Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: Behandelingsovereenkomst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
144455/171350
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Cliënte heeft een neuscorrectie ondergaan. Volgens cliënte is de neus na de operatie dik gebleven en is de neus gaan zwellen, kloppen en ontsteken. Ze heeft erge pijn aan haar neus, in haar hoofd en in haar ogen. Er hebben hierna meerdere behandelingen plaatsgevonden, maar zonder effect. Cliënte heeft een arts gevonden die haar middels een operatie van haar klachten af kan helpen, maar heeft hier toestemming voor nodig die cliënte niet krijgt. Cliënte verzoekt de commissie haar te helpen de operatie door te laten gaan. Zorgaanbieder stelt dat er niet onzorgvuldig is gehandeld en er geen causaal verband is tussen de schade en behandeling door de zorgaanbieder. De commissie oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat tijdens de operatie en de behandelingen daarna door de zorgaanbieder fouten zijn gemaakt of onzorgvuldig is gehandeld. De zorgaanbieder is volgens de commissie niet tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst en verklaart de klacht ongegrond.
De uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [woonplaats]en
Bergman Clinics B.V., gevestigd te Naarden
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 15 september 2022 via Zoom.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
Cliënte is met [naam] (die zij heeft gemachtigd haar te vertegenwoordigen in deze procedure) ter zitting verschenen.
Namens de zorgaanbieder zijn [naam] (advocaat), [naam] (Adviseur Kwaliteit en Veiligheid) en [naam] ([naam behandelend dokter]) ter zitting verschenen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft volgens cliënte de nog steeds bestaande ernstige (pijn)klachten na een door de zorgaanbieder uitgevoerde neuscorrectie op 3 december 2015.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken en de verklaring ter zitting. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 3 december 2015 heeft er door [naam behandelend dokter], die werkzaam is voor de zorgaanbieder, op verzoek van cliënte een neuscorrectie plaatsgevonden. Volgens cliënte is de neus na de operatie dik gebleven en is de neus gaan zwellen, kloppen en ontsteken. Na diverse gesprekken met [naam behandelend dokter] heeft er één jaar en acht maanden na de operatie opnieuw een operatie dan wel behandeling plaatsgevonden, waarbij er twee hechtingen zijn weggehaald, maar dit heeft volgens cliënte niet geholpen. Vervolgens is cliënte, onder andere door de zorgaanbieder, verwezen naar verschillende (academische) ziekenhuizen en heeft er onder meer een pijnbestrijdings- en een botoxbehandeling plaatsgevonden. Cliënte stelt dat deze behandelingen de klachten niet hebben verminderd. Volgens cliënte is uiteindelijk duidelijk geworden dat [naam andere arts] van [naam andere zorgaanbieder] in Amsterdam reële kansen ziet om haar door middel van een operatie van haar klachten af te helpen. Cliënte stelt dat hiervoor toestemming nodig is van [naam behandelend dokter], maar dat hij die toestemming weigert te geven. Cliënte heeft verklaard erge pijn aan haar neus, in haar hoofd en in haar ogen te hebben. In verband met vochtophopingen in haar gezicht kan ze geen bril dragen. Daarnaast heeft ze een branderig gevoel tot aan haar navel.
Cliënte verzoekt de commissie haar te helpen de operatie door [naam andere arts] door te laten gaan en verzoekt de commissie haar een schadevergoeding van in totaal € 3.800,– toe te kennen. Het bedrag aan toe te kennen schadevergoeding is onderverdeeld in € 2.000,– aan kosten eigen risico zorgverzekering, € 500,– aan reiskosten en € 1.300,– aan advocaatkosten (in verband met de aansprakelijkstelling van de zorgaanbieder).
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken en naar de verklaring ter zitting. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Cliënte is voorafgaand aan de operatie voorgehouden dat het resultaat van de operatie minder zou kunnen zijn dan wat zij verwachtte. Tijdens een postoperatief consult op 7 december 2015 heeft [naam behandelend dokter] geen afwijkingen gezien, ook niet op het moment dat cliënte stelde dat de neus opzwol. Volgens [naam behandelend dokter] maakte cliënte tijdens het consult een depressieve indruk.
[Naam behandelend dokter] heeft verklaard dat hij het vreselijk vindt dat cliënte zoveel klachten ervaart. Volgens [naam behandelend dokter] heeft hij veel aandacht aan cliënte besteed. Wat betreft de zwelling heeft [naam behandelend dokter] opgemerkt dat het een half jaar tot een jaar kan duren voordat het definitieve resultaat (zonder zwelling) is bereikt. [Naam behandelend dokter] heeft gezocht naar een verklaring voor de pijn en heeft daarvoor gebeld met de huisarts van cliënte en een aantal andere artsen. Uit het contact met de huisarts is gebleken dat cliënte ook kampt met andere pijnsyndromen, in de schouder en in de pols, en dat er sprake is van depressie. Na één jaar en acht maanden heeft [naam behandelend dokter] de neus opnieuw opengemaakt, waarbij hij wat littekenweefsel en twee hechtingen heeft verwijderd, die normaliter in de neus achterblijven. Volgens cliënte verdwenen haar klachten daardoor niet. Cliënte is vervolgens onder andere gezien door collega’s in academische ziekenhuizen in Utrecht en Nijmegen, is verwezen naar een neuroloog en is door een pijnteam behandeld, maar niets heeft geholpen. [Naam behandelend dokter] heeft verklaard dat cliënte ook verwijzing voor een psychologische behandeling en een injectie met prednison is aangeboden, maar dat zij die behandelingen niet wenste.Volgens [naam behandelend dokter] heeft [naam andere arts] de foto’s van de neus van cliënte gezien en vindt hij het resultaat acceptabel. [Naam andere arts] ziet volgens [naam behandelend dokter] geen heil in nog een operatie.
Volgens de zorgaanbieder zijn er geen fouten gemaakt tijdens de operatie op 3 december 2015 en in de behandeling daarna. Er is niet onzorgvuldig gehandeld. Zodoende is er ook geen causaal verband aanwezig tussen de door cliënte gestelde schade en de behandeling door de zorgaanbieder.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
Bij de beoordeling van de klacht geldt het volgende beoordelingskader. De overeenkomst die is gesloten tussen cliënte en de zorgaanbieder is aan te merken als een geneeskundige behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de hulpverlener de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het BW).
De commissie dient te oordelen of de zorgaanbieder is tekortgeschoten in het nakomen van de behandelovereenkomst met cliënte.
De commissie is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat tijdens de operatie op 3 december 2015 en de behandelingen daarna door de zorgaanbieder fouten zijn gemaakt of dat er onzorgvuldig is gehandeld. Dat er ook na de operatie op 3 december 2015 sprake is geweest van een zorgvuldige behandeling, blijkt naar het oordeel van de commissie uit het feit dat er ruim anderhalf jaar na de operatie nog een keer een behandeling heeft plaatsgevonden, maar ook uit het feit dat de zorgaanbieder door verwijzing naar diverse andere artsen, hoog aangeschreven op het gebied van neuscorrecties, en behandelaars heeft geprobeerd cliënte te helpen van de door haar gestelde klachten af te komen.
De commissie concludeert dat ook die andere artsen en behandelaars de door cliënte gestelde klachten niet hebben kunnen objectiveren en naar alle waarschijnlijkheid daardoor geen behandeling hebben kunnen vinden die cliënte van die klachten bevrijdt. De commissie ziet dan ook voor de zorgaanbieder geen mogelijkheden meer om cliënte nog van dienst te kunnen zijn. Bij dat oordeel heeft de commissie betrokken dat cliënte ook verwijzing naar psychologische behandeling is aangeboden, maar dat zij dat aanbod niet heeft aangenomen. Dit kan de zorgaanbieder niet worden aangerekend.
Op grond van vorenstaande is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder niet is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst en verklaart de commissie de klacht ongegrond.
Vordering tot schadevergoeding
Voor een aanspraak op schadevergoeding is ten minste vereist dat de zorgaanbieder in enig opzicht toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst. Nu de commissie geen tekortkomingen in de nakoming van de behandelovereenkomst heeft vastgesteld, kan er niet van tekortschieten dat heeft geleid tot schade worden gesproken. De vordering tot vergoeding van schade zal dan ook worden afgewezen.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht ongegrond;
– wijst de vordering tot schadevergoeding af.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer dr. J.F.A. van der Werff, de heer mr. S. Sierksma, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. C. Koppelman, secretaris, op 15 september 2022.