
Commissie: Wonen
Categorie: Totstandkoming overeenkomst
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
45220-2
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 27 oktober 2010 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een keuken met apparatuur en alleen het voormonteren van kastrompen tegen de door de consument te betalen prijs van € 8.024,35. De consument heeft de plaatsing door een ander (hierna: de aannemer) laten doen. De consument heeft een bedrag van € 453,94 bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft de klacht op 9 maart 2010 voorgelegd aan de ondernemer. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. Werkblad is te kort aan de linkerzijde. Verkeerde wandhoekkast. Arbeidsloon. Kastdeur van een bovenkast niet geleverd. De deur van een onderkast is beschadigd c.q een bobbel in het materiaal. Plint is niet gemonteerd. Prullenbak is niet geleverd. Klepbovenkast sluit slecht en is beschadigd. 3 kasten zijn beschadigd. Geachte commissie, dit is een complex verhaal. U zal eerst vast moeten stellen welke orderbevestiging juist is, er zijn verschillende gewijzigde opdrachten. Ik ga er als deskundige van uit, dat de laatste orderbevestiging juist is. Dan is het van belang wie verantwoordelijk is voor de juiste maatvoeringen en de veranderde maatvoeringen. Dan gaat het hier vervolgens om het feit, dat er waterschade is opgetreden en wie hiervoor verantwoordelijk is. De ondernemer heeft zijn opnieuw geleverde materiaal niet betaald gekregen. Het depotbedrag van € 453,94 zou niet het bedrag zijn wat openstaat. De vloer was op het moment van montage niet gelegd, waardoor de plint niet gemonteerd kon worden. De keuken zou in eerste instantie gemonteerd worden door derden, uiteindelijk heeft de ondernemer de keuken geplaatst, ook deze factuur is nog niet betaald. Het werkblad is aan de linkerzijde inderdaad nu te kort. Volgens het inmeetrapport dat ik gezien heb, stond er een muurtje links, een soort vensterbank en dit zou na het inmeten voor een deel weggehaald zijn. Of deze verandering voor rekening van [de ondernemer] valt, is aan u. Het blad zou circa 6 cm langer moeten worden. Het blad kan wel verlengd worden, maar dan blijft er wel een koppelingsnaad zichtbaar. Hiervoor is wel al materiaal geleverd, maar nog niet gemonteerd. Verkeerde wandhoekkast, de kast die gepland was, blijkt achteraf technisch niet leverbaar. Dit komt door de profilering in de deur. De kast kan als zodanig nooit gepland worden, de deur zou niet opengaan. Er is nu geen wandhoekkast, maar een hoekpaslijst gemonteerd. De consument ondervindt hier wel hinder van door verlies van kastruimte. Door het achteraf monteren van een stel wand – gedaan door derden, omdat de muur scheef was – is de keuken korter geworden. De wandkast 80 cm, die ook in het gesprek naar voren komt, kan hierdoor niet gepland worden, er is gewoon geen ruimte genoeg. Hiervoor is een hoekpaslijst gemaakt en gemonteerd, deze zijn vaak aan de onderzijde open, dat is nu ook het geval. Er ontbreekt een wandkastdeur. Deze staat wel in het magazijn van de ondernemer, maar deze is nog niet geplaatst, omdat er veel onduidelijk is, onder andere wie de factuur van de montagekosten gaat betalen, dit zijn de arbeidsloonuren. De ondernemer zal hiervoor circa 18 uur berekenen, minus 5 uur vanwege de problemen die er zijn. De 3 beschadigde kasten zijn opgelost. De deur met bobbel moet worden vervangen, evenals de klepdeur boven de koelombouw. Dit is garantiewerk. De prullenbak heb ik niet aangetroffen. Op de laatste order staat deze niet genoteerd, op eerdere orders heb ik de prullenbak wel genoteerd zien staan. Of deze geleverd moet worden, is aan u, de commissie. Plint is niet gemonteerd, dit komt, omdat de vloer niet gelegd was. Ik maak een schatting van de kosten in zijn totaal. Keuken afmonteren en een nieuw aanrechtbladdeel leveren met nieuwe fronten en dergelijke. Montage circa 6 uur à € 45,–; Bladdeel circa € 500,–. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De feiten zoals die in het geding door partijen schriftelijk naar voren zijn gebracht, maken de gang van zaken niet steeds voldoende duidelijk. Daaruit volgt wel dat de consument regelmatig is teleurgesteld met betrekking tot het verwachte resultaat, maar onvoldoende in hoeverre steeds sprake was van aan de ondernemer toerekenbare tekortkomingen. Hierbij speelt mee dat handelingen van door de consument ingeschakelde derden in het kader van de tussen partijen gesloten overeenkomst jegens de ondernemer voor risico van de consument komen, ook als de consument zelf geen verwijt treft. Mede gelet op de ter zitting door partijen gegeven toelichting, staat in hoofdlijn evenwel het navolgende tussen partijen vast. Het geschil vloeit voort uit de op 27 oktober 2010 gesloten overeenkomst. Op grond hiervan moest de ondernemer een keuken met apparatuur en voorgemonteerde kastrompen leveren, maar was hij niet gehouden deze ook te plaatsen. De consument heeft de plaatsing laten doen door de aannemer, die in zijn opdracht een grote verbouwing uitvoerde. Met het oog op die verbouwing hebben partijen de (on)uitvoerbaarheid van sommige gemaakte afspraken besproken, mede in het licht van verwachte of gewenste toekomstige bouwaanpassingen. In de woning waren ook in opdracht van de consument werkzame schilders bezig, die schade hebben veroorzaakt en wier werkzaamheden door [de aannemer van de consument] zijn afgemaakt. Partijen zijn na 27 oktober 2010 verschillende wijzigingen (zelfs op wijzigingen) in hun overeenkomst overeengekomen. De aannemer van de consument heeft de plaatsing van de keuken niet volledig uitgevoerd, waarna partijen ook hebben gesproken over de voltooiing van de plaatsing door de ondernemer. Na indiening van de klacht bij de commissie heeft de deskundige met partijen de toen nog bestaande klachten besproken en bezien. Ter zitting blijkt tussen partijen niet in geschil dat dit de klachten waren zoals die in het deskundigenrapport onder 2 worden beschreven. Hier blijkt echter ook dat de ondernemer na het deskundigenonderzoek nog de nodige werkzaamheden heeft uitgevoerd en dat de rechtsstrijd zich nu alleen nog toespitst op het werkblad, de factuur van 24 maart 2010, de door de ondernemer nog te factureren arbeidsuren, de prullenbak en de wandhoekkast. De consument voert in het algemeen aan dat door de ondernemer gestelde (nadere) afspraken niet schriftelijk zijn vastgelegd, maar dit kan aan het bestaan van dergelijke afspraken niet afdoen. Deze kunnen vormvrij totstandkomen. De ondernemer stelt dat het werkblad volgens de overeengekomen maatvoering is afgeleverd, maar de consument voert ter zitting het bevrijdende verweer dat nadien een gewijzigde afspraak is gemaakt. Voor de door de consument gestelde nadere afspraak waarbij de ondernemer zich zou hebben verplicht tot het leveren van een werkblad van 2,55 meter, ziet de commissie echter onvoldoende bewijs. Nu de door de consument gestelde wijziging in de maatvoering van het werkblad niet is komen vast te staan, moet de klacht in zoverre voor ongegrond worden gehouden. Bij factuur van 24 maart 2010 bracht de ondernemer aan de consument € 557,69 inclusief BTW in rekening voor “in verband met waterschade” (opnieuw) geleverde zaken en verrichte arbeid. Ter zitting erkent de ondernemer dat de hierbij voor de koelkastdeur gefactureerde € 103,75 inclusief BTW ten onrechte in rekening is gebracht. De consument verklaart ter zitting dat zij de overigens gefactureerde € 453,94 inclusief BTW verschuldigd is en daarom in depot heeft gestort. Waar de ondernemer krachtens nader gemaakte afspraken 18 uren arbeid verricht voor de inmiddels reeds uitgevoerde werkzaamheden plus de verlenging van het blad met het daartoe beschikbare losse deel, is de ondernemer nog gehouden tot verlenging van het werkblad met het daartoe beschikbare losse deel en heeft hij hooguit nog recht op betaling van 18 arbeidsuren. Zoals de ondernemer ter zitting herhaalt, was hij ter compensatie echter al 5 arbeidsuren met de consument overeengekomen zodat slechts 13 arbeidsuren factureerbaar zijn. Gelet op het onweersproken uurtarief van € 45,– exclusief BTW, acht de commissie daarom nog € 696,15 inclusief BTW toewijsbaar. Ter zitting stelt de ondernemer onweersproken dat het bij de bedoelde prullenbak gaat om de afgesproken metalen beugel voor afvalzakken in het gootsteenkastje. Volgens het deskundigenrapport is deze niet aan de consument afgeleverd. Uit het rapport van de deskundige volgt dat de door de consument gekochte wandhoekkast uiteindelijk feitelijk niet geplaatst kan worden. De door de consument verlangde plaatsing van de hoekkast is daarom niet toewijsbaar en de ondernemer heeft op goede gronden geadviseerd tot plaatsing van andere kastjes. Het voorgaande leidt de commissie tot de slotsom dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. Ter beëindiging van het geschil oordeelt de commissie het redelijk en billijk dat de consument op grond van de factuur van 24 maart 2010 € 453,94 inclusief BTW betaalt en dat die betaling zal plaatsvinden vanuit het depot, dat de consument bovendien € 696,15 inclusief BTW betaalt wegens arbeidsuren en dat de ondernemer de verlenging van het werkblad uitvoert en zorgdraagt voor de aflevering en montage van de metalen beugel voor afvalzakken in het gootsteenkastje, zonder dat de ondernemer verdere kosten aan de consument in rekening brengt. Op grond van het voorgaande dient de ondernemer het betaalde klachtengeld voor de helft aan de consument te vergoeden. Ook moet hij een vastgestelde bijdrage in de behandelingskosten aan de commissie te betalen. De commissie beslist om praktische redenen en ter verduidelijking van het voorgaande als volgt. Beslissing De commissie bepaalt dat de consument op grond van de factuur van 24 maart 2010 een bedrag van € 453,94 inclusief BTW aan de ondernemer betaalt. Deze betaling zal plaatsvinden door de navolgende depotbeslissing: de commissie bepaalt dat een bedrag van € 453,94 vanuit het depot aan de ondernemer wordt uitbetaald. De commissie bepaalt dat de consument aan de ondernemer een bedrag van € 696,15 inclusief BTW betaalt wegens arbeidsuren. Betaling van dit bedrag dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de consument bovendien de wettelijke rente over dit bedrag. De commissie bepaalt dat de ondernemer: a. de verlenging van het werkblad met het daartoe beschikbare losse deel uitvoert zonder daarvoor verdere kosten aan de consument in rekening te brengen; b. zorgdraagt voor de aflevering en montage van de metalen beugel voor afvalzakken in het gootsteenkastje en hiervoor geen verdere kosten aan de consument in rekening brengt. De ondernemer dient deze werkzaamheden onder a. en b. uit te voeren binnen een maand nadat hij het voornoemde bedrag van € 696,15 van de consument heeft ontvangen. Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen. Bovendien betaalt de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie aan de consument een bedrag van € 62,50, zijnde de helft van het door de consument betaalde klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 300,–. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 17 augustus 2011.