Commissie: Elektro
Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ELE09-0064
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 3 november 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een plasma tv van [merk] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.700,–. De levering vond plaats op of omstreeks 3 november 2008. De consument heeft op 6 januari 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op het tv-scherm blijft het logo van RTL4 zichtbaar, ongeacht het ingestelde kanaal. Het logo is ingebrand en is niet meer te verwijderen. Toen wij hiervoor teruggingen naar de winkel, werd ons toegezegd dat voor een oplossing zou worden gezorgd. Die toezegging is de ondernemer niet nagekomen. Wij kregen het toestel ongerepareerd terug met de mededeling erbij dat er sprake was van een gebruikersfout. Wat die fout dan zou moeten zijn is ons niet duidelijk. Volgens de gebruiksaanwijzing is de tv voorzien van een automatische inbrandbeveiliging door middel van pixelverschuiving. Bovendien hebben wij het beeldscherm direct bij de ingebruikname teruggesteld op 45% contrast, beeldscherpte en kleur, nota bene van een fabrieksinstelling van 94%. Na een speelduur van 200 tot 250 uur kan de tv pas optimaal worden ingesteld. Daar zijn wij niet aan toegekomen. We hebben de instelling dus nooit verhoogd. Wij hebben niets fout gedaan. Het toestel is naar onze mening gewoon ondeugdelijk en wij vinden het in dit verband frappant dat dit type tv kort na de aanschaf uit productie is genomen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Uit het door de fabrikant op ons verzoek ingestelde onderzoek blijkt dat de inbranding van het logo niet is te wijten aan een technisch defect, maar is veroorzaakt door een gebruikersfout. De consument heeft de tv niet goed ingesteld. De consument gaf er vanwege de kosten de voorkeur aan om het toestel zelf te installeren in plaats van dit door ons te laten doen. Wat de consument precies heeft ingesteld is door ons niet te controleren. Het inbranden van het beeld valt niet onder de garantie. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. De deskundige heeft geconstateerd dat het RTL4 logo op een lichte achtergrond zichtbaar is. Aan het logo te zien heeft pixelshift niet goed gewerkt of niet altijd aangestaan (dan zou logo veel waziger zijn). Een scherm op basis van fosforen, zoals een plasmascherm, heeft de eigenschap te verouderen, waardoor de lichtopbrengst minder wordt. De mate waarin dit gebeurt is afhankelijk van het aantal draaiuren en de intensiteit waarmee het scherm aangestuurd wordt (contrast en helderheid). De lichtpunten in het scherm degraderen, wat resulteert in het geleidelijk donkerder worden van het scherm. Zolang dit egaal over het scherm plaatsvindt wordt dit door de gebruiker niet opgemerkt. Wanneer echter bepaalde delen van het scherm veel intenser worden aangestuurd dan de rest van het scherm (bijvoorbeeld een logo op een vaste plaats, of een stilstaand beeld) en dan ook nog gedurende langere tijd, zullen de fosforen op die plaatsen sneller verouderen dan de rest van het scherm. Er ontstaat dan een blijvend silhouet. De gebruiksaanwijzing van de tv is duidelijk over inbranden: op bladzijde 2 van de instructies voor gebruik wordt uitgelegd wat de gevolgen zijn van het lange tijd weergeven van stilstaande beelden. Op pagina 18 wordt de bescherming tegen inbranden met behulp van pixelshift besproken: "om het risico van inbranden van het scherm te verkleinen is dit apparaat uitgerust met technologie voor inbrandpreventie”. Het risico wordt met pixelshift dus verkleind, maar inbranden kan nog steeds plaatsvinden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Volgens artikel 7:18, lid 2 BW wordt bij een consumentenkoop vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomene zich binnen zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet. Het staat vast dat het onderhavige gebrek zich binnen de genoemde termijn heeft geopenbaard en naar het oordeel van de commissie verzet de aard van de zaak en van het gebrek zich niet tegen de toepasselijkheid van dit wettelijk vermoeden. Dat betekent dat de ondernemer moet bewijzen dat het gebrek is ontstaan door aan de consument toe te rekenen omstandigheden. De ondernemer heeft in dit verband verwezen naar een mededeling van de technische dienst van de fabrikant van het toestel, inhoudende dat inbranding een gebruikersfout is en geen defect. De commissie acht dit niet een sluitend bewijs, omdat deze mededeling op geen enkele wijze wordt toegelicht. Hiertegenover staat dat aan de commissie geen feiten bekend zijn op grond waarvan moet worden aangenomen dat de consument een gebruikersfout heeft gemaakt, bijvoorbeeld doordat hij het toestel verkeerd heeft ingesteld. Voor zover de ondernemer een beroep doet op het niet van toepassing zijn van de garantie ingeval van inbranding, ongeacht de oorzaak daarvan (geheel duidelijk is dat niet; enerzijds voert de fabrikant aan dat de functie pixelverschuiving anders dan de consument meent niet automatisch werkt, maar moet worden aangezet; anderzijds wordt gezegd dat deze functie de kans op inbranding wel vermindert, maar niet wegneemt) wordt dit beroep gepasseerd, omdat het geciteerde artikel uit het Burgerlijk Wetboek van dwingend recht is en niet kan worden opzij gezet door garantiebepalingen. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer vervangt het aan de consument geleverde tv-toestel kosteloos door een toestel van het oorspronkelijke of van een daarmee vergelijkbaar type. Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien een en ander door handelen of nalaten van de ondernemer niet binnen de gestelde termijn is geschied, kan de consument zich weer tot de commissie wenden zonder opnieuw klachtengeld te betalen. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 100,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 28 januari 2010.