Het toezicht op de gesloten afdeling van het woonzorgcentrum voldoet niet. Ook het aanbod aan activiteiten schiet tekort. Klacht gegrond

De Geschillencommissie




Commissie: Verpleging Verzorging en Geboortezorg    Categorie: Uitvoering behandelingsovereenkomst    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 112448

De uitspraak:

In het geschil tussen
 
[Cliënt], wonende te [plaats] en Stichting Zorginstellingen Pieter van Foreest, gevestigd te Delft.

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Het geschil is ter zitting behandeld op 28 november 2017 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen om ter zitting te verschijnen.

Namens de cliënt zijn verschenen [naam zoon cliënt] en naam [echtgenote van de cliënt].

Namens de zorgaanbieder zijn verschenen [naam directeur], directeur Wonen Zorg Behandeling, en [naam locatiemanager], locatiemanager.

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op de kwaliteit van de zorgverlening door de zorgaanbieder.  
 
Standpunt van de cliënt

Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. De door de cliënt overgelegde stukken dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt van de cliënt op het volgende neer.

Sinds februari 2017 verblijft de cliënt op de recent geopende afdeling van het woonzorgcentrum [naam afdeling] van de zorgaanbieder.
De gemachtigde van de cliënt stelt zich op het standpunt dat de zorg niet voldoet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden en voert daartoe aan:
– dat een zinvolle dagbesteding ontbreekt en dat onvoldoende activiteiten worden aangeboden, zelfs nadat hierom herhaaldelijk is gevraagd. Hierdoor is hoofdzakelijk sprake van verveling, waarbij de cliënt te kennen gaf dat het eindeloze dagen waren en dat het wachten was tot hij dood ging;
– dat permanent toezicht ontbreekt, terwijl dat voor de groep zeer kwetsbare ouderen die op de afdeling verblijft, wel noodzakelijk is. Als voorbeeld wordt genoemd dat de cliënt op de afdeling te maken heeft gehad met agressie.

Namens de cliënt is door de gemachtigde een klacht ingediend bij de Klachtencommissie, die de klacht met betrekking tot het ontbreken van een zinvolle dagbesteding gegrond, en de klacht met betrekking tot het ontbreken van permanent toezicht, gedeeltelijk gegrond achtte. De zorgaanbieder heeft verbetermaatregelen aangekondigd en enkele weken later een verbeterplan opgesteld. Hierin is onder meer opgenomen dat dagelijks groepsactiviteiten, waaronder bewegingsactiviteiten worden ingepland. In de praktijk komt hiervan volgens de gemachtigde van de cliënt niets terecht, omdat er te weinig personeel en vrijwilligers zijn om hieraan invulling te geven. De kwaliteit van zorg zal aldus de komende tijd niet verbeterd kunnen worden.
Nu niet aan de eisen die aan de zorg en het toezicht worden gesteld, voldaan kan worden, had de afdeling volgens de cliënt niet opengesteld mogen worden.
De gemachtigde van de cliënt verzoekt de commissie de klacht gegrond te verklaren.

Ter zitting heeft de gemachtigde van de cliënt de klacht toegelicht en – in hoofdzaak – aangevoerd dat de cliënt door de gang van zaken achteruit is gegaan, tot groot verdriet van zijn familie. De zorgaanbieder dient te voldoen aan de eisen zoals genoemd in de Wet Langdurige Zorg.

Standpunt van de zorgaanbieder

Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt van de zorgaanbieder op het volgende neer.

De zorgaanbieder is van mening dat aan de wettelijke kaders wordt voldaan. Op de afdeling is altijd iemand aanwezig en volgens de zorgaanbieder is daarmee sprake van voldoende toezicht.

Ter zitting heeft de zorgaanbieder verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De cliënt verblijft op een gesloten afdeling. Er is toezicht, maar dit betekent niet dat de hele dag iemand in de directe nabijheid van de bewoners is. Er is wel altijd iemand in de buurt, zoals ook het geval was toen het incident, waarbij sprake was van agressie, plaatsvond. Dergelijke incidenten zijn niet te voorkomen, omdat de bewoners zich op de afdeling vrijuit kunnen bewegen en regelmatig bij elkaar zitten. Nu het een nieuwe afdeling betreft, zijn de bewoners en het personeel bovendien nog niet op elkaar ingespeeld. De klacht met betrekking tot het incident wordt door de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzocht.
Voorts geeft de zorgaanbieder aan dat activiteiten worden aangeboden, maar dat de cliënt wellicht niet altijd zin heeft om daaraan mee te doen of dat de groep iets anders wil gaan doen. Er is een activiteitenbegeleider aangesteld voor 32 uur per week om activiteiten op maat te kunnen leveren.

Beoordeling van het geschil

Naar aanleiding het door partijen over en weer gestelde overweegt de commissie het volgende.

Vooropgesteld wordt dat voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder vereist is dat voldoende aannemelijk wordt dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in het nakomen van de zorgovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten en de cliënt moet door deze tekortkoming schade zijn toegebracht. 

De cliënt, die sinds 14 februari 2017 op de recent geopende afdeling [naam afdeling] van de zorgaanbieder verblijft, beklaagt zich over de kwaliteit van zorg die van meet af aan door de zorgaanbieder wordt geleverd. Het toezicht op de afdeling voldoet niet aan de norm die eraan gesteld mag worden. Voorts wordt aan de cliënt geen zinvolle dagbesteding geboden. Het aanbod aan activiteiten is onvoldoende en de cliënt doet weinig meer dan wachten tot de dag verstreken is.

De commissie is, gelet op de incidenten die zich hebben voorgedaan en waarbij de veiligheid van de cliënt soms in het geding was, van oordeel dat het aannemelijk is dat de zorgaanbieder tekortgeschoten is in het bieden van adequaat toezicht. De zorgaanbieder heeft erkend dat de huidige bezetting niet toereikend is om de gestelde doelen waar te maken. Met een tekort aan personeel kan niet het toezicht worden geboden dat nodig is op de afdeling om de veiligheid van de bewoners te waarborgen. Dit geldt eveneens ten aanzien van het aanbod aan activiteiten. Ook daarop heeft het gebrek aan voldoende financiële middelen, en in het verlengde daarvan een tekort aan personeel, zijn weerslag. De in de stukken geschetste situatie van “wachten tot de dag verstreken is” kan en mag zich echter onder geen beding voordoen. De commissie acht de klacht gegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

verklaart de klacht gegrond;

bepaalt dat de zorgaanbieder overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 52,50 dient te vergoeden aan de cliënt ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist op 28 november 2017 door de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg.