Klager niet-ontvankelijk door het te laat indienen van haar klacht bij de commissie

De Geschillencommissie




Commissie: Vastgoedprofessionals    Categorie: Klachttermijn / niet ontvankelijk / Reglement    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Niet-Ontvankelijkheidverklaring   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 236135/252824

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over? 

De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen beklaagde en klager betreffende de verkoop van een woning. Klager stelt zich op het standpunt dat beklaagde zijn zorgplicht als makelaar heeft geschonden. Dit heeft voor een geschil gezorgd tussen koper en verkoper van de woning. De beklaagde doet een beroep op niet-ontvankelijkheid van de commissie. De commissie beslist als volgt. Uit artikel 4 lid 3 van het Reglement tuchtcommissie vastgoedprofessionals moet een klacht, na reactie van de beklaagde, binnen drie maanden ingediend worden bij de commissie. De klager heeft dit termijn overschreden, de commissie verklaart de klacht dan ook niet-ontvankelijk.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil

In het kort ziet de klacht van klager op het handelen van beklaagde als verkopend makelaar bij de verkoop van zijn woning. Klager stelt dat beklaagde daarbij zijn zorgplicht als makelaar heeft geschonden, als gevolg waarvan klager een geschil heeft gekregen met de koper van zijn woning en hij door de koper aansprakelijk is gesteld.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie dient in deze zaak eerst te beoordelen of klager ontvankelijk is in zijn klacht, nu beklaagde in zijn verweerschrift uitdrukkelijk een beroep heeft gedaan op niet-ontvankelijkheid, onder verwijzing naar artikel 4 van het Reglement tuchtcommissie vastgoedprofessionals (hierna: het reglement).

In het reglement heeft de commissie onder andere bepaald aan welke vereisten dient te worden voldaan bij het indienen van een klacht. Zo volgt uit het reglement dat een klacht eerst moet worden voorgelegd aan een beklaagde, voordat de klacht bij de commissie kan worden ingediend (artikel 1 lid 1). Een beklaagde moet binnen één maand op die klacht reageren (artikel 4 lid 2). Vervolgens moet de klager zijn klacht binnen drie maanden voorleggen aan het Klachtenloket Vastgoedprofessionals (hierna: het klachtenloket) (artikel 4 lid 3). In de zaak die nu voorligt is aan de eerste twee vereisten voldaan, maar aan het derde vereiste niet. De commissie licht dat als volgt toe.

Klager heeft zijn klacht op 8 februari 2023 bij de beklaagde ingediend, via zijn toenmalige gemachtigde. Op 3 maart 2023 is daar namens de beklaagde op gereageerd. Nadien heeft de toenmalige gemachtigde daar op 16 maart 2023 een inhoudelijke reactie op gegeven, met daarbij de mededeling dat klager een klacht zou gaan indienen bij de branche. Het had vervolgens op de weg van klager gelegen om zijn klacht binnen drie maanden na 3 maart 2023 bij het klachtenloket in te dienen. Dit heeft hij niet gedaan, waardoor de voornoemde termijn van drie maanden is overschreden. De consequentie hiervan is dat klager niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4 lid 3 van het reglement.

Klager heeft er nadien voor gekozen om zijn klacht nogmaals bij de beklaagde neer te leggen, namelijk op 31 juli 2023. Ditmaal heeft hij de klacht zelfstandig ingediend, dus zonder zijn gemachtigde, waarna hij de klacht vervolgens op 17 oktober 2023 bij het klachtenloket heeft ingediend. De commissie is van oordeel dat klager de reeds ingetreden termijnoverschrijding niet kan ‘repareren’ door nogmaals een (zelfde) klacht bij de beklaagde in te dienen en ditmaal wél binnen drie maanden de klacht voor te leggen aan het klachtenloket.

Aangezien klager niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4 lid 3 van het reglement, zal de commissie klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn klacht. Het reglement biedt in bijzondere gevallen ruimte om een klacht aan de commissie voor te leggen, zonder dat een klacht op de juiste wijze is aangebracht, maar van een dergelijke bijzondere situatie is de commissie in deze zaak niet gebleken (artikel 5 lid 2). Gezien het voorgaande zal klager niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn klacht. Dat betekent dat de commissie niet toekomt aan de inhoudelijke behandeling van de klacht. Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De klager wordt in de klacht niet-ontvankelijk verklaard vanwege het overschrijden van de termijn waarbinnen hij zijn klacht had moeten voorleggen aan het Klachtenloket Vastgoedprofessionals.

Aldus beslist door de Tuchtcommissie Vastgoedprofessionals, bestaande uit mevrouw mr. P.A.M. Miltenburg, voorzitter, de heer J. Weide, de heer mr. F.W.W.M. Govers, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. N. Sewradj, secretaris, op 19 juli 2024.