Commissie: Elektro
Categorie: Reparatie
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
113831
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op schade die is ontstaan aan de door de consument op 18 september 2017 bij de ondernemer ter reparatie ingeleverde laptop, tussen het moment van inlevering bij de ondernemer en dat van de ontvangst ervan van zijn servicecentrum.
De consument heeft zijn klacht op 21 september 2017 schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Hij heeft de laptop ter reparatie ingeleverd bij de ondernemer omdat het scharnier muurvast zat. Twee weken later ontving hij een prijsopgave omdat het val/stootschade zou betreffen die voor zijn eigen rekening kwam.
In samenspraak met de klantenservice van de ondernemer is vervolgens geconstateerd dat de prijsopgaaf niet terecht was en dat de op het servicecentrum geconstateerde schade significant groter was dan die toen hij de laptop ter reparatie afleverde. Na overleg heeft de ondernemer uiteindelijk aangeboden het gehele bedrag aan reparatiekosten voor zijn rekening te zullen nemen. De consument gaat hier niet mee akkoord. Uit ervaring weet hij dat een laptop met zulke enorme schade problemen zal blijven opleveren. Ook vindt hij de schade die binnen de invloedssfeer van de ondernemer aan de laptop is ontstaan buitenproportioneel en diens klantenservice slecht.
De consument wil dat de koopovereenkomst ontbonden wordt.
Ter zitting heeft de consument toegevoegd dat de schade waarvoor hij de laptop ter reparatie inleverde naar zijn mening een gebrek in het product betrof. Naar zijn idee wordt de laptop veel te warm bij gebruik, hetgeen de scharnierproblemen moet hebben veroorzaakt. Hij is het dan ook niet eens met de bewering van de ondernemer dat de laptop buiten de garantie liep. Hij heeft het aanbod van de ondernemer om de laptop geheel voor diens kosten te laten herstellen om die reden dan ook niet willen accepteren. Hij zou dan geen garantie meer hebben, terwijl het apparaat nog maar vier maanden oud was en hij bovendien goede redenen heeft om aan te nemen dat het apparaat nooit meer helemaal ‘het oude’ zou zijn en mogelijk problemen zal blijven ondervinden van de klap die het bij de ondernemer moet hebben gemaakt. In het verweer van de ondernemer leest hij nu voor het eerst dat deze de lopende garantie wil handhaven.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Er is inderdaad extra schade ontstaan aan de laptop toen die zich binnen zijn invloedssfeer bevond. Vandaar dat de ondernemer heeft aangeboden het gehele bedrag aan reparatiekosten voor zijn rekening te zullen nemen. Dit ondanks dat de laptop bij inlevering ter reparatie buiten de garantie viel.
De verlangde ontbinding is buitenproportioneel. De ondernemer betwist de stelling van de consument dat een laptop met dit soort schade problemen zal blijven opleveren.
De ondernemer blijft bereid geheel voor zijn kosten te laten repareren maar verzet zich tegen de gevraagde ontbinding.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument heeft op enig moment laptop ter reparatie ingeleverd bij de ondernemer. Er was toen een probleem met de scharnieren. Vast staat dat van de verdere schade die later in het servicecentrum is geconstateerd toen nog geen sprake was. De ondernemer heeft dit ook onderkend en is bereid alle schade die aan het apparaat is ontstaan toen het zich onder zijn beheer bevond voor zijn kosten te laten herstellen. Daarnaast heeft hij aangeboden ook de kosten van herstel van de oorspronkelijke schade, die waarmee de consument het apparaat ter reparatie bij hem aanbood, voor zijn rekening te nemen. De ondernemer noemt dit coulance aangezien hij meent dat deze schade in het geval de nadere schade zich niet zou hebben voorgedaan voor rekening van de consument zou zijn gekomen. De consument is het daar niet mee eens en meent dat die schade het gevolg was van een gebrek aan het product. De commissie onthoudt zich van een oordeel dienaangaande. Deze schade is niet nader onderzocht en het staat derhalve niet vast wat hiervan de oorzaak is. Het is in die zin ook niet van belang dat de ondernemer nog immer bereid is de kosten van herstel ervan voor zijn rekening te nemen.
Wel van belang is het punt van de garantie. De consument heeft uit de mailwisseling die hij destijds heeft gevoerd met de ondernemer afgeleid dat die de mening was toegedaan dat die na de schade en het herstel ervan niet meer zou gelden. De ondernemer schreef hem immers op 10 oktober 2017: “Het toestel wat u bij ons heeft ingeleverd was al buiten garantie, en ondanks dat het een zeer vervelende situatie is dat het toestel tijdens transport meer schade heeft opgelopen verandert dat niets aan het feit dat u gegarandeerd als reparatiekosten moest betalen.”
De commissie leest niet met zoveel woorden in de mailwisseling dat de ondernemer de mening was toegedaan dat de consument na de reparatie geen aanspraak kon maken op de garantie maar kan zich wel indenken dat de consument dit zo heeft opgevat. Hierbij speelt mede een rol dat de ondernemer aanvankelijk de gehele nadere schade bij de consument heeft willen neerleggen. Daarna toonde hij zich bereidt de consument een korting van € 54,00 op de kosten van herstel te geven. Daar weer na bood hij aan alle kosten van herstel voor zijn rekening te nemen, zeggende dat dit deels uit coulance was, nu het apparaat ‘al buiten garantie’ was. Nu de laptop pas vier maanden oud was en nu de oorzaak van de aanvankelijke schade niet nader is onderzocht, was dat een opmerkelijke mededeling. Het is niet onbegrijpelijk dat de consument de door de ondernemer gebezigd term ‘buiten garantie’ heeft verstaan zoals hij dit heeft gedaan, namelijk dat hij na het herstel geen aanspraak meer zou kunnen maken op garantie. Dat deze misvatting bij de consument heeft postgevat komt voor risico van de ondernemer. Nu deze verantwoordelijk was voor een aanzienlijke schade aan de laptop van de consument is begrijpelijk dat deze zich zorgen maakte over de gevolgen die dit zou hebben voor het functioneren van het apparaat in de toekomst en zijn mogelijkheden aanspraak te maken op garantie mocht dit te wensen overlaten. De ondernemer had, zeker na zijn eerst schoorvoetend erkennen van zijn aansprakelijkheid, onder die omstandigheden geen enkele onduidelijkheid moeten laten bestaan over de inhoud van zijn aanbod en het laten voortduren van de garantie in een eerder stadium uitdrukkelijk moeten benoemen.
Dat de consument het aanbod van de ondernemer niet heeft geaccepteerd en de onderhavige klacht heeft doorgezet valt hem dan ook niet te verwijten.
De klacht is in zoverre gegrond.
De commissie is wel van oordeel dat de ondernemer niet tot meer gehouden is dan zijn aanbod behelst. Indien de laptop na de reparatie inderdaad alsnog problemen zou gaan ondervinden van de klap zal de consument de ondernemer hierop immers binnen de garantie kunnen aanspreken. Voor de gevraagde ontbinding van de koopovereenkomst bestaat dus geen aanleiding.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer is gehouden, conform zijn aanbod, de kosten van algeheel herstel van de laptop voor zijn rekening te nemen, een en ander binnen vier weken na de verzending van deze uitspraak, alsmede tot het onverkort laten voortduren van de voor de laptop oorspronkelijk afgegeven garantie.
De ondernemer dient het door de consument betaalde klachtgeld ad € 87,50 aan deze te vergoeden.
Verder is de ondernemer conform het reglement behandelingskosten verschuldigd aan de commissie. De behandelingskosten worden gematigd met 50%.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit
mr C.H. van Breevoort-de Bruin, voorzitter,
mr A.J.E. Weijenborg-Meiss en J. Duijns, leden, op 26 januari 2018.