Klachtenfunctionaris mag medische informatie inzien op basis van veronderstelde toestemming

De Geschillencommissie




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: -    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 59432/129027

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënt stelt dat de chirurg hem niet goed heeft behandeld. Tijdens een afspraak heeft de chirurg geroddeld over het personeel van de zorgaanbieder en de cliënt niet de resultaten gegeven van de MRI-scan. Ook heeft de chirurg een diagnose gemist en niet aangegeven wat de vervolgstappen zijn in zijn behandeling. Daarnaast heeft de chirurg het beroepsgeheim geschonden door medische informatie, zonder toestemming van de cliënt, te delen met de klachtenfunctionaris. De cliënt eist een schadevergoeding. Volgens de zorgaanbieder is de afspraak met cliënt telefonisch afgezegd vanwege een personeelstekort en een spoedgeval in een ander ziekenhuis. De cliënt kwam toch opdagen en de chirurg heeft hem toen toch te woord gestaan en de bevindingen van het onderzoek besproken. Aan de cliënt is verteld dat de chirurg geen orthopedische behandelmogelijkheden heeft. Dit is ook aan de huisarts gecommuniceerd. Op basis van het klachtenreglement kan de klachtenfunctionaris medische informatie inzien. De commissie oordeelt dat de chirurg zorgvuldig heeft gehandeld en de cliënt goed heeft geïnformeerd. Volgens de richtlijn van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunde (KNMG) mag de klachtenfunctionaris medische informatie inzien op basis van veronderstelde toestemming, zoals bij het indienen van een klacht. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

In het geschil tussen

[Cliënt], die woont in [woonplaats]

en

Stichting Christelijk Algemeen Ziekenhuis Noordwest-Veluwe, gevestigd in Harderwijk
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 4 februari 2022 in Zwolle.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Onderwerp van het geschil
Het geschil valt in twee klachtonderdelen uiteen.

Klacht één gaat over de medische behandeling van de klachten van de cliënt door de orthopedisch chirurg.

Klacht twee betreft het delen van medische informatie en de vraag of de zorgaanbieder daarvoor toestemming had moeten vragen aan de cliënt.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt heeft op 21 februari 2020 een gesprek gehad met de orthopedisch chirurg. De cliënt had verwacht dat hij tijdens dat gesprek op de hoogte zou worden gesteld van de bevindingen uit het MRI-onderzoek naar zijn heupklachten. Dat is niet gebeurd. De orthopedisch chirurg heeft de cliënt enkel onprofessioneel te woord gestaan door te roddelen over het personeel van de zorgaanbieder. De cliënt heeft niet te horen gekregen wat uit het MRI-onderzoek naar voren is gekomen of wat de bevindingen van de orthopedisch chirurg zijn. Ook tast de cliënt in het duister wat het vervolgbeleid is ten aanzien van zijn medische klachten. De cliënt is van mening dat de zorgaanbieder een diagnose heeft gemist en daarom een wanprestatie heeft geleverd.

De cliënt heeft over deze gang van zaken een klacht ingediend bij de zorgaanbieder. De klacht is in behandeling genomen door de klachtenfunctionaris. De cliënt heeft aan de klachtenfunctionaris geen toestemming verleend om inzage te krijgen in zijn medische dossier. Niettemin kon de klachtenfunctionaris precies vertellen wat er uit het MRI-onderzoek naar voren is gekomen. De cliënt concludeert daaruit dat de klachtenfunctionaris zonder zijn toestemming inzage heeft gehad in zijn medische dossier. Bovendien is medische informatie naar een onjuist adres verzonden per post.

Al met al meent de cliënt dat hij aanspraak maakt op een schadevergoeding van de zorgaanbieder ter hoogte van € 25.000,–.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De zorgaanbieder heeft toegelicht dat zij de cliënt telefonisch heeft meegedeeld dat de afspraak op 21 februari 2020 niet kon doorgaan, omdat er te weinig ondersteunend personeel was. Bovendien was de orthopedisch chirurg opgeroepen voor een spoedgeval in een ander ziekenhuis. De cliënt kwam desondanks en onverwacht toch opdagen. Ondanks dat de afspraak was geannuleerd, heeft de orthopedisch chirurg de cliënt toch te woord gestaan en haar bevindingen uit het medisch onderzoek gedeeld. De heupklachten konden niet verklaard worden vanuit een mogelijk labrumletsel. De orthopedisch chirurg zag geen orthopedische behandelmogelijkheden. Dit alles heeft de orthopedisch chirurg meegedeeld aan de cliënt. Ook de huisarts is geïnformeerd via een brief.

Van schending van de privacyregels is volgens de zorgaanbieder geen sprake. De cliënt heeft een klacht ingediend bij de klachtenfunctionaris. Dan treedt het klachtenreglement in werking. Op basis van dat reglement heeft de klachtenfunctionaris de bevoegdheid om medische informatie in te zien. Dat doet de klachtenfunctionaris overigens alleen in gevallen als deze, waarin een klacht wordt ingediend over het medisch handelen van een medewerker van de zorgaanbieder.

Beoordeling van het geschil
De commissie verklaart de klachten ongegrond en wijst het verzoek om een schadevergoeding af. Daartoe heeft de commissie het volgende overwogen.

De Nederlandse taal is de procestaal bij de commissie.
De cliënt heeft zijn aanvankelijke klacht bij de commissie in de Engels taal ingediend. Daarop heeft de commissie de cliënt geïnformeerd dat de commissie geschillen in het Nederlands behandelt. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 februari 2022 had de cliënt geen tolk meegenomen, hoewel hij tevoren erop was gewezen dat dit zijn verantwoordelijkheid is. De eventuele consequenties daarvan komen voor rekening van de cliënt.

Ten aanzien van de klacht inzake het medisch handelen.
De zorgaanbieder heeft twee brieven aan de huisarts overgelegd. In de brief van 7 januari 2020 beschrijft de orthopedisch chirurg de aanleiding voor het consult, een (summiere) anamnese en een lichamelijk onderzoek. De orthopedisch chirurg laat een MRI arthro van de linkerheup uitvoeren, wat op 17 januari 2020 is uitgevoerd. In de brief aan de huisarts van 21 februari 2020 beschrijft de orthopedisch chirurg dat zij de uitslag van het MRI-onderzoek aan de cliënt heeft meegedeeld en dat zij geen behandelopties heeft.

De commissie is van oordeel dat de cliënt zijn klacht dat de orthopedisch chirurg onvoldoende onderzoek heeft verricht dan wel een diagnose zou hebben gemist, onvoldoende onderbouwt, mede gelet op de beschrijving in de brieven aan de huisarts. De cliënt laat ook in het midden welk onderzoek de orthopedisch chirurg aanvullend had moeten verrichten, dan wel welke verklaring voor zijn medische klachten alsnog zijn geconstateerd. Gelet op het verrichte onderzoek acht de commissie het bovendien niet aannemelijk dat de orthopedisch chirurg haar bevindingen en conclusies niet zou hebben meegedeeld aan de cliënt op 21 februari 2020. De commissie kan dat in ieder geval niet enkel aannemen op basis van hetgeen de cliënt daarover zegt. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond.

Ten aanzien van de inzage in het medisch dossier.
Bij de beoordeling van dit klachtonderdeel staat centraal de vraag of de orthopedisch chirurg zonder toestemming van de cliënt informatie mocht geven over de uitkomst van het MRI-onderzoek aan de klachtenfunctionaris. Die vraag beantwoordt de commissie bevestigend.

Op grond van artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek moet de hulpverlener ervoor zorgdragen dat aan anderen dan de patiënt geen informatie over de patiënt wordt verstrekt zonder diens toestemming. De geheimhouding beoogt niet alleen de belangen van de patiënt te beschermen maar ook het algemeen, maatschappelijk belang van de toegankelijkheid van de zorg. Dat wil zeggen: een ieder moet zich vrij voelen om zich tot hulpverleners te wenden zonder ervoor beducht te hoeven zijn dat hun gegevens, die zij in vertrouwen verstrekken, met derden worden gedeeld. Op het beroepsgeheim kan slechts inbreuk worden gemaakt als de patiënt daartoe zijn toestemming heeft gegeven dan wel als er voldoende concrete aanwijzingen bestaan dat door het beroep van de hulpverlener op het beroepsgeheim een ander zwaarwegend belang zou kunnen worden geschaad. Dat volgt onder meer uit een uitspraak van de Hoge Raad van 20 april 2001 (te vinden op rechtspraak.nl met kenmerk ECLI:HR:2001:AB1210). Als uitzondering op het beroepsgeheim geldt verder het geval dat op grond van concrete aanwijzingen de toestemming van de patiënt moet worden verondersteld. In de richtlijn van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) “Omgaan met medische gegevens” is beschreven wanneer van veronderstelde toestemming mag worden uitgegaan. De inbreuk op het beroepsgeheim mag tot slot niet verder gaan dan het belang van degene die om inzage/afschrift verzoekt rechtvaardigt.

In dit geval heeft de klachtenfunctionaris de orthopedisch chirurg gevraagd om informatie over haar behandeling van de cliënt. Daarmee is het beroepsgeheim in het geding. Maar het gaat om een klacht over de orthopedisch chirurg. Voor haar reactie op de klacht is het nodig om medische gegevens te verstrekken. Voornoemde richtlijn van de KNMG vermeldt in artikel 5.7.1 daarover dat, zolang een klacht door een klachtenfunctionaris wordt behandeld, de medische gegevens van een patiënt op grond van diens veronderstelde toestemming door de klachtenfunctionaris worden gebruikt. Dat betekent dat er een veronderstelde toestemming geldt als de klachtenfunctionaris een klacht in behandeling heeft. De inbreuk op het beroepsgeheim is verder alleen dan gerechtvaardigd voor zover inzage in het medisch dossier vereist is voor de behandeling van de klacht. Dat was hier aan de orde, aangezien de klacht zag op het medisch handelen van de orthopedisch chirurg.

De commissie is gelet op voorgaande van oordeel dat de orthopedisch chirurg niet in strijd heeft gehandeld met het recht van de cliënt op bescherming van zijn gegevens. Dat neemt niet weg dat het aan te bevelen is dat de klachtenfunctionaris wijst op de mogelijkheid dat de zorgverleners om medische informatie aangaande de klacht wordt gevraagd, zeker in een geval als dit waar geen bijzondere spoed aanwezig was.

Verzending per post.
De klachtenfunctionaris heeft verteld dat zij de vertrouwelijke informatie aan de cliënt heeft gestuurd per post, maar dat de cliënt zijn adreswijziging niet (op tijd) had doorgegeven. Daardoor kon het gebeuren dat medische gegevens naar een door cliënt zonder melding aan de zorgaanbieder verlaten adres zijn verstuurd. De commissie is van oordeel dat dit de zorgaanbieder niet valt toe te rekenen.

Al met al is dit klachtonderdeel daarom ook ongegrond.

De slotsom
Beide klachtonderdelen zijn ongegrond. Daarom wordt het verzoek van de cliënt om schadevergoeding afgewezen.

Beslissing
Het door de cliënt verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mr. M.M. Verhoeven, voorzitter,
dr. H. Mencke, mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mr. C.J.H. Terwal, secretaris, op 4 februari 2022.