Klacht over slijtage van bankbekleding na zeven jaar ongegrond verklaard

  • Home >>
  • Wonen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: (non)conformiteit / Deskundigenonderzoek    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 237716/244707

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De zaak betreft een geschil over de slijtage van de bekleding van een bank, die in 2017 door de consument werd aangeschaft voor € 2.976,-. De consument klaagt dat de bekleding van twee elementen na zeven jaar versleten is en verwacht een langere levensduur van de stof. Hij verzoekt de ondernemer om een redelijke tegemoetkoming voor de vervanging van de bekleding. De ondernemer heeft geen standpunt ingediend, maar een deskundige heeft geconstateerd dat de slijtage door normaal gebruik is ontstaan en dat de bank naar behoren was geleverd. De commissie oordeelt dat de consument niet voldoende heeft aangetoond dat de slijtage het gevolg is van een gebrek in het product en wijst de klacht als ongegrond af.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 9 februari 2017 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De
ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een uit vijf elementen bestaande bank, type
Remco, tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 2.976,–.

De levering vond plaats op of omstreeks 9 juli 2017.

Het geschil betreft de vraag of de bekleding van de geleverde bank voldoet aan de eisen, die de
consument eraan mag stellen.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.

De bank is geleverd in 2017. Na zeven jaar is de bekleding van een aantal elementen versleten. De
consument mag toch verwachten dat de bekledingsstof van een bank langer mee gaat dan zeven jaar. De
ondernemer is niet bereid de consument op enigerlei wijze tegemoet te komen.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De deskundige heeft niets specifieks gezegd over de oorzaak van de slijtage. Het duurde erg lang voordat
er contact was met de ondernemer. Toen was de enige mededeling dat de ondernemer niets voor de
consument kon doen. Aanvankelijk is ook helemaal geen contact opgenomen. De eerste keer dat de
consument contact probeerde te krijgen met de ondernemer was de omvang van de slijtage nog niet zo
erg, later is dat veel erger geworden. De consument heeft een vaste plek op de bank, maar die vaste plek
is ook wel eens gewisseld.

De consument verlangt een redelijke tegemoetkoming in de vervanging van de stof van de twee versleten
elementen.

Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar
te maken.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang,
het volgende vastgesteld.

De klacht is ontstaan door gebruik en de deskundige heeft geen afwijkingen kunnen ontdekken aan zowel
elementen, vulling, stoffering als aan de bekleding zelf. Er is geleverd wat besteld is voor zover het na
zeven jaar controleerbaar is.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer heeft de betreffende elementen in 2017 geleverd. De door de ondernemer verleende
garantie is inmiddels verstreken.

Volgens de consument voldoet de bekledingsstof van de twee versleten elementen echter niet aan de
eisen, die een consument eraan mag stellen. De geleverde elementen zouden non-conform zijn.
De consument doet een beroep op non-conformiteit. Als een afwijking kort na levering optreedt, bij een
koopovereenkomst uit 2017 binnen zes maanden, geldt dat vermoed wordt dat een afwijking het gevolg is
van een fout in het product. Na die termijn is het echter aan de consument om tenminste aannemelijk te
maken dat de afwijking het gevolg is van een gebrek aan het geleverde product. Dat betekent in dit geval
dat van de consument verwacht wordt dat tenminste aannemelijk gemaakt wordt dat de slijtage van de
bekledingsstof het gevolg is van de levering van een gebrekkig product.

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft gerapporteerd dat hij geen afwijkingen heeft
kunnen ontdekken en dat, voor zover hij kan nagaan, geleverd is wat besteld is.

Daar tegenover heeft de consument ook niet op een andere manier aannemelijk gemaakt dat er fouten
zaten in de bekledingsstof. Het enkele feit dat de stof versleten is, is daarvoor niet voldoende.

Op grond daarvan is de commissie van oordeel dat niet aannemelijk is dat de ondernemer een gebrekkig
product geleverd heeft.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, J.E.
Lübbers en mr. P. P. van der Neut, leden, op 6 juni 2024.