Commissie: Sport en Beweging
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
168671/171683
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De kinderen van de consument hebben inmiddels vier verschillende zweminstructeurs gehad. Tevens is het afzwemmoment verplaatst naar een moment waarop het de consument niet schikt. De consument meent dat de ondernemer tekort is geschoten in het nakomen van de overeenkomst. Daarom verlangt de consument terugbetaling van de contributie van drie maanden. De ondernemer is van mening dat de overeenkomst is nagekomen door het verzorgen van zwemlessen voor de kinderen van de consument. Dat de zwemlessen door verschillende instructeurs is gegeven is volgens de ondernemer niet relevant, omdat de leraren allemaal een diploma hebben. De ondernemer stelt dat de consument de overeenkomst niet nakomt door de betaling te staken. De commissie overweegt onder meer dat er niks is afgesproken omtrent het wisselen van instructeurs. Tevens zijn er voor zover uit de stukken kan worden afgeleid geen afspraken gemaakt over het afzwemmen. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 1 juli 2020 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het geven van zwemlessen aan twee kinderen van de consument tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 329,70.
De lessen vonden plaats vanaf 1 juli 2020.
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer in gebreke is gebleven bij het realiseren van afzwemgelegenheid.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
De consument heeft een bedrag van € 70,66 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De kinderen hebben in twee jaar tijd verschillende zwemleraren gehad. Inmiddels zijn ze bij de vierde zwemleraar en mochten ze eindelijk respectievelijk voor hun A en B afzwemmen.
Door een fout van het zwembad waar de ondernemer afspraken mee heeft, zou het afzwemmoment vier weken later zijn dan oorspronkelijk de planning was. Dat is op een moment dat de consument niet past en waar geen rekening mee gehouden hoefde te worden.
Het zwembad waar wordt afgezwommen zou na het eerste blok van 2022, waarin de kinderen van de consument zouden mogen afzwemmen, vergeten zijn de kinderen van de zwemschool van de ondernemer in te plannen. Daardoor is het ene afzwemmoment van dat blok drie weken later ingepland, in de meivakantie.
Omdat dat moment niet paste mocht de consument verwachten dat een passende oplossing werd geboden. De ondernemer biedt geen oplossing, anders dan dat de kinderen nog maar drie maanden moeten doorzwemmen. Ze willen echter allebei stoppen.
Volgens de consument is de ondernemer door het met grote regelmaat wisselen van zwemleraren tekortgeschoten. De wisselingen zijn nooit vooraf gecommuniceerd naar de ouders, zodat zij de kinderen hierop niet konden voorbereiden. Alle keren deelde de ondernemer op de zwemles mee dat de vorige juf/meester niet meer terugkomt.
Over de hele periode heeft de ondernemer niet de dienst, de aandacht en kwaliteit geleverd die een consument redelijkerwijs mag verwachten.
De consument verlangt compensatie van de laatste drie maanden contributie voor de financiële en emotionele schade.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft voor twee kinderen een abonnement bij de ondernemer gehad voor zwemles. Hierbij is de contractuele afspraak dat zwemonderwijs wordt aangeboden en dat de afnemer van dit zwemonderwijs hiervoor betaald.
Er is geen afspraak dat er iedere twaalf weken precies afgezwommen word. Gedurende het jaar worden meerdere afzwemmogelijkheden ter beschikking gesteld. Kinderen die het vereiste niveau hebben mogen hier aan deelnemen, dit staat los van de overeenkomst en de consumenten betalen ook los voor dit afzwemmen.
De ondernemer is de overeenkomst netjes nagekomen door zwemonderwijs te verzorgen voor de kinderen van de consument. De consument wil nu niet meer betalen.
Dat de zwemlessen door verschillende docenten geleverd zijn is niet relevant. Er staat nergens in de overeenkomst dat er een verplichting is om de dienst door dezelfde docent te laten leveren. Zo’n overeenkomst zou voor iedere organisatie onwerkbaar zijn.
De zwemschool van de ondernemer is erkend door de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) en voldoet aan de eisen en standaarden die door de NRZ gehanteerd worden. De zwemdocenten hebben allemaal een afgeronde opleiding met een diploma volgens de eisen van het NRZ. Er wordt herhaaldelijk gecontroleerd of de ondernemer aan de standaarden blijft voldoen.
De zwemlessen zijn gegeven door zwemdocenten die volledig gediplomeerd zijn.
Het zwemdiploma is een bevestiging van de vereiste zwemvaardigheden die verwacht worden vanuit het NRZ, maar het behalen van het diploma is geen vereiste bij het afnemen van zwemles. Als het afzwemmoment niet schikt in de agenda van een consument, kan die consument gebruik maken van het volgende afzwemmoment. Het afzwemmen gebeurt bij een ander zwembad, niet bij een andere zwemschool. Het heeft er mee te maken dat dit andere zwembad aan de vereisten vanuit het NRZ voor diplomazwemmen voldoet. Dit zwembad wordt afgehuurd tijdens de afzwemmomenten. Het is niet zo dat het zwembad de leerlingen van de ondernemer vergeten is, zoals de consument ten onrechte veronderstelt.
De ondernemer behandelt alle klachten naar behoren en kijkt waar mogelijk naar een geschikte oplossing. Ook is altijd gecommuniceerd wanneer een nieuwe docent start. De docenten die de zwemlessen overnemen, beschikken over dezelfde nationaal erkende opleiding van het NRZ.
De ondernemer vindt het spijtig dat de zoon van de consument te lijden heeft gehad onder wisselingen. Ook de ondernemer is in de coronaperiode overgeleverd geweest aan fluctuaties en ziekte. Wisselingen waren in coronatijd niet te vermijden. Daarnaast is een docent twee keer met zwangerschapsverlof gegaan en is één docent gestopt.
De ondernemer biedt in vier zwembaden al 35 jaar zwemles aan volgens de richtlijnen en kwaliteitseisen van het NRZ, en vele kinderen hebben veilig leren zwemmen. De ondernemer heeft voldaan aan hetgeen is overeengekomen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Nagekomen stukken
Ten aanzien van de één werkdag voor de behandeling door de ondernemer aan de commissie toegezonden stukken merkt de commissie op dat deze stukken niet voor de daarvoor gestelde termijn van vijf werkdagen voorafgaande aan de zitting zijn ingediend. De commissie en de consument hebben voorafgaand aan de zitting ook geen kennis van deze stukken kunnen nemen. Deze stukken zullen daarom niet bij de besluitvorming worden betrokken.
Wisseling van instructeurs
De consument verwijt de ondernemer dat de zwemlessen door teveel wisselende instructeurs zijn gegeven, hetgeen een nadelige invloed heeft gehad op de kwaliteit van de lessen en de vorderingen van de kinderen.
Bovendien verwijt de consument de ondernemer dat geen passende oplossing is geboden, toen het afzwemmen niet op de oorspronkelijk geplande tijd kon doorgaan.
De commissie is gebleken dat tussen de consument en de ondernemer is overeengekomen dat zwemlessen aan de kinderen van de consument gegeven zouden worden. In dat geval mag de consument er, zeker gelet op de kwalificaties van de ondernemer, van uitgaan dat de ondernemer zorgt voor lessen door gekwalificeerde instructeurs.
De consument heeft niet gesteld, en uit de door partijen overgelegde stukken is ook niet gebleken, dat de lessen niet door gekwalificeerde zweminstructeurs zijn gegeven.
Tussen de consument en de ondernemer is niet overeengekomen dat er geen, of slechts een beperkte, wisseling van instructeurs zou mogen plaatsvinden.
De commissie is dan ook van oordeel dat niet is gebleken dat er ten aanzien van wisselingen van instructeurs afspraken gemaakt zijn die de ondernemer niet is nagekomen.
Afzwemmoment
De kinderen van de consument zouden kunnen afzwemmen, waarvoor de ondernemer die kinderen heeft aangemeld bij een daartoe aangewezen zwembad.
Volgens de consument mocht zij ervan uitgaan dat het afzwemmen eerder zou plaatsvinden. De consument heeft het eigen vermoeden dat het zwembad vergeten zou zijn de leerlingen van de ondernemer in te plannen. Dat vermoeden wordt verder niet door aanvullende informatie ondersteund.
Volgens de ondernemer is het reguliere afzwemmoment ingepland, wat de consument niet schikte. zijn daarover afspraken gemaakt met de ondernemer, de consument heeft aangegeven dat zij zaken gedaan heeft met de ondernemer. Volgens de ondernemer is sprake van een afzonderlijke afspraak, die los staat van de door de ondernemer gegeven zwemlessen, waarvoor ook afzonderlijk betaald wordt.
Niet is gebleken dat het afzwemmen onderdeel uitmaakt van het door de ondernemer gegeven zwemonderricht. Daarmee staat ook niet ter discussie dat de ondernemer de overeenkomst tot het geven van zwemonderricht niet correct is nagekomen.
De consument en de ondernemer hebben geen stukken toegestuurd waaruit iets kan worden afgeleid over de afspraken over het afzwemmen. De commissie meent daaruit te kunnen afleiden dat die afspraken worden gemaakt op het moment van afzwemmen zelf.
De commissie heeft dan ook niet kunnen vaststellen dat de ondernemer afspraken over het afzwemmen niet is nagekomen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
De consument heeft een deel van de haar toegezonden facturen niet betaald en bij de commissie in depot gestort. De consument was de facturen echter wel verschuldigd. Het depotbedrag zal daarom aan de ondernemer worden doorbetaald.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.
Het depotbedrag ad € 70,66 zal worden doorbetaald aan de ondernemer.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Sport en Beweging, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, J.G. Boelens MSm en J.M.A. van Haren, leden, op 27 juni 2022.