Ondernemer draagt bewijslast voor aflevering besteld product. Niet aan voldaan.

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie




Commissie: Elektro    Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ELE08-0017

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 18/19 december 2007 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot levering van een [LCD TV] tegen een daarvoor door de consument te betalen prijs van € 849,–.   De consument heeft rond 4 januari 2008 telefonisch en daarna schriftelijk de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Op 18 december 2007 heeft de consument online bij de ondernemer een LCD TV besteld en betaald. Op dezelfde dag verkreeg de consument een mail met de mededeling dat dit type TV niet meer leverbaar was en na telefonisch overleg met de ondernemer is afgesproken dat de consument een duurder type zou bestellen waartoe hij op 19 december 2007 het aanvullend verschuldigde bedrag heeft overgemaakt. De consument heeft echter de door hem bestelde en betaalde LCD TV nooit geleverd gekregen. Ondanks het feit dat de consument op 20 december 2007 een e-mail heeft ontvangen van de ondernemer waarin deze meldt dat de bestelling is meegenomen door [de postbezorger] en dat volgens de site van [de postbezorgdienst] het pakket op 24 december 2007 zou zijn afgeleverd op het adres van geadresseerde heeft de consument de TV nooit afgeleverd gekregen. Ondanks sommatie en ingebrekestelling in januari 2008 heeft de consument de TV nooit gekregen zodat hij inmiddels elders een TV heeft gekocht.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Zijn vrouw is op 22 december 2007 50 jaar geworden. Met zijn kinderen was afgesproken dat zij voor de vrouw een TV zouden aanschaffen. Wegens tijdgebrek heeft de consument die via internet bij de ondernemer besteld met de bedoeling dat de TV voor het verjaardagsfeest van de vrouw op 22 december 2007 zou worden geleverd. Met het door de ondernemer opgegeven tracknummer heeft de consument laatstelijk via [de postbezorgdienst] kunnen achterhalen dat het pakket uit naar de geadresseerde zou worden gebracht. Evenwel had de consument op de verjaardag van de vrouw op 22 december 2007 de TV nog niet verkregen. Op 23 december 2007 is de man tezamen met zijn vrouw voor een week op vakantie gegaan naar [het buitenland]. Ook bij terugkeer uit [het buitenland] ultimo december 2007 was de TV niet geleverd. Gelet op de feestdagen en verdere drukte heeft de man nog een paar dagen gewacht alvorens contact op te nemen met de ondernemer met de vraag waar de TV bleef. Van de zijde van de ondernemer kreeg de consument te horen dat de TV bij hem zou zijn afgeleverd, hetgeen volgens de consument niet is gebeurd. De consument heeft verder nog contact opgenomen met [de postbezorgdienst], maar omdat hijzelf niet in een contractuele relatie stond tot [de postbezorgdienst] (hij was immers niet de opdrachtgever voor verzending van het pakket) kreeg hij weinig tot geen informatie; het enige dat hij heeft vernomen is dat de chauffeur die op 24 december 2007 voor aflevering zou moeten zorgdragen, zou zijn ontslagen. De consument is verder ontstemd over de aantijgingen die de ondernemer (schriftelijk) aan zijn adres heeft uitgesproken zoals de suggestieve opmerkingen van de ondernemer of 1) de consument wel op het door hem opgegeven adres woonachtig is, alsmede 2) dat op dat adres mensen wonen die gebrekkig Nederlands zouden spreken. In dat kader heeft de consument ter zitting nog een afschrift uit het Bevolkingsregister (GBA) getoond waaruit volgt dat de consument inderdaad op het door hem genoemde adres woonachtig is en heeft hij verder verklaard dat zijn echtgenote (waarmee hij al 35 jaar getrouwd is) uit [het buitenland] afkomstig is en als arts hier te lande werkzaam is en goed Nederlands spreekt; hetzelfde geldt voor zijn thuiswonende zoon.   Al met al heeft de consument wel voor een door hem bestelde TV betaald, maar die TV nooit geleverd gekregen. De consument verlangt terugbetaling aan hem van het door hem betaalde bedrag van € 849,–.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Op 18 december 2007 heeft de consument een TV bij de ondernemer besteld waarbij hij aangaf haast te hebben met de ontvangst daarvan. Aangezien het bestelde model niet op korte termijn te leveren was is aan de consument een alternatief model aangeboden waarmee de consument akkoord is gegaan. Op 20 december 2007 is het pakket door de ondernemer aan [de postbezorgdienst] aangeboden en uit de verkregen statusinformatie van [de postbezorgdienst] blijkt dat de zending op 24 december 2007 zou zijn afgeleverd. De ondernemer was dan ook onaangenaam verrast toen de consument in de tweede week van januari meedeelde dat hij het bestelde artikel niet had ontvangen. Navraag bij [de postbezorgdienst] leverde op dat het pakket wel zou zijn geleverd. De ondernemer stelt zich derhalve op het standpunt dat de TV op 24 december 2007 aan de consument is geleverd en twijfelt aan de betrouwbaarheid en integriteit van de consument.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat de consument een LCD TV bij de ondernemer heeft besteld en daarvoor een bedrag van € 849,– aan de ondernemer heeft betaald. Anders dan de ondernemer stelt, staat niet vast dat de TV daadwerkelijk op 24 december 2007 op het adres van de consument is afgeleverd. Immers, het bewijsstuk waarmee de ondernemer zou kunnen aantonen dat de TV daadwerkelijk op die datum op het adres van de consument is afgeleverd ontbreekt; een ondertekend bewijs van ontvangst van de TV op het adres van de consument is namelijk door de ondernemer niet verschaft. In dit soort zaken is het zonder meer gebruikelijk dat alsdan een getekend bericht van ontvangst wordt overgelegd. De afzender van een postpakket dient aannemelijk te maken (te bewijzen) dat het postpakket de ontvanger heeft bereikt (op grond van de in Nederland gehanteerde ontvangsttheorie van artikel 3:37 BW). Dat is in deze zaak niet gebeurd.   De ondernemer miskent met zijn standpunt dat hij de bewijslast draagt van de concrete levering van de TV op het adres van de consument. Een enkel statusoverzicht van [de postbezorgdienst] – zonder de concrete bevestiging dat het pakket daadwerkelijk is afgeleverd en waar tevens voor ontvangst is getekend – is ontoereikend om als bewijs te kunnen dienen. Het heeft er in deze zaak overigens alle schijn van dat het met de levering door [de postbezorgdienst] is misgegaan. Dit betekent dat de ondernemer is tekortgeschoten in de nakoming van zijn leveringsverplichting jegens de consument. De consument kan in dat geval dan ook terecht aanspraak maken op terugbetaling van het door hem betaalde bedrag van € 849,– (voor de niet aan hem geleverde TV). Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is.   De commissie hecht er nog aan op te merken dat het voor de ondernemer aanbeveling verdient om de door hem te leveren zaken voortaan met bericht van ontvangst te versturen teneinde kwesties zoals deze te voorkomen.   De commissie acht derhalve de klacht gegrond.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument het bedrag van € 849,– terug [en wel op het bankrekeningnummer]. Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden terzake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 75,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 27 juni 2008.