Commissie: Verpleging Verzorging en Geboortezorg
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: ontvankelijkverklaring
Uitkomst: ontvankelijk
Referentiecode:
93431/120557
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënt heeft een klacht ingediend tegen de zorgaanbieder. Volgens de zorgaanbieder is de cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht omdat de cliënt de klacht niet binnen de 12-maanden termijn aan de commissie heeft voorgelegd. Ook omdat de cliënt geen nieuwe feiten en omstandigheden heeft gepresenteerd om aan te nemen dat dat de Klachtencommissie, die de klacht eerder heeft beoordeeld, een onjuist oordeel heeft gegeven. Er is volgens de zorgaanbieder geen reden waarom de commissie de klacht opnieuw zou moeten beoordelen. De commissie oordeelt dat de klachtenprocedure die bij de Klachtencommissie is gevoerd, losstaat van een geschillenprocedure bij de Geschillencommissie. De commissie kan geen oordeel geven over een beslissing van de Klachtencommissie. De cliënt heeft zijn klachten aan de zorgaanbieder voorgelegd, de klachtenprocedure doorlopen en is niet tevreden over de oplossing van zijn klachten door de zorgaanbieder. De cliënt is ontvankelijk in zijn klacht.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [woonplaats]en
[Naam zorgaanbieder], gevestigd te [woonplaats] gemachtigde: [naam].Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Vrijgevestigde GGZ praktijken (verder te noemen: de commissie) heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 december 2021 te Amsterdam.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Beoordeling van de ontvankelijkheid
De commissie dient eerst te beoordelen of cliënt in zijn klacht kan worden ontvangen nu de zorgaanbieder in haar verweer het standpunt heeft ingenomen dat cliënt niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn klachten. Daartoe heeft de zorgaanbieder het volgende aangevoerd.
1. De zorgaanbieder stelt dat de cliënt bij de Klachtencommissie niet ontvankelijk had moeten worden verklaard. Op grond van artikel 18 lid 2 Reglement NVP en NVGzP had cliënt een jaar de tijd om de klacht in te dienen na de dag waarop de cliënt kennis heeft gekregen van de gedraging. Hij heeft die termijn ongebruikt laten verlopen. Er is sprake van een zeer ruime, niet verschoonbare termijnoverschrijding. Dit betekent naar het oordeel van de zorgaanbieder dat de uitspraak van de Klachtencommissie moet worden vernietigd en cliënt alsnog niet ontvankelijk moet worden verklaard.
2. Bovendien is er geen sprake van een geschil dat op grond van artikel 3 lid 2 Reglement van de Geschillencommissie Vrijgevestigde GGZ Praktijken door een cliënt aan de commissie kan worden voorgelegd. Cliënt lijkt zijn klacht te gronden op artikel 3 sub b, maar van een klacht die door de zorgaanbieder in onvoldoende mate is opgelost is geen sprake. De klacht die cliënt aan de commissie heeft voorgelegd is geheel gelijkluidend aan de klacht die hij had ingediend bij de Klachtencommissie. De Klachtencommissie is na uitvoerig hoor en wederhoor tot een oordeel gekomen. Cliënt vraagt bij de Geschillencommissie om de klacht opnieuw te bekijken. Het had op de weg van cliënt gelegen om feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit moet volgen dat de Klachtencommissie een onjuist oordeel heeft gegeven. Deze toelichting ontbreekt. De zorgaanbieder stelt dat ook op deze gronden cliënt niet ontvankelijk is.
De commissie overweegt als volgt.
De opvatting van de zorgaanbieder dat de geschillenprocedure bij de commissie moet worden opgevat als een beroepsprocedure tegen een beslissing van de Klachtencommissie, waarbij nieuwe beroepsgronden moeten worden aangevoerd, berust op een misvatting. De commissie is geen beroepsinstantie. De klachtenprocedure die bij een Klachtencommissie is gevoerd staat geheel los van de geschillenprocedure. De commissie kan zich niet uitlaten over een beslissing die door een Klachtencommissie is genomen.
Alvorens een geschil bij de commissie aanhangig te maken dient een cliënt zijn klacht eerst aan de zorgaanbieder kenbaar te maken en de interne klachtenprocedure te doorlopen tenzij dit van hem in redelijkheid niet kan worden verlangd.
Ingevolge artikel 3. 2. sub b. van het reglement van de commissie kan een geschil vervolgens door een cliënt aan de commissie worden voorgelegd indien de klacht door de zorgaanbieder in onvoldoende mate is opgelost.
Vast is komen te staan dat cliënt zijn klachten aan de zorgaanbieder heeft voorgelegd, de klachtenprocedure heeft doorlopen en dat hij kennelijk niet tevreden is over de wijze waarop zijn klachten door de zorgaanbieder zijn opgelost.
De commissie verklaart cliënt gezien het vorenstaande ontvankelijk in zijn klachten.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart cliënt ontvankelijk in zijn klachten.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Vrijgevestigde GGZ praktijken, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. T. Knap, de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 21 december 2021.