Makelaar dient maatregelen te nemen dat verhuurder een betrouwbare huurder krijgt

De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Overig    Jaartal: 2010
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK08-0239

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de bemiddeling bij de totstandkoming van een huurovereenkomst.   De consument heeft in februari 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Opmerking vooraf: uit de toelichting van partijen blijkt dat de woning waarom het gaat eigendom is van [naam eigenaar woning], wonende te Australië, die de Nederlandse taal niet beheerst. De consument is haar eveneens in Australië wonende vader die zo nu en dan op familiebezoek in Nederland komt en bij die gelegenheid zich namens zijn dochter heeft bemoeid met het tot stand komen van de huurovereenkomst en met het indienen van deze klacht. Dientengevolge wordt het standpunt van de consument hierna telkens in de eerste persoon meervoud (“wij”) weergegeven, terwijl het pand feitelijk eigendom is van de dochter en het woord wordt gedaan door de vader.   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Door tussenkomst van de ondernemer hebben wij onze woning verhuurd. Na enige tijd bleek daarin een wietplantage te zijn gevestigd. Wij hebben daardoor grote schade geleden. In verband met het feit dat wij in Australië wonen moeten wij ons bij dit soort zaken geheel op de ondernemer verlaten.   Deze is tekort geschoten. Hij heeft verzuimd in het huurcontract op te nemen dat het verboden is een hennepplantage te vestigen; elke huurrechtspecialist weet dat je dit tegenwoordig op moet nemen. Hij heeft verzuimd via Internet deze huurder na te screenen. Bij mijn naspeuringen bleek dat deze persoon genoemd wordt in verband met criminele activiteiten. Hij heeft verzuimd na te gaan of deze huurder kon betalen.   De consument verlangt vergoeding van de schade.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   In het standaard huurcontract van de NVM staat geen bepaling over hennepplantages, maar het is ook niet doenlijk om voor alle dingen die je niet mag doen een uitdrukkelijk verbod op te nemen. Anders dan de consument zegt is dit niet gebruikelijk.   Wel is gebruikelijk na te gaan of een huurder goed is voor zijn geld. Vaak wordt dan een werkgeversverklaring gevraagd, of als het – zoals in dit geval – om een zelfstandige gaat om een verklaring van de boekhouder. Die hebben wij gevraagd en gekregen. Het was iemand uit de bouw, een betonvlechter. Ik had daar geen bedenkingen bij. Tegenwoordig wordt wel vaker nagegaan via [naam website] – of via de website [naam website] – of er van iemand iets bekend is, en dat hebben wij nu ook gedaan. Daar kwam niets uit. Ook als ik daar nu op zoek, komt er bij deze huurder niets uit. Het komt wel voor, dat wij – ook al ziet alles op papier er goed uit – geen goed gevoel hebben bij een bepaalde huurder, en dat zeggen wij dan ook tegen de klant. Wij streven er ook naar dat de verhuurder en huurder elkaar een keer ontmoeten; ook in dit geval heeft de vader die huurder ontmoet, maar ook hij had geen bedenkingen.   De huurder had niet zelf een hennepplantage, maar de ruimte onderverhuurd aan iemand anders. Dat is volgens het huurcontract niet toegestaan.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   In de huurovereenkomst staat dat de huurder het gehuurde dient te gebruiken overeenkomstig de bestemming. Het is niet reëel te verlangen dat in de huurovereenkomst een expliciet verbod wordt opgenomen voor alle denkbare gedragingen waarvan de verhuurder begrijpelijk niet wenst dat deze daar worden uitgevoerd. Het is ook niet nodig, want indien een woonruimte wordt verhuurd als woonruimte en de huurder (of onderhuurder) pleegt daarin een ernstig misdrijf door daarin een hennepplantage in te richten, dan kan dit ook zonder expliciet verbod in de huurovereenkomst leiden tot ontbinding. De consument stelt ook niet welk nadeel hij heeft geleden door het ontbreken van dit verbod. Het is niet waarschijnlijk dat degenen die de hennepplantage hebben ingericht daarvan zouden zijn weerhouden door het opnemen van zo’n verbod.   Wat het screenen betreft: met kennis achteraf valt altijd wel toe te lichten waarom deze huurder niet geaccepteerd had mogen worden. Waar het echter om gaat is of de makelaar vooraf de redelijkerwijze van hem te verlangen maatregelen heeft genomen om ervoor te zorgen dat de verhuurder een betrouwbare huurder kreeg, maar een garantie houdt dat niet in. De ondernemer heeft toegelicht dat de huurder financieel is gescreend, dit is niet weersproken, en meer kan van de ondernemer niet verwacht worden. Hetzelfde geldt voor het nagaan van de criminele antecedenten; de mogelijkheden daartoe zijn voor een particulier beperkt en van een makelaar kan niet verlangd worden dat deze voor elke huurder een detectivebureau inschakelt.   Mitsdien valt niet in te zien dat de ondernemer fouten heeft gemaakt, hoe onaangenaam de gebeurtenissen voor de consument ook zijn geweest.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 8 juli 2009.