Klacht is duidelijk voorgelegd aan de zorgaanbieder

De Geschillencommissie




Commissie: Verpleging Verzorging en Geboortezorg    Categorie: Ontvankelijkheid    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: ontvankelijkverklaring   Uitkomst: ontvankelijk   Referentiecode: 131378/142888

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De thuiszorg heeft bij de cliënte een emmer water over het laminaat laten vallen met dure schade als gevolg. De zorgaanbieder is verzekerd voor dit soort ongelukjes, maar weigert de verantwoordelijkheid te nemen. Volgens de zorgaanbieder heeft de thuishulp een kapotte emmer gekregen waardoor dit gebeurd is. De cliënte vindt het overduidelijk dat de zorgaanbieder de klacht in behandeling heeft genomen en ze daarom ontvankelijk is in haar klacht. De zorgaanbieder stelt dat de interne klachtenprocedure niet is doorlopen en dat de cliënte daarom niet-ontvankelijk is in haar klacht. De commissie oordeelt dat de klacht is ingediend bij de zorgaanbieder en de echtgenoot van de cliënte een mail heeft gestuurd waarin gevraagd is om een onafhankelijke klachtenfunctionaris. De zorgaanbieder heeft die toegewezen, maar heeft aangegeven dat de kosten hiervan voor de cliënte zijn. In deze mail wordt ook verwezen naar de commissie. De echtgenoot heeft vervolgens laten weten hiervan af te zien en naar de geschillencommissie te gaan. Hieruit concludeert de commissie dat de klacht is voorgelegd aan de zorgaanbieder. De klacht is ontvankelijk.

Volledige uitspraak

in het geschil tussen

[naam cliënte], wonende te [woonplaats]

en

Tzorg, gevestigd te Uden
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de cliënte in haar klacht ontvankelijk is.

De Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 10 maart 2022 te Utrecht.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het niet erkennen van aansprakelijkheid door de zorgaanbieder voor gemaakte schade.

Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 10 december 2021 heeft de thuishulp van de cliënte een emmer water laten vallen op de laminaatvloer die daardoor is beschadigd. Volgens het contract is de zorgaanbieder verzekerd voor zulke gevallen, maar de zorgaanbieder probeert om onder zijn verantwoordelijkheid uit te komen door te stellen dat een ondeugdelijke emmer waarvan het handvat los zou zitten aan de hulp is gegeven. In ieder geval aanvaardt de zorgaanbieder geen aansprakelijkheid. De schade aan de vloer is begroot op € 1.605,–. Er is een eigen risico van € 200,– maar er is ook een clausule dat de schade volledig wordt vergoed bij opzet van leidinggevenden waarvan de cliënte vindt dat hier sprake van is. De cliënte vindt dat de zorgaanbieder aansprakelijk is en moet betalen.

Voor wat betreft de stelling van de zorgaanbieder dat de cliënte niet ontvankelijkheid is in haar klacht, stelt de cliënte dat dit niet aannemelijk is, omdat het toch overduidelijk is dat de klacht door de zorgaanbieder in behandeling is genomen.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De zorgaanbieder heeft zich in zijn schriftelijk verweerschrift primair op het standpunt gesteld dat de cliënte niet ontvankelijk is in haar klacht gelet op artikel 6 lid 1 sub a van het reglement van de commissie, waarin is bepaald dat de commissie op verzoek van de zorgaanbieder de cliënt niet-ontvankelijk verklaart indien hij zijn klacht niet eerst bij de zorgaanbieder heeft ingediend. De zorgaanbieder stelt dat de interne klachtenprocedure bij de zorgaanbieder niet is doorlopen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit de bij de commissie bekende stukken heeft de commissie kunnen afleiden dat de klacht/schade bij de zorgaanbieder is ingediend op 10 december 2020 en de schadeclaim op 14 juni 2021 door de zorgaanbieder is afgewezen. Vervolgens heeft de (echtgenoot van de) cliënte bij e-mail van 27 juni 2021 aan de zorgaanbieder gevraagd om een onafhankelijk klachtenfunctionaris, deze wordt toegewezen door de zorgaanbieder. Echter de zorgaanbieder stelt voorts in een e-mail van 13 juli 2021 dat de kosten die hieraan zijn verbonden door de cliënte zelf gedragen moeten worden. Verderop in de mail wordt de cliënte, indien zij geen gebruik wenst te maken van de onafhankelijke klachtenfunctionaris, doorverwezen naar de website van de geschillencommissie. In de reactie hierop van de echtgenoot van de cliënte wordt aangegeven dat de cliënte geen gebruik wenst te maken van de klachtenfunctionaris nu zij hiervan zelf de kosten moet dragen en wordt aangegeven dat zij zich zal wenden tot de geschillencommissie.

Gelet op deze gang van zaken en met name de verwijzing van de zorgaanbieder zelf naar de geschillencommissie in de e-mail van 13 juli 2021 staat voor de commissie vast dat de klacht in de
vorm van een schadeclaim bij de zorgaanbieder is gemeld en derhalve geen sprake kan zijn van
niet-ontvankelijkverklaring van de klacht op grond van artikel 6 lid 1 sub a van het reglement.

Op grond van het voorgaande is de cliënte ontvankelijk in de klacht.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de cliënte in de klacht ontvankelijk.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg, bestaande uit
de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw mr. M.B. van Leusden-Donker, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 10 maart 2022.