Niet vast staat dat de ondernemer de opdracht tot het nameten van de hoogte van de plafonds op zich heeft genomen met het doel vast te stellen of de kast zou passen. Niet schadeplichtig.

  • Home >>
  • Makelaardij >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Makelaardij    Categorie: Overig    Jaartal: 2009
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK07-0119

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de het verwijt van de consument aan de ondernemer dat deze een onjuiste plafondhoogte heeft doorgegeven waardoor een meubel is aangeschaft dat niet past in de woning.   Door de consument is een bedrag van € 1.000,– in depot gestort.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft bemiddeld bij het aankopen van een woning waarbij wij de keuze hadden tussen twee appartementen. Wij hebben hem telefonisch de vraag voorgelegd hoe hoog de hal was in beide appartementen omdat wij een optie hadden op een kast die wij wilden aankopen voor in de hal. Na nog eens gebeld te hebben heeft de ondernemer gezegd dat de hal 2,50 m hoog was in beide appartementen. Wij hebben toen de kast, die 2,35 m hoog was, gekocht. Vervolgens bleek dat de hal in beide appartementen slechts 2,35 m hoog was. In het appartement dat we uiteindelijk kochten kon het plafond volgens de ondernemer zonder bezwaar verhoogd worden omdat er toch alleen maar wat elektraleidingen liepen. Dit bleek onjuist. Er liepen zware buizen. Daardoor moest het plafond, dat weggehaald was, tegen extra kosten weer in de oorspronkelijke toestand hersteld te worden. Wij willen vergoeding van kosten van € 1.347,– de transportkosten van de kast van € 100,– en de herstelkosten van het plafond van € 750,–.   Standpunt van de ondernemer   De ondernemer betwist de door de consument gestelde gang van zaken. Volgens de ondernemer is telefonisch inderdaad wel de vraag gesteld of hij wist hoe hoog de plafonds waren. Antwoord: “dat weet ik niet precies, maar waarschijnlijk ergens tussen de 2.50 en 2.60 m”. De consument heeft hierop gereageerd: “en in de hal?” De ondernemer heeft geantwoord: “ misschien hetzelfde, maar dat weet ik niet precies. Bij [naam] is hij ook lager en het zijn toch allemaal dezelfde soort flats. Met andere woorden zal vermoedelijk ook wel lager zijn”.   Toen bleek dat het plafond eigenlijk te laag was voor de kast was de reactie van de consument: daar moet ik dan nog wat op verzinnen”. De ondernemer stelt toen nog geopperd te hebben dat er misschien nog wat extra ruimte tussen plafond en leidingwerk zou zitten. Zekerheden zijn nooit gegeven omdat de ondernemer die niet had. Er is zeker geen opdracht gegeven de hoogte te meten en dat is ook niet gedaan.   Beoordeling van het geschil   De ondernemer is schadeplichtig indien vast komt te staan dat hij opdracht tot het nameten van de hoogte van de plafonds op zich heeft genomen met het doel vast te stellen of de kast zou passen. Dit staat echter niet vast. Partijen geven ieder een verschillende lezing van de gang van zaken in de telefoongesprekken en er is geen reden aan de lezing van de consument geloof te geven boven die van de ondernemer. De klacht is daarom, bij gebreke van bewijs, ongegrond.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht ongegrond.   Het bedrag in depot van € 1.000,– zal aan de ondernemer worden overgemaakt.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 11 januari 2008.