Commissie: Makelaardij
Categorie: Financieel onderzoek / Huurachterstand / Zorgplicht
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: grotendeels ongegrond
Referentiecode:
245792/368160
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen een consument en een makelaar betreffende de kwaliteit van de verrichte dienstverlening. De consument stelt zich op het standpunt dat de makelaar tekort is geschoten in de dienstverlening. De makelaar heeft geen financieel onderzoek gedaan naar de huurders die zijn komen wonen in de woning van consument. Hierdoor is er schade ontstaan. De makelaar is van mening dat zij hier wel aan hebben voldaan. De salarisstroken van de huurders zijn opgevraagd en daaruit bleek dat zij over genoeg financiële middelen beschikten om de huur te kunnen voldoen. Daarnaast is een woontoets, waar de consument op duidt, niet verplicht. De commissie beslist als volgt. De makelaar heeft zijn zorgplicht geschonden in die zin dat hij te naïef is geweest om slechts uit te gaan van de juistheid van de door de huurders overgelegde financiële bescheiden. Hieraan worden geen financiële consequenties gebonden. Voor de huurachterstand moet de consument bij de vorige huurder zijn. De klacht is grotendeels ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Makelaardij (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken. Het geschil is ter zitting behandeld op 17 juli 2024 te Den Haag. De consument is in het bijzijn van mevrouw Wiegman verschenen De makelaar is eveneens ter zitting verschenen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil ziet op de kwaliteit van de verrichte dienstverlening.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Naar ons idee is de makelaar tekort geschoten in de dienstverlening. Er is tijdens de laatste bemiddeling geen volledig financieel onderzoek gedaan naar de huurders waardoor grote emotionele, financiële en materiële schade is ontstaan. Was dit onderzoek wel gebeurd dan zou het betreffende probleemgezin nooit in woning van ons zijn terechtgekomen. Een dergelijk onderzoek hadden we wel mogen verwachten van een [naam] makelaar. Toen er betalingsachterstand ontstond is dat onderzoek wel gedaan. De makelaar vond dit niet zijn taak. Naar ons idee heeft de makelaar zijn zorgplicht geschonden. Wij zien graag dat de commissie vaststelt dat de makelaar ons € 5.000,– betaalt, zoals hij dat eerder heeft toegezegd.
Standpunt van de makelaar
Voor het standpunt van de makelaar verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Wij hebben dit appartement voor de consument verhuurd. Wij hebben salarisstroken van de huurders opgevraagd. Op papier bleek dat zij over genoeg financiële middelen beschikten om de huur te kunnen voldoen. Wij hebben op dit punt dus aan onze zorgplicht voldaan. De door de consument bedoelde woontoets is niet verplicht. Helaas zijn de betreffende huurders de woning uitgezet. Het is juist dat wij hebben toegezegd de consument met € 5.000,– tegemoet te komen en wel in geval dat de huurachterstand meer dan € 10.000,– zou bedragen. De huurachterstand is echter bij iets meer
€ 8.000,– blijven steken. Omdat wij van mening zijn dat wij niet zijn tekort geschoten zien wij geen aanleiding aan het verzoek van de consument te voldoen of hem anderszins op enigerlei wijze financieel tegemoet te komen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie stelt vast dat de makelaar zich te lichtvaardig van zijn taak heeft gekweten om goed onderzoek te doen naar de financiële positie van de (aspirant) huurders. Hij is naïef geweest om slechts uit te gaan van de juistheid van de door de huurders overgelegde financieel bescheiden In die zin heeft hij zijn zorgplicht geschonden. De commissie laat het echter bij een constatering van die schending van de zorgplicht en zal daaraan geen financiële consequenties voor de makelaar verbinden. Voor de door de consument verzochte schade in verband met huurderving kan de makelaar niet aansprakelijk worden gehouden. De consument dient deze kosten bij de voormalige huurder zien te innen. De klacht wordt grotendeels voor ongegrond gehouden en derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, bestaande uit de heer mr. D. van den Brink, voorzitter, de heer J.B. Boerman, mevrouw mr. D.E. Valle Robles-Roomer, leden, op 17 juli 2024.