforme
adapter en hij geen behoefte heeft aan twee laptops.
Dit zo zijnde is de volgende vraag welke vergoeding de ondernemer aan de consument dient te betalen.
Ter zitting heeft de consument verklaard dat hij de defect geraakt zijnde laptop reeds vier jaar in zijn bezit
had. Dit betekent dat de laptop een lagere restwaarde had dan het bedrag van € 499,– dat de consument
indertijd heeft betaald. Echter in de praktijk blijkt dat laptops een gebruiksduur van mogelijk tien jaren
kunnen hebben. Duidelijk is dat toen de consument de adapter kocht de laptop nog naar behoren
functioneerde. Doordat de ondernemer aan de consument een non-conforme adapter heeft verkocht was
de consument gedwongen een vervangend exemplaar aan te schaffen. Ter zitting heeft de consument
verklaard wederom een tweede hands laptop te hebben aangeschaft. Aldus heeft de consument zich er
rekenschap van gegeven dat hij zijn vier jaar oude laptop niet op kosten van de ondernemer kon vervangen
door een gloednieuwe laptop.
Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking
nemende, is de commissie van oordeel dat de ondernemer bij het uitvoeren van het overeengekomene
zodanig tekort is geschoten en de consument daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden en kosten
heeft moeten maken, dat de ondernemer de consument een vergoeding verschuldigd is. De commissie
stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 250,–. Betaling dient plaats te vinden
binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag
vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 87,50
aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de
behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed,
voorzitter, de heer R.A. Timmer, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, op 6 mei 2024.