Ondernemer moet kosteloze reparatie uitvoeren op defecte beeldscherm van laptop

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Elektro    Categorie: (non)conformiteit / Reparatie    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 16547/24876

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Het beeldscherm van de laptop die door de consument gekocht is, is binnen drie maanden na de koopovereenkomst defect geraakt. De consument laat de laptop repareren bij de ondernemer, maar er wordt hem verteld dat de reparatie niet onder de garantie valt omdat het defecte beeldscherm het gevolg is van gebruikersschade. De ondernemer voert ditzelfde verweer bij de commissie. De consument is het hier niet mee eens, omdat er zeer voorzichtig met de laptop is omgegaan. De commissie oordeelt dat er geen bewijs is dat er sprake is van gebruikersschade en oordeelt dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de kosten van de reparatie. De consument had de reparatiekosten al betaald. De ondernemer moet deze kosten aan de consument terugbetalen. De klacht is gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 10 augustus 2019 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer (vestiging Alkmaar) heeft zich daarbij verplicht tot verkoop en levering van een nieuwe Lenovo notebook. De koopsom is toen door de consument betaald.

De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 10 augustus 2019.

De consument heeft op 6 november 2019 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Deze laptop, waar ik zeer zuinig op ben aangezien deze essentieel is voor mijn studie, wilde ik op 6 november 2019 openen om te gebruiken. Helaas kreeg ik een zwart scherm te zien. De laptop heb ik thuis aangesloten op een aparte monitor om te controleren of enkel het beeldscherm defect was. Dit bleek het geval te zijn. De laptop functioneert voor de rest prima. Ik ben toen vol goede moed en vertrouwende op de highservice van de ondernemer nog dezelfde dag naar de winkel in Alkmaar gegaan. De vriendelijke medewerker gaf aan dat de laptop zou worden opgestuurd en dat het wel drie weken kon duren voordat hij terug zou zijn. Een andere medewerker gaf al vrij snel aan dat dit niet onder de garantie zou vallen.

Tijdens dit gesprek gaf ik aan dat ik hier niet mee akkoord zal gaan, want als je een laptop al niet meer open kunt klappen om te gebruiken, wie durft dan nog met een laptop te werken? Maar goed, de laptop is opgestuurd naar de specialisten en na een paar weken werd mij vriendelijk verzocht om € 171,08 over te maken, wat ik niet heb gedaan. Een laptop waar geen krasje op zit en nog geen 4 maanden oud is en boven alles, waar zeer voorzichtig mee om wordt gegaan, kan natuurlijk niet buiten de garantie vallen. Op het eerste klachtenformulier is er ook geen schade geconstateerd. Ik eis dat de ondernemer deze kosten van reparatie alsnog op zich neemt.

Later is door de consument nog als volgt bericht.

De reparatie is uitgevoerd. Wat mij daarvoor door de ondernemer in rekening is gebracht heb ik niet in depot gestort bij het secretariaat van de commissie, maar op 24 februari 2020 alsnog en onder voorbehoud aan de ondernemer betaald door overmaking. Ik wilde namelijk graag mijn laptop terug.

De consument verlangt kosteloze reparatie van de laptop, en daarom terugbetaling van het genoemde bedrag van € 171,08.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Er is bij de reparatie van deze Lenovo laptop 330-15IKBR gebruikersschade geconstateerd. Dit is schade door druk van buitenaf. Deze schade valt niet onder de fabrieksgarantie. Daarom heeft de consument een prijsopgave van € 171,08 gekregen. De consument heeft op 31 januari jl. aan een medewerker van het Service Center van de ondernemer telefonisch zijn akkoord gegeven voor de prijsopgave. Het betalen van €171,08 op 22 februari jl. wordt beschouwd als een feitelijke handeling die het akkoord van de consument bevestigd. Dit betekent dat de ondernemer dit reparatietraject als afgehandeld beschouwt en niet alsnog terugkomt op de prijsopgave voor de reparatie.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Na inlevering van deze notebook maar voor de reparatie daarvan heeft de consument van de zijde van de ondernemer het volgende (door de consument in het geding gebrachte) bericht ontvangen:

“Bij onderzoek aan de door u ter reparatie aangeboden Lenovo laptop 330-15IKBR blijkt dat de verwachte reparatiekosten een prijsopgave wenselijk maken.

Voor deze reparatie met [referentienummer] dienen de volgende werkzaamheden uitgevoerd te worden:

“Uit onderzoek is gebleken dat er schade aan uw toestel is ontstaan door onoordeelkundig gebruik. Wij kunnen om die reden de noodzakelijke reparatie niet onder garantie uitvoeren.”

De kosten voor deze werkzaamheden bedragen € 171,08. Wanneer u de reparatie niet wilt laten uitvoeren zijn wij genoodzaakt de kosten van onderzoek in rekening te brengen. Het vaststellen van de storing vormt namelijk een aanzienlijk deel van de reparatiekosten.”

De commissie stelt vast dat daarop door de consument is c.q. moet zijn bericht aan de ondernemer dat door hem uit drie opties wordt gekozen voor de optie “Ik kies voor het laten uitvoeren van de reparatie voor een bedrag van € 171,08”.

Anders dan op basis hiervan door de ondernemer als verweer is gevoerd, kan op basis hiervan niet worden geoordeeld dat door de consument feitelijk is erkend dat de kosten van de reparatie voor zijn rekening zijn en blijven en dat juist is dat die niet worden gedekt door de (fabrieks-) garantie. Zulks dient ook in samenhang te worden gezien met de omstandigheid dat de consument dat bedrag van € 171,08 onder voorbehoud/protest heeft voldaan om de laptop weer terug te krijgen.

Het probleem met de laptop heeft zich namelijk binnen zes maanden na aankoop voorgedaan. Als het gebrek (hier het zwarte scherm) zich binnen zes maanden na levering heeft geopenbaard, dan wordt vermoed dat het gebrek al bestond ten tijde van de koop. De consument hoeft dan niet aan te tonen dat het gebrek al bestond bij de levering, omdat vermoed wordt dat dit gebrek al aanwezig was, maar de verkoper moet juist aantonen dat het gebrek nog niet bestond (artikel 7:18 lid 2 Burgerlijk Wetboek).

De consument heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat het probleem niet door hem is veroorzaakt.

De ondernemer kan in dit kader niet volstaan met enkel te stellen dat er sprake is c.q. moet zijn geweest van onoordeelkundig gebruik dat garantie in de weg is gaan staan. De ondernemer heeft te bewijzen dat dit zo is. De consument stelt immers ook dat er op de laptop nog geen krasje zit en dat hij er zeer voorzichtig mee om is gegaan.

Door de ondernemer is eerder tegenover de consument noch later in dit geding geen enkele feitelijke duidelijkheid verschaft over de oorzaak van het zwarte beeldscherm. Zo is geen technisch rapport van de reparatie in het geding gebracht. Ook zijn geen foto’s geproduceerd van de laptop onder reparatie. Daarbij komt dat ook het vervangen beeldscherm kennelijk niet mee terug is gezonden aan de consument. Dit heeft ook onmogelijk gemaakt dat een deskundige van de commissie zich een oordeel heeft kunnen vormen of de oorzaak van de beeldschermstoring al dan niet het gevolg is c.q. moet zijn geweest van buiten de garantie vallend onoordeelkundig gebruik.

In feite is de oorzaak van het zwarte beeldscherm zelfs helemaal niet benoemd door de ondernemer.

Door de ondernemer is ook geen inzicht verschaft in hoe zij het genoemde bewijs mogelijk alsnog denkt te kunnen leveren. Door haar is ook niet verzocht om de zaak aan te houden om dat bewijs alsnog te kunnen bijbrengen in dit geding.

Dit alles afwegend is de commissie van oordeel dat er geen reden is om de zaak aan te houden om reden zoals hiervoor is aangeduid, en zal zij de zaak meteen afdoen.

De consument verdient de consumentenbescherming zoals hiervoor is aangeduid. Het verweer van de ondernemer faalt.

De klacht is dus gegrond en er dient in na te melden zin te worden beslist.

Op basis van het reglement van de commissie is de ondernemer gehouden om het door de consument betaalde klachtengeld te voldoen aan de consument en behandelingskosten aan het secretariaat van de commissie. De behandelingskosten zullen de ondernemer separaat bij factuur in rekening worden gebracht.

Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument terug het meergenoemde bedrag van € 171,08. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 62,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage verschuldigd in de behandelingskosten van het geschil.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, mevrouw mr. A.J.E. Weijenborg-Meiss en de heer R.A. Timmer, leden, op 17 juni 2020.