Ontvankelijkheid van een klacht in de gehandicaptenzorg ondanks afgebroken interne procedure

De Geschillencommissie




Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg    Categorie: -    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: voorbeslissing   Uitkomst: ontvankelijk   Referentiecode: 593484/1039017

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De klaagster diende een klacht in tegen Lunet Zorg, waar haar zoon al 13 jaar verblijft. Zij stelt dat zij en haar zoon sinds de coronaperiode psychisch mishandeld en vernederd worden. Volgens de zorgaanbieder is de klaagster niet-ontvankelijk, omdat zij zich had afgemeld voor de zitting bij de interne klachtencommissie en die daardoor de klacht niet inhoudelijk kon behandelen. De commissie oordeelt echter dat klaagster zich voldoende heeft ingespannen om haar klacht te laten behandelen. Het feit dat zij niet aanwezig was bij de hoorzitting, betekent niet dat zij haar klacht heeft ingetrokken. Bovendien besloot de klachtencommissie zelf om de zitting niet door te laten gaan vanwege klaagsters afwezigheid. De zorgaanbieder had de zitting ook zonder klaagster kunnen voortzetten of haar expliciet moeten informeren over de procedurele gevolgen van afwezigheid. Dat is niet gebeurd, waardoor klaagster de onvolledige interne behandeling niet kan worden tegengeworpen. De commissie ziet hierin een uitzonderingssituatie waarin de klacht toch ontvankelijk moet worden verklaard. Daarom wordt de klacht ontvankelijk geacht en zal deze op een later moment inhoudelijk worden behandeld.

De uitspraak

in het geschil tussen

[naam], wonende te [plaats] (hierna te noemen: de klaagster)

en

Stichting Lunet Zorg, gevestigd te Eindhoven
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil

Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de klaagster in haar klacht ontvankelijk is.

De Geschillencommissie Gehandicaptenzorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 11 juni 2025 te Utrecht.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag of de klaagster ontvankelijk is in haar klacht, nu zij de interne klachtenprocedure bij de zorgaanbieder niet geheel heeft doorlopen.

Standpunt van de klaagster

Voor het standpunt van de klaagster verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

De cliënt, zoon van de klaagster, woont al 13 jaar bij de zorgaanbieder, locatie Eckartdal. Vanaf de coronaperiode worden de cliënt en de klaagster psychisch mishandeld en vernederd. De klacht van de klaagster werd niet opgepakt en de klaagster kan geen e-mails meer sturen of telefonisch contact opnemen.

Standpunt van de zorgaanbieder

Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

De zorgaanbieder beroept zich op niet-ontvankelijkheid van de klaagster. Grond voor dit verzoek is het feit dat de klaagster haar klacht weliswaar heeft voorgelegd bij de klachtencommissie maar zich vervolgens op 16 september 2024 heeft afgemeld voor de hoorzitting van 11 oktober 2024.

De klaagster heeft zich via de vertrouwenspersoon afgemeld en meegedeeld dat ze de klacht zal voorleggen bij de commissie. Hierdoor heeft de klachtencommissie geen gelegenheid gekregen om de klaagster en de verweerders te horen. En dus ook niet om haar advies uit te brengen aan de raad van bestuur van de zorgaanbieder, waardoor deze ook geen beslissing over deze zaak heeft kunnen nemen.

Beoordeling van de ontvankelijkheid

De zorgaanbieder heeft zich op het standpunt gesteld dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht, nu zij de interne klachtenprocedure niet, althans niet volledig, heeft doorlopen.

Naar het oordeel van de commissie heeft klaagster zich voldoende ingespannen om haar klacht te laten behandelen door de klachtencommissie van de zorgaanbieder. Het enkele feit dat zij er – om haar moverende redenen – voor heeft gekozen niet persoonlijk bij de zitting van de klachtencommissie aanwezig te zijn, kan niet worden aangemerkt als het intrekken van de klacht. Uit het e-mailbericht van
11 oktober 2024 blijkt dat de klachtencommissie zelf heeft besloten de zitting geen doorgang te laten vinden vanwege klaagsters afwezigheid.

Het had op de weg van de zorgaanbieder gelegen om de zitting (desnoods buiten aanwezigheid van klaagster) te laten doorgaan, dan wel klaagster expliciet te informeren over de mogelijke gevolgen van haar afwezigheid en over de verdere procedurele stappen.

Het ontgaat de commissie dan ook op grond waarvan de klachtencommissie heeft besloten de klacht van klaagster niet te beoordelen.

Onder deze omstandigheden kan klaagster niet worden tegengeworpen dat zij de interne klachtenprocedure niet volledig heeft doorlopen. De commissie is van oordeel dat sprake is van een uitzonderingssituatie als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het Reglement van de commissie.

Op grond van het voorgaande is de klaagster ontvankelijk in de klacht. De inhoudelijke behandeling van de klacht zal plaatsvinden op een nader aan de klaagster en de zorgaanbieder bekend te maken datum en tijdstip.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De klaagster wordt in de klacht ontvankelijk verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg, bestaande uit mevrouw
mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM, de heer H.A. van Dam, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 11 juni 2025.

Print/PDF