Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: (On) zorgvuldigheid
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
236051/385782
De uitspraak:
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 13 september 2024 te Utrecht. Partijen zijn ter zitting verschenen en hebben hun standpunt nader toegelicht. De cliënt werd daarbij vergezeld door zijn partner. Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door de heer [NAAM], plastisch chirurg, en de heer drs. [NAAM], bestuursvoorzitter.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
De cliënt had een klein vetknobbeltje op zijn borst. Omdat de cliënt graag in de sportschool traint en het knobbeltje ontsierend was, heeft hij zich tot de kliniek van de zorgaanbieder gewend. Afgesproken werd dat alleen dit knobbeltje zou worden weggehaald. Op 11 mei 2022 is door plastisch chirurg een zogeheten gynaecomastie operatie uitgevoerd waarbij borstklierweefsel werd verwijderd. Tot ontsteltenis van de cliënt heeft de chirurg daarbij onnodig veel gezond weefsel weggehaald, waardoor een lelijke ontsierende deuk in zijn borst is ontstaan. Anders dan de chirurg naar voren heeft gebracht, was sprake van een uitsluitend cosmetische operatie en niet van een medisch noodzakelijke ingreep. De ingreep werd dan ook niet vergoed door de zorgverzekeraar van de cliënt. De cliënt heeft zijn klachten kenbaar gemaakt aan de chirurg, die bevestigde dat hij te veel vet had weggehaald. De chirurg bood aan een hersteloperatie uit te voeren waarbij middels liposuctie vet zou worden verkregen dat in de deuk zou worden gespoten. Tot verbazing van de cliënt wilde de chirurg de liposuctie uitvoeren op een andere plek op de borst, waarmee een nieuwe deuk zou worden gecreëerd. De cliënt is niet akkoord gegaan met die behandeling. De chirurg stelde voor de behandeling te laten uitvoeren door een andere chirurg binnen de kliniek, maar de cliënt had inmiddels ieder vertrouwen in de kliniek verloren. De cliënt verwijt de zorgaanbieder dat hij van de wal in de sloot is geholpen. Het laten verwijderen van een klein knobbeltje heeft geleid tot een grote zichtbare deuk en misvorming. De cliënt heeft € 2.011,87 betaald voor de operatie. De cliënt verlangt een vergoeding voor de kosten van een hersteloperatie in een andere kliniek. Daarnaast verlangt hij een vergoeding voor de overige bijkomende kosten, zoals een vergoeding voor het inkomstenverlies dat hij zal lijden gedurende de periode van herstel na de nieuwe operatie.
Standpunt van de zorgaanbieder
De cliënt meldde zich op 8 december 2021 voor het eerst bij de plastisch chirurg van de zorgaanbieder na verwijzing door zijn huisarts, in verband met een ‘recidief gynaecomastie’ van de rechterborst. Het preoperatief echo-onderzoek bevestigde de diagnose en werd afgegeven onder de classificatie ‘Birads 3’ (waarschijnlijk goedaardig). Aangezien het een eenzijdige kliervergroting betrof, heeft de chirurg de cliënt onder medische indicatie moeten opereren. Er was immers een kleine kans dat sprake was van maligniteit (kwaadaardigheid). Tot verbazing van de chirurg werd het verzoek tot vergoeding van de ingreep door de zorgverzekeraar van de cliënt desondanks afgewezen. De chirurg heeft de operatie op 11 mei 2022 uitgevoerd, waarbij hij de cliënt heeft verteld dat de ingreep kon leiden tot asymmetrie. De cliënt heeft het informed consentformulier getekend. De ingreep, waarbij de chirurg niet meer weefsel heeft weggehaald dan noodzakelijk was, is zonder complicaties verlopen. Het weggenomen klierweefsel is onderzocht in het laboratorium waarbij gelukkig geen sprake bleek van kwaadaardigheid.
De chirurg betreurt het dat de cliënt niet tevreden is met het cosmetisch resultaat van de operatie. Bij aanspanning van de borstspier is een deukje zichtbaar. De chirurg heeft de cliënt laten weten dat het deukje opgelost of verbeterd kan worden door middel van een relatief kleine correctie, ‘adhesiolysis’ met lipofilling. De chirurg heeft de cliënt aangeboden die nacorrectie door hem of door een collega binnen de kliniek te laten uitvoeren. De cliënt heeft dat voorstel afgewezen. De chirurg is van mening dat hij medisch juist heeft gehandeld en dat hem geen verwijt treft.
Bij de beoordeling van deze klacht geldt het volgende beoordelingskader. De overeenkomst die is gesloten tussen de cliënt en de zorgaanbieder, is aan te merken als een geneeskundige behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de hulpverlener – in dit geval de plastisch chirurg – de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen. Daarbij moet de hulpverlener handelen in overeenstemming met de op hem/haar rustende verantwoordelijkheid die voortvloeit uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het BW), die mede bepaald wordt door onder meer de stand en inzichten van de medische wetenschap, richtlijnen en protocollen. Deze zorgplicht houdt in dat de hulpverlener die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. De zorgplicht houdt in beginsel geen resultaatsverplichting in, maar wordt aangemerkt als een inspanningsverplichting. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
De commissie dient te onderzoeken of de plastisch chirurg bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst in de gegeven omstandigheden al dan niet de hiervoor omschreven zorgplicht heeft nageleefd.
De cliënt was bekend met klierzwelling in zijn borsten waaraan hij in zijn jeugd was geopereerd. De cliënt heeft zich in de kliniek van de zorgaanbieder gemeld, na een verwijzing van zijn huisarts, op basis van een medische indicatie. Vermeld werd dat sprake was van een ‘tumor rechter mamma’, die geanalyseerd was in het Haaglanden Medisch Centrum (HMC). Het echo-onderzoek van 21 juli 2020 in het HMC vermeldt: Beeld van (recidief) gynaecomastie rechts. Geen aanwijzingen voor maligniteit. Birads 3 (waarschijnlijk benigne).
Ten onrechte heeft de cliënt uit dit onderzoek afgeleid dat de operatie die door de plastisch chirurg van de zorgaanbieder is uitgevoerd slechts een cosmetisch karakter had. De vermelding ‘Birads 3’ betekent dat de kans op maligniteit van een tumor gering is, maar dat die kans niet kan worden uitgesloten. Om die reden heeft de huisarts de cliënt op basis van een medische indicatie doorverwezen.
De commissie is van oordeel dat de plastisch chirurg van de zorgaanbieder zorgvuldig en in het belang van de cliënt heeft gehandeld door uit voorzorg de gehele tumor weg te nemen. Uit het dossier leidt de commissie af dat de chirurg daarbij zo min mogelijk gezond weefsel heeft weggehaald.
Omdat de cliënt niet tevreden was over het cosmetische resultaat van de operatie, heeft de plastisch chirurg een ingreep ter correctie aangeboden. Ook hiermee heeft de chirurg zorgvuldig en in het belang van de cliënt gehandeld.
Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren. Het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding zal dan ook worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht van de cliënt ongegrond en wijst het door hem verzochte af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw dr. M. van Hal en de heer mr. S. Sierksma, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 13 september 2024.