Ondernemer diverse malen in gelegenheid gesteld wastafelmeubel te leveren, telkens zonder resultaat. Overeenkomst gedeeltelijk ontbonden.

  • Home >>
  • Wonen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Wonen    Categorie: Ontbinding    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 80461

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 7 oktober 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst.
De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een twee badkamers en een toiletruimte tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 11.750,–.

Het geschil spitst zich toe op de koop van een wastafelmeubel tegen de door de consument te betalen prijs van € 683,–.

De consument heeft de klacht op 20 december 2012 schriftelijk aan de ondernemer voorgelegd. De levering van het wastafelmeubel door de ondernemer heeft niet plaatsgevonden.  

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument kocht op 7 oktober 2012 bij de ondernemer twee badkamers en een toiletruimte. Afgesproken werd dat alles geleverd zou worden twee weken na betaling. De consument heeft op 20 oktober 2012 de koopprijs volledig aan de ondernemer voldaan. Het wastafelmeubel werd echter niet door de ondernemer geleverd.

Begin december 2012 heeft de consument aan de ondernemer gevraagd hem te laten weten of bij het aan de consument te leveren wastafelmeubel, de wastafel links op het console dan wel rechts op het console bevestigd zat. Die informatie was nodig omdat de door de consument ingeschakelde aannemer anders in problemen kwam met diens planning van de werkzaamheden. Bij e-mail d.d. 7 december 2012 heeft de ondernemer aan de consument laten weten dat de wastafel links op het console zat. De aannemer heeft een en ander vervolgens conform die opgave alvast aangelegd.

Op 20 december 2012 werd echter een wastafelmeubel geleverd met de wastafel rechts op de console en deze werd door de chauffeur weer meegenomen.

Op verzoek van de ondernemer heeft de consument per e-mail d.d. 21 december 2012 een opsomming gegeven van de gebeurtenissen met betrekking tot het wastafelmeubel. De ondernemer gaf vervolgens aan dat er over twee weken geleverd zou worden. Dit gebeurde niet. Volgens de ondernemer waren er problemen met de leverancier. Per e-mail d.d. 25 april 2013 bood de ondernemer excuses aan en deelde mede dat het wastafelmeubel in de tweede of derde week van mei 2013 geleverd zal worden. Daarbij deed de ondernemer de toezegging om als compensatie het wastafelmeubel door een van de monteurs van de ondernemer kosteloos te laten afmonteren. Levering vond echter niet plaats. 
 
Bij e-mail d.d. 12 juni 2013 ontving de consument van de ondernemer het bericht dat een meubel in bestelling is met de wastafel rechts, die eind juni 2013 wordt verwacht. De consument heeft telefonisch laten weten dat de wastafel links op het console bevestigd dient te zijn.

Bij e-mail d.d. 11 juli 2013 deelde de consument aan de ondernemer mede dat hij het wastafelmeubel uiterlijk eind juli 2013 geplaatst wil hebben. Dit is niet gebeurd.
 
Bij brief d.d. 13 augustus 2013 heeft de consument de ondernemer in gebreke gesteld en een laatste termijn voor levering en montage gegeven tot 30 augustus 2013. 

Per e-mail d.d. 29 augustus 2013 liet de ondernemer weten dat door de leverancier vanwege de economische crisis vooruitbetaling wordt verlangd alvorens aan de ondernemer wordt geleverd, zodat niet valt in te schatten wanneer de ondernemer de bestelde goederen kon verwachten.

De consument verlangde daarop terugbetaling van de koopprijs, zulks onder de toezegging dat zodra het wastafelmeubel wordt geplaatst hij de volledige koopprijs aan de ondernemer zal voldoen. De consument ontving daarop € 225,– op zijn rekening in plaats van de volledige koopprijs. 

De consument heeft vervolgens contact opgenomen met de fabriek in Italië en vernomen dat het meubel in voorraad was en binnen 48 uur geleverd kon worden, mits volledige betaling was ontvangen.

Bij e-mail d.d. 16 september 2013 heeft de consument nog een laatste voorstel aan de ondernemer gedaan inhoudende restitutie van de restant koopprijs ad € 458,–, onder de toezegging dat de consument de volledige koopprijs betaald zodra het wastafelmeubel, met de wastafel links op het console, bij de consument geplaatst is. Bovendien verlangde de consument een bevestiging daarvan door de ondernemer  per e-mail uiterlijk op 17 september 2013. Indien de ondernemer dit niet zou doen, zou de consument het geschil aanhangig maken bij de commissie. De in dat geval aan de commissie te verzenden brief werd daarbij reeds op voorhand door de consument aan de ondernemer toegezonden.
 
De consument vernam vervolgens niet meer van de ondernemer, waarna het geschil door de consument bij de commissie aanhangig werd gemaakt. Het vragenformulier werd op 1 oktober 2013 bij de commissie ingediend.

De consument verlangt:
– primair ontbinding van de overeenkomst met  betreling tot het wastafelmeubel;
– restitutie van de restant van de koopsom ad € 458,–, vermeerderd met de wettelijke rente ad 8,5%;
– vergoeding van de materiële schade als nader omschreven in een bij het vragenformulier gevoegde brief;
– afhandeling binnen drie dagen na de door de commissie te nemen beslissing;
– het recht om de ondernemer te nomineren voor de koude douche bij het T.V.-programma “Radar”.

Bij brief d.d. 18 november 2013 heeft de consument nog bericht dat de ondernemer ten onrechte aan de commissie heeft medegedeeld dat de klacht door partijen samen zou zijn opgelost.

De consument wilde het wastafel meubel aanvankelijk op maat laten maken, maar het bleek mogelijk om het meubel bij dezelfde fabrikant in Italië te laten bestellen en bijzonder snel na betaling werd het afgeleverd en heeft de consument het meubel laten plaatsen. 

Op 11 november 2013 werd de consument tot zijn verbazing gebeld door een monteur van de ondernemer met de vraag wanneer de ondernemer langs kon komen om het meubel te plaatsen.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument is op zich tevreden over de door de ondernemer geleverde twee badkamers en de toiletruimte. De ondernemer bleef echter alsmaar in gebreke met de levering van het wastafelmeubel.

De ondernemer heeft niet gereageerd naar aanleiding van het allerlaatste verzoek van de consument zoals gedaan in de e-mail d.d. 16 september 2013. Bij die e-mail was een afschrift gevoegd van de brief van de consument, die de consument later ook als bijlage heeft gevoegd bij het vragenformulier ten behoeve van  de commissie.

De consument heeft op 25 oktober 2013 een soortgelijk wastafelmeubel bij een andere leverancier gekocht voor een bedrag ad € 875,– inclusief BTW. Het wastafelmeubel werd korte tijd na de betaling geleverd.

De consument heeft ter zitting laten weten dat hij al zijn eisen laat vervallen, mits de koopovereenkomst wordt ontbonden, de restant koopsom wordt terug betaald en de meerkosten die de consument heeft moeten betalen door de ondernemer worden vergoed.  

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Bij brief d.d. 29 oktober 2013 heeft de ondernemer aan de commissie laten weten dat het meubel in week 46 aan de ondernemer zou worden geleverd, waarna een afspraak zou worden gemaakt om het meubel gratis te installeren.

Bij brief d.d. 11 november 2013 heeft de ondernemer aan de commissie laten weten dat het meubel op 8 november 2013 door de ondernemer van de fabrikant werd ontvangen. Op 11 november 2013 is gepoogd en afspraak te maken met de consument om het meubel te installeren, maar de consument weigerde zijn medewerking omdat door hem een procedure was gestart.

De ondernemer stelt dat de consument het meubel niet direct bij de ondernemer heeft geannuleerd.

Beoordeling van het geschil

De commissie overweegt allereerst het volgende.

De ondernemer heeft in zijn verweerschrift gesteld dat de consument “het meubel niet direct bij de ondernemer heeft geannuleerd”.  Dit berust echter op een misvatting bij de ondernemer. Bij de e-mail d.d. 16 september 2013 van de consument werd immers reeds op voorhand een afschrift gevoegd van de brief van de consument welke ook als bijlage werd gevoegd bij het vragenformulier ten behoeve van de commissie, hetwelk op 1 oktober 2013 door de consument werd ingediend. De ondernemer had uit die
e-mail in samenhang met de bijgevoegde brief moeten, althans in alle redelijkheid kunnen begrijpen, dat de consument de overeenkomst met betrekking tot het wastafelmeubel wenste te ontbinden, indien de ondernemer niet aan het allerlaatste verzoek van de consument zou voldoen. Uit het dossier blijkt dat de ondernemer niet aan het verzoek van de consument heeft voldaan. 

Uit het dossier blijkt voorts dat de consument de ondernemer gedurende een lange periode diverse malen in de gelegenheid heeft gesteld om het wastafelmeubel te leveren, echter zonder het gewenste resultaat. Het wastafelmeubel zou aanvankelijk volgens afspraak ongeveer binnen twee weken na 20 oktober 2012, de datum waarop de volledig betaling door de consument plaatsvond, worden geleverd. Op 16 september 2013, de datum waarop de consument zijn allerlaatste verzoek per e-mail aan de ondernemer verzond, was het meubel nog steeds aan de consument niet geleverd.

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de commissie van oordeel dat de tekortkoming van de ondernemer ten aanzien van zijn verplichting tot tijdige levering aan de consument van zodanige betekenis is dat deze de gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst, voor zover betrekking hebbend op het wastafelmeubel, rechtvaardigt. De klacht is derhalve gegrond.

Het vorenstaande betekent dat de ondernemer de koopsom aan de consument dient terug te betalen. De koopsom bedroeg € 683,– inclusief BTW. De consument ontving van de ondernemer reeds de terugbetaling van een bedrag ad € 225,–, zodat nog resteert terug te betalen en bedrag ad € 458,–.

Bovendien acht de commissie het redelijk en billijk dat de ondernemer vanwege het door de consument ondergane ongemak een bedrag ad € 200,– binnen na te melden termijn aan de consument vergoed. De consument heeft ruim een jaar niet over een wastafelmeubel kunnen beschikken en zich veel inspanning moeten getroosten om een soortgelijk meubel via een andere leverancier te verkrijgen.
Geelt hierop vindt de commissie het niet redelijk om daarnaast nog te bepalen dat het prijsverschil door de ondernemer aan de consument wordt vergoed.  
 
Nu de klacht gegrond is, is het redelijk dat het klachtengeld door de ondernemer aan de consument wordt vergoed.

Daarom wordt als volgt beslist. 

Beslissing

De tussen partijen op 7 oktober 2012 gesloten overeenkomst wordt gedeeltelijk ontbonden verklaard, voor zover betrekking hebbend op het wastafelmeubel.

De ondernemer dient binnen 10 dagen na de verzenddatum van dit bindend advies de door de consument betaalde restant koopprijs ad € 458,– en een bedrag ad € 200,– wegens ongemak, derhalve in totaal een bedrag ad € 658,– aan de consument te betalen. Indien betaling van voormeld bedrag niet tijdig plaatsvindt, is de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies aan de consument verschuldigd.  

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 76,26   aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 15 januari 2014.