Commissie: Zorg Algemeen
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
611436/800724
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De klacht van cliënt betreft de gebrekkige zorgverlening door Acibadem International Medical Center bij het verstrekken van een slaapapneu-apparaat. De zorgaanbieder heeft nagelaten om de vereiste drukinstellingen tijdig aan de leverancier VitalAire door te geven, hoewel dit haar verantwoordelijkheid was. Hierdoor kon cliënt maandenlang geen gebruik maken van het voor hem noodzakelijke apparaat. De communicatie tussen de zorgaanbieder en leverancier verliep moeizaam, wat leidde tot langdurige vertraging en frustratie bij cliënt. Pas na herhaaldelijk aandringen heeft de zorgaanbieder op 7 maart 2024 tijdens een kort consult de instellingen doorgegeven. Voor dit consult werd €359,- in rekening gebracht, ondanks dat dit probleem eerder voorkomen had moeten worden. De commissie oordeelt dat de zorgaanbieder niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam vakgenoot mag worden verwacht. De klacht wordt gegrond verklaard. De cliënt hoeft het bedrag voor het consult niet te betalen. Daarnaast kent de commissie de gevraagde schadevergoeding van €1.000,- toe. Ook moet de zorgaanbieder het klachtengeld van €52,50 aan cliënt vergoeden. De commissie bevestigt dat cliënt daadwerkelijk schade heeft geleden door het falen van de zorgaanbieder.
De uitspraak
in het geschil tussen
de heer [naam], wonende te Amsterdam
(hierna te noemen: de cliënt)
en
Acibadem International Medical Center, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
De klacht betreft de kwaliteit van de verleende zorg. De zorgaanbieder heeft in eerste instantie niet de vereiste drukinstellingen van het slaapapneu-apparaat aan de leverancier doorgegeven, terwijl zij daartoe wel gehouden was. Pas na veelvuldig en langdurig aandringen van cliënt heeft de zorgaanbieder de drukinstellingen doorgegeven. Als gevolg hiervan heeft cliënt gedurende enige tijd geen gebruik kunnen maken van het slaapapneu-apparaat. De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou handelen en verklaart de klacht dan ook gegrond. Voor de commissie is vast komen te staan dat cliënt als gevolg van de nalatigheid van de zorgaanbieder schade heeft geleden. Cliënt heeft ernstige slaapapneu en heeft, door nalatigheid van de zorgaanbieder, gedurende maanden geen gebruik kunnen maken van het voor hem geschikte slaapapneu-apparaat. Cliënt wordt dan ook de verzochte schadevergoeding toegewezen.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 maart 2025 te Utrecht.
Cliënt heeft tijdens de mondelinge behandeling zijn standpunt toegelicht. De zorgaanbieder is tijdens de mondelinge behandeling niet verschenen.
Onderwerp van het geschil
De klacht betreft de kwaliteit van de verleende zorg en de schade die cliënt als gevolg daarvan heeft geleden.
Standpunt cliënt
Voor het standpunt van cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
Cliënt heeft het een aantal maanden zonder het voor hem noodzakelijke slaapapneu-apparaat ResMed Aircurve 10 VAUTO van leverancier VitalAire moeten stellen.
Dit omdat de zorgaanbieder zich op het standpunt stelde dat de leverancier de druk moest instellen, terwijl dit de verantwoordelijkheid was van de zorgaanbieder. De zorgaanbieder weigerde de vereiste drukinstellingen zelf door te geven en deelde mede aan cliënt dat VitalAire dat zelf moest doen. Cliënt werd continu heen en weer gestuurd tussen de zorgaanbieder en VitalAire, omdat de communicatie tussen de zorgaanbieder en VitalAire niet goed was. Uiteindelijk liet de zorgaanbieder cliënt op 7 maart 2024 voor een consult van vijf minuten langs komen om een druk op te schrijven, waarvoor cliënt €359,- moest betalen. Naar aanleiding van dit consult is enkel een krabbel op een aanvraagformulier gezet en een cijfer op dit formulier ingevuld wat de weergave van de druk zou moeten zijn. Dit had al eerder, toen het slaapapneu-apparaat met variabele druk werd voorgeschreven, moeten gebeuren. VitalAire heeft uiteindelijk, bijna een half jaar nadat het apparaat aan cliënt werd voorgeschreven, de druk op het apparaat kunnen instellen. Dit had in een veel eerder stadium moeten gebeuren.
Als gevolg van dit alles heeft cliënt maandenlang overdag niet kunnen functioneren (werk, studie) door zeer ernstige vermoeidheidsklachten. Vanwege de maandenlange gevolgen van de nalatigheid van de aanbieder op het functioneren van cliënt in het dagelijks leven, de stress die het hem heeft gekost om de zorgaanbieder tot herstel van de omissie te bewegen en de inspanningen die hij zich daarvoor heeft moeten getroosten, verzoekt cliënt om een schadevergoeding van € 1.000,-. Daarnaast stelt hij zich op het standpunt dat hij de openstaande factuur van € 359,- niet verschuldigd is, nu de factuur het gevolg is van nalatigheid van de zorgverlener.
Standpunt zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat, voor zover het betrekking heeft op het onderhavige apparaat, op het volgende neer.
Gebruikelijk is dat de leverancier van het slaapapneu-apparaat contact met een cliënt opneemt voor het inplannen van een afspraak, waarbij het apparaat wordt geleverd, de luchtdruk wordt ingesteld en het masker wordt aangepast. De zorgaanbieder begrijpt dat het verwarrend kan zijn geweest voor cliënt dat in een brief van VitalAire staat vermeld dat de arts de instelling dient te bepalen, aangezien de leverancier in eerdere gevallen al jaren lang wel drukaanpassingen heeft uitgevoerd. De zorgaanbieder heeft daarop, om misverstanden te voorkomen, een nieuwe werkwijze geïntroduceerd. Een andere leverancier, Mediq, is gevraagd om in de kamer naast de KNO-arts, aanpassingen van de apparatuur door een zorgcoach uit te voeren. Hiermee hoopt de zorgaanbieder cliënten in de toekomst sneller en efficiënter te kunnen helpen.
De tijdsplanning en handelwijze van de facturering valt onder de verantwoordelijkheid van de zorgadministratie van het ziekenhuis. De hoogte van de factuur wordt bepaald door de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit).
Beoordeling
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van de zorgovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder, dan wel ieder die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de voor de zorgaanbieder uit de behandelingsovereenkomst voortvloeiende verplichting, is tekortgeschoten in de uitvoering van die verplichting. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en cliënt moet daarvan nadeel hebben ondervonden.
Cliënt is in november 2022 verwezen naar de zorgaanbieder vanwege klachten over snurken en apneu. Eind 2023 bleek dat cliënt niet goed reageerde op het door de zorgaanbieder voorgeschreven slaapapneu-apparaat met een constante luchtstroomdrukniveau en dat hij meer gebaat zou zijn bij een slaapapneu-apparaat met een variabele luchtstroomdrukniveau. VitalAire, kon dit slaapapneu-apparaat echter niet leveren, omdat de desbetreffende arts van de zorgaanbieder het luchtstroomdrukniveau dient te bepalen. Na een consult op 7 maart 2024 is door de zorgaanbieder uiteindelijk het luchtstroomdrukniveau aan VitalAire doorgegeven.
De commissie constateert dat de zorgaanbieder aan cliënt een slaapapneu-apparaat heeft voorgeschreven, zonder dat door de zorgaanbieder het vereiste luchtstroomdrukniveau is doorgegeven aan VitalAire. Anders dan door de zorgaanbieder wordt gesuggereerd, is het voorschrijven van de vereiste instellingen de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder en niet van de leverancier van het slaapapneu-apparaat. Dit wordt kennelijk thans ook onderkend door de zorgaanbieder, nu door hem in de reactie op de klacht van cliënt wordt vermeld dat een nieuwe werkwijze is geïntroduceerd, waarbij de inregeling van de slaapapneu-apparatuur bij de zorgaanbieder plaatsvindt. De zorgaanbieder heeft er maanden over gedaan om, eerst na het consult van 7 maart 2024, alsnog het luchtstroomdrukniveau door te geven aan de leverancier van het slaapapneu-apparaat en is daartoe pas overgegaan na veelvuldig en langdurig aandringen van cliënt.
Gelet op dit alles is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou handelen. De commissie verklaart de klacht dan ook gegrond.
Voorts is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder het herstel van voormelde tekortkoming niet bij cliënt alsnog in rekening kan brengen door middel van een consult op 7 maart 2024, waarbij wel het luchtstroomdrukniveau aan VitalAire is doorgegeven. Reeds bij het consult waarbij het slaapapneu-apparaat werd voorgeschreven had immers het luchtstroomdrukniveau moeten en kunnen worden vermeld. Cliënt is dan ook het aan hem voor het consult van 7 maart 2024 in rekening gebrachte bedrag van € 359,- niet verschuldigd.
Nu de klacht gegrond is verklaard, zal de commissie de zorgaanbieder veroordelen tot vergoeding aan cliënt van het door hem betaalde klachtengeld, zijnde een bedrag van € 52,50.
Voor de commissie is vast komen te staan dat cliënt als gevolg van de nalatigheid van de zorgaanbieder schade heeft geleden. Cliënt heeft ernstige slaapapneu en heeft, door nalatigheid van de zorgaanbieder, gedurende maanden geen gebruik kunnen maken van het voor hem geschikte slaapapneu-apparaat. Hierdoor werd hij van zijn slaap gedepriveerd en ernstig belemmerd in zijn dagelijks functioneren. De door cliënt verzochte schadevergoeding van € 1.000,- acht de commissie dan ook toewijsbaar. De zorgaanbieder zal dan ook worden veroordeeld om deze aan cliënt te voldoen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
verklaart de klacht van cliënt gegrond;
veroordeelt de zorgaanbieder om binnen twee weken na de verzenddatum van deze beslissing ten titel van schadevergoeding een bedrag van € 1.000,- aan cliënt te betalen;
bepaalt dat cliënt niet gehouden is het bedrag van € 359,- voor het consult van 7 maart 2024 aan de zorgaanbieder te voldoen;
bepaalt dat de zorgaanbieder overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan cliënt is verschuldigd ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, de heer dr. F.J.M. Disch, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. I. van der Kamp, secretaris, op 28 maart 2025.