
Commissie: Makelaardij
Categorie: Conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
MAK07-0131
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de kwaliteit van de door de ondernemer verleende diensten uit hoofde van de bemiddelingsovereenkomst bij aankoop van een woning. Door de consument is een bedrag van € 5.429,38 in depot gestort bij de commissie. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft in strijd met mijn instructie een eerste bod van € 325.000,– uitgebracht in plaats van € 335.000,–. Ik had hierdoor de transactie kunnen mislopen. Bij de tweede bezichtiging van het later gekochte pand kwam een vervanger voor de ondernemer mee. Ik heb geen behoorlijke uitleg daarvoor gehad. Ik ben niet op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen na het sluiten van de koop. Ik heb tenminste drie keer telefonisch geïnformeerd naar de schriftelijke koopovereenkomst en telkens kreeg ik van de medewerkster van de ondernemer hetzelfde antwoord, nl. dat men de akte van de verkopende makelaar nog niet ontvangen had. Ik heb toen op 22 augustus 2007 contact gezocht met die verkopende makelaar en van hem vernam ik dat de akte juist die dag was toegestuurd aan de ondernemer. Ik heb de ondernemer de volgende dag bericht dat ik niet langer van zijn diensten gebruik zou maken en ik heb in rechtstreeks overleg met de verkopende makelaar de transactie afgewikkeld. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het is juist dat er bij het eerste bod een vergissing is begaan. De consument heeft daarvan echter geen nadeel ondervonden. De verkopende makelaar is volgens vast gebruik degene die de koopakte opstelt. Het is niet ongewoon dat daar een week mee gemoeid is. In dit geval ontving ik de akte in concept op 14 augustus 2007, slechts enkele uren nadat we de consument per mail hadden laten weten nog geen akte te hebben ontvangen. Het concept moest vervolgens worden aangepast hetgeen lang duurde omdat de cliënt van de verkopende makelaar ziek werd. Op 23 augustus 2007 heeft de consument de overeenkomst ontbonden. Wij hebben uit coulance aangeboden de nota te beperken tot een bedrag van € 4.000,–. Beoordeling van het geschil De commissie stelt vast dat van zodanige tekortkoming aan de kant van de ondernemer, dat ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd was, geen sprake is. In de kern gaat het er (slechts) om dat de consument in het ongewisse is geweest over de redenen voor het uitblijven van de koopakte tussen 8 augustus 2007, de datum van mondelinge overeenstemming, en 22 augustus 2007, de datum waarop hij van de verkopende makelaar duidelijkheid kreeg. De ondernemer had hier wel een informatieplicht waaraan niet naar behoren is voldaan. Vooral gelet op het feit dat de ondernemer zelf van oordeel is dat er sprake is geweest van miscommunicatie van zijn kant en hij voor het aanhangig maken van het geschil een aanbod heeft gedaan korting te verlenen, ziet de commissie aanleiding te beslissen dat enige korting op zijn plaats is. Gelet op alle omstandigheden van het geval wordt die korting gesteld op € 429,38. Nu de ondernemer een (meer dan passend) aanbod voor het aanhangig maken van het geschil heeft gedaan is er geen grond voor toekenning van een vergoeding van het klachtgeld. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart de klacht deels gegrond en bepaalt dat de consument aanspraak heeft op een korting hetgeen verschuldigd is tot een bedrag van € 429,38 welk bedrag zal worden betaald uit het depot. Het restant van het depot van € 5.000,– zal worden voldaan aan de ondernemer. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij op 20 februari 2008.