Klachten zijn onvoldoende onderbouwd. Intrekkingskosten verschuldigd.

De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Kosten    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK07-0124

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de door de ondernemer in rekening gebrachte intrekkingskosten bij beëindiging van de opdracht.

Door de consument is een bedrag van € 500,– in depot gestort bij de commissie.
 
Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer heeft zich niet ingezet. Hij reageerde niet op mijn mails.
Hij nam kijkers wel mee naar de woning van de buren die hij ook in verkoop had maar niet naar onze woning.
Op onze suggestie dat we de opdracht wilden intrekken kwam geen reactie.
Wij vinden dat wij schade hebben en dat de ondernemer geen aanspraak hoort te hebben op de gemaakte kosten en 10 % van de courtage volgens contract waarvoor wij een rekening kregen.
 
Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer voert aan dat er geen onderbouwing is gegeven van de klacht dat hij zich niet zou hebben ingezet.
Hij betwist dat er onvoldoende gecommuniceerd is onder verwijzing naar mailwisselingen en telefoongesprekken.
Het lage aantal bezichtigingen is de ondernemer niet aan te rekenen en hij bestrijdt dat hij de verkoper van de andere woning in dezelfde straat zou hebben bevoordeeld. De woningen – een tussenwoning en een hoekwoning – zijn niet vergelijkbaar.
De ondernemer stelt dat de consument vrij is de opdracht in te trekken doch dat dan wel de overeengekomen kosten verschuldigd zijn.
Volgens de ondernemer heeft de consument een bedrag van € 117,97 op de nota van € 617,97 betaald en heeft hij toegezegd ook het restant te betalen.
 
Beoordeling van het geschil

De commissie stelt vast dat de klachten van de consument slechts zeer summier zijn uiteengezet en dat feitelijke onderbouwing ontbreekt.
De klachten zijn, na het door de ondernemer in de schriftelijke fase van de behandeling en het daarna ter zitting, gevoerde verweer niet nader door de consument toegelicht.
In die omstandigheden moet worden geconcludeerd dat de gemaakte verwijten, als onvoldoende onderbouwd, niet op hun feitelijke juistheid zijn te toetsen en daarmee niet zijn komen vast te staan. De klacht is om die reden ongegrond. 
Derhalve wordt als volgt beslist.
 
Beslissing

De commissie verklaart de klacht ongegrond.

Het in depot gestorte bedrag van € 500,– dient aan de ondernemer te worden voldaan.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 20 februari 2008.