Niet gebleken van vertegenwoordigingsbevoegdheid.

De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Opdracht    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK09-0194

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft de op 11 mei 2009 tussen partijen afgesloten overeenkomst tot verkoopbemiddeling ten behoeve van percelen grond van de consument. Deze twee percelen grond behoorden in gezamenlijke eigendom toe aan consument [naam consument]. De opdracht is door de consument ingetrokken op 22 juli 2009. Op 24 juli 2009 heeft de ondernemer een intrekkingsnota gezonden voor een totaal bedrag van € 1.012,70.   De consument heeft een bedrag van € 1.012,70 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft op 27 juli 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft ten onrechte aan de potentiële kopers van perceel adres [straatnaam] te kennen gegeven dat er een mogelijkheid was een recht van overpad over het perceel Naturaland ten behoeve van het perceel Vinkennest. Hij had daar geen toestemming voor gekregen, noch van de eigenaars van adres [straatnaam] noch van de eigenaars van adres [straatnaam]. De kopers (en de ondernemer) bleken van mening dat er inmiddels een rechtsgeldige mondelinge koopovereenkomst tot stand was gekomen. Dat was de reden voor de consument om de opdracht in te trekken. Uiteindelijk is er wel verkocht aan dezelfde partij maar dan voor een lager bedrag en zonder overpad.   De consument verlangt intrekking van de nota alsmede een schadevergoeding van € 2.500,– voor het verschil met de oorspronkelijke koopprijs.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft geen schriftelijk verweer kenbaar gemaakt.   Uit de correspondentie in het dossier blijkt dat zijn standpunt als volgt is samen te vatten. Er is uitvoerig gesproken met consument [naam consument]. De ondernemer ging ervan uit dat hij zou terugkoppelen naar de familie. Kennelijk is door hem wel over de prijs gesproken maar niet over het overpad. De ondernemer heeft altijd gehandeld in overleg met consument [naam consument].   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Naar het oordeel van de commissie is de ondernemer er ten onrechte vanuit gegaan dat consument [naam consument] een en ander wel zou terugkoppelen met de achterban. De ondernemer heeft daarbij uit het oog verloren dat er drie deelgenoten in de onverdeelde eigendom van adres [straatnaam] zijn die alle drie als zijn opdrachtgevers gelden. Nu de ondernemer in de opdracht niet heeft vastgelegd dat een van deze drie deelgenoten, met instemming van de andere twee, als zijn gesprekspartner zou optreden, kan hij niet volstaan met de aanname dat consument [naam consument] vertegenwoordigingsbevoegd zou zijn. Een en ander nog daargelaten dat de ondernemer ook zich had dienen te vergewissen van de toestemming van achterban [namen familie] voor het recht van overpad in hun hoedanigheid van eigenaren van het dienende perceel Naturaland.   De ondernemer heeft geen schriftelijk verweer ingediend en is niet ter zitting verschenen. De commissie is dus niet in de gelegenheid geweest hem over bovenstaande te bevragen. Dit komt voor risico van de ondernemer.   De commissie is van oordeel dat de ondernemer tekort is geschoten in zijn verbintenis de belangen van de opdrachtgevers adequaat te behartigen.   De commissie is niet van oordeel dat er sprake is van een verplichting van de ondernemer een bedrag van € 2.500,– aan de consument te vergoeden. Onvoldoende is namelijk komen vast te staan dat deze schade in een juridisch causaal verband met voormelde gedragingen van de ondernemer staat.   Beslissing   De klacht is gegrond.   De ondernemer dient de intrekkingsnota ten bedrag van € 1.012,70 te crediteren, zodat dit bedrag vanuit het depot aan de consument dient te worden betaald. De ondernemer dient tevens het klachtengeld van € 75,– aan de consument te vergoeden.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 5 februari 2010.