Commissie: Wonen
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
80608
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 29 juni 2013 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst.
De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een boxspring bed tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 5.327,–.
De consument heeft een bedrag ad € 1.450,– aanbetaald.
De consument heeft de klacht op 30 juni 2013 schriftelijk aan de ondernemer voorgelegd.
De levering heeft niet plaatsgevonden.
De consument heeft een bedrag ad € 3.877 niet betaald en bij de commissie in depot gestort.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument kocht een boxspring bed “Balance” van de fabrikant [naam fabrikant]. De ondernemer presenteerde dit ten tijde van de verkoop alsof het om een in de productielijn van de fabrikant standaard vervaardigd bed zou gaan. Na de aankoop bleek de consument dat zij het door haar bij de ondernemer gekochte bed niet kon vinden op de website van de fabrikant. De consument bleek een bed gekocht te hebben dat wellicht vervaardigd is door dezelfde fabrikant, maar alleen speciaal voor deze ondernemer.
De consument werd bij de aankoop verteld dat de laagste prijsgarantie van toepassing was, dat wil zeggen dat indien het door haar bij de ondernemer gekochte bed ergens anders goedkoper zou worden aangeboden het verschil in prijs door de ondernemer twee maal aan de consument zou worden terugbetaald. Vanwege die prijsgarantie heeft de consument zich toen verder niet meer verdiept in soortgelijke aanbiedingen. Omdat de consument later bleek dat het bed exclusief voor de ondernemer werd vervaardigd, is er nergens een identiek bed verkrijgbaar en stelt de prijsgarantie dus niets voor.
De consument werd misleid door de ondernemer.
De consument vernam van de fabrikant dat het door haar gekochte bed het meest vergelijkbaar is met een in de productielijn van de fabrikant vervaardigd bed “Timeless”. Dit bed is elders te koop met een korting van € 1.250,– plus gratis twee hockers á € 495,–.
De consument heeft de ondernemer het voorstel gedaan om haar een korting te geven van € 990,–.
De ondernemer is echter van mening dat het door de consument gekochte bed niet te vergelijken valt met het bed “Timeless” en is niet bereid de consument een korting te geven.
De consument heeft overigens onmiddellijk aan de ondernemer aangeven ontevreden te zijn, maar de ondernemer heeft haar er nooit op gewezen dat zij kon afzien van de order.
De consument verlangt primair ontbinding van de overeenkomst op grond van dwaling of anders vanwege de prijsgarantie een korting op de aankoop van € 950,–.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Na de aankoop kon de consument op de website van [naam fabrikant] het door haar gekochte bed niet vinden.
De consument kreeg eerst een korting van € 200,–, indien zij de boxspring kocht, maar haar echtgenoot aarzelde omdat hij zich afvroeg of een vergelijkbaar bed elders niet goedkoper kon worden aangeschaft. Vervolgens werd de consument door de verkoper gewezen op de prijsgarantie, inhoudende dat indien het bed goedkoper elders kon worden gekocht twee maal het prijsverschil door de ondernemer zou worden vergoed. De consument en haar echtgenot vonden het toen niet langer nodig eerst nog rond te kijken of het bed elders niet goedkoper kon worden gekocht. De consument was in ieder geval niet overgegaan tot aankoop als zij geweten had dat de gekochte boxspring met geen enkele andere boxspring goed te vergelijken viel.
Volgens de fabrikant was de gekochte boxspring wel degelijk te vergelijken met de “Timeless” boxspring en daarbij werden kortingen gegeven.
De ondernemer heeft weliswaar erg laat een aantal stukken voor het eerst ter zitting overgelegd, maar de consument vindt het niet nodig de behandeling thans te onderbreken of eventueel aan te houden tot een nadere datum.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid een verweerschrift in te dienen.
Ter zitting is namens de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Er is geen sprake geweest van misleiding. De ondernemer heeft na de verkoop op verzoek van de consument speciaal nog op de orderbon vermeld dat het een [naam fabrikant] boxspring betreft. Het is een speciaal voor de ondernemer door [naam fabrikant] vervaardigde boxspring.
De ondernemer heeft ter zitting een overzicht overgelegd van de verschillen tussen onder meer de door de consument gekochte boxspring en de “Timeless” boxspring van [naam fabrikant], waaruit blijkt dat deze vanuit kwalitatief oogpunt niet te vergelijken zijn. De “Timeless” boxspring is kwalitatief aanzienlijk beter dan de door de consument gekochte boxspring. De gekochte boxspring valt nog het beste te vergelijken met de “Nordic” boxspring van [naam fabrikant].
De korting werd door [naam fabrikant] enkel gegeven bij de aankoop van een “Timeless” boxspring en niet bij de “Nordic” boxspring. De ondernemer is dan ook niet bereid enige korting aan de consument te verlenen.
Het klopt wel dat het lastig is om een vergelijkbare boxspring aan te wijzen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie overweegt allereerst dat de ondernemer ten tijde van de verkoop met betrekking tot het boxspring bed op zich geen onjuiste informatie aan de consument heeft verstrekt, waardoor de consument werd misleid. Uit het dossier en de door de ondernemer ter zitting verschafte informatie blijkt volgens de commissie dat het boxspring bed een door de fabrikant [naam fabrikant] vervaardigd product betreft.
Het geschil spitst zich echter toe op de onduidelijkheid met betrekking tot de door de ondernemer aan de consument verstrekte prijsgarantie, welke inhield – zakelijk weergegeven – dat de consument gedurende 30 dagen na aankoop het prijsverschil dubbel van de ondernemer retour zou ontvangen, indien een boxspringbed van dezelfde kwaliteit in een winkel binnen de Benelux goedkoper door de consument zou worden aangetroffen.
Vast staat en dit is op zich ook niet door de ondernemer bestreden, dat voor de positieve beslissing tot aankoop de door de ondernemer afgegeven prijsgarantie voor de consument van doorslaggevende betekenis is geweest. De consument wilde eigenlijk nog verder nagaan of een dergelijk bed elders mogelijk goedkoper kon worden aangeschaft, maar de consument zag daar enkel vanwege de door de ondernemer verstrekte prijsgarantie van af.
De consument heeft een e-mail d.d. 3 juli 2013 overgelegd afkomstig van de fabrikant, waaruit blijkt dat de gekochte boxspring te vergelijken is met de bedden uit het “Timeless” programma. In dat geval zou de consument recht hebben op de korting voortvloeiende uit de prijsgarantie.
De ondernemer heeft ter zitting een overzicht overgelegd en op zich deugdelijk gemotiveerd uiteengezet dat die vergelijking vanuit kwalitatief oogpunt niet op gaat.
In het dossier bevindt zich tevens een e-mail d.d. 1 juli 2013 van de ondernemer, waaruit blijkt dat het door de consument gekochte model exclusief door de fabrikant voor de ondernemer vervaardigd werd en “dus het opzoeken van vergelijkbare modellen lastig is”. Ter zitting heeft de ondernemer dit laatste bevestigd.
Ter zitting heeft de ondernemer uiteengezet dat het door de consument gekochte bed nog het meeste te vergelijken zou zijn met een boxspring van dezelfde fabrikant van het merk Nordic, maar een soortgelijk boxspring bed is het daarmee nog niet.
De ondernemer heeft niet ten tijde van de verkoop en zelfs niet in de e-mail d.d. 1 juli 2013, maar in feite pas ter zitting enig aanknooppunt kunnen bieden met betrekking tot de vraag waarmee het gekochte vergeleken zou kunnen worden. Voor de gemiddelde consument is dit in elk geval ten tijde van de aankoop niet transparant genoeg.
Naar het oordeel van de commissie blijkt de aan de consument afgegeven prijsgarantie in het onderhavige geval in feite illusoir. Uit het vorenstaande vloeit voort dat de consument in het onderhavige geval niet tot aankoop zou zijn overgaan. De commissie acht de klacht van de consument dan ook gegrond en zal het verzoek van de consument strekkende tot ontbinding van de overeenkomst wegens dwaling toewijzen.
Dit betekent dat de ondernemer de door de consument gedane aanbetaling ad € 1.450,– binnen na te melden termijn aan de consument dient terug te betalen.
De commissie zal voorts bepalen dat het depotbedrag aan de consument wordt terug betaald.
Ten slotte dient het door de consument betaalde klachtengeld door de ondernemer te worden vergoed.
Daarom wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de consument gegrond.
De tussen partijen op 29 juni 2013 gesloten overeenkomst wordt ontbonden verklaard.
De ondernemer dient binnen 10 dagen na de verzenddatum van dit bindend advies de door de consument betaalde aanbetaling ad € 1.450,– aan de consument terug te betalen. Indien betaling van voormeld bedrag niet tijdig plaatsvindt, is de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag verschuldigd vanaf de verzenddatum van dit bindend advies tot de dag der algehele voldoening.
Het depotbedrag ad € 3.877,– wordt aan de consument terug betaald.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,10 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 15 januari 2014.