Commissie: Warmtelevering
Categorie: Omvang verbruik
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
106026
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kosten van levering van warmte.
De consument heeft in november 2016 de klacht voorgelegd aan de warmteleverancier.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is in 2006 in deze woning komen wonen. In 2007 is een klacht ontstaan, die toen behandeld is door de bewonerscommissie. De bewoners hebben toen een coulance gekregen tot 2015 omdat bij het betrekken van de woning op een formulier is gezet dat zij niet meer zouden verbruiken dan 9 GJ.
De consument verlangt dat de installatie naar behoren werkt. Er is wel van alles aan gedaan, maar het probleem is niet opgelost. Het verschil in verbruik is erg groot van 30 GJ tot mensen die niets verbruiken en de kraan dicht hebben staan.
Standpunt van de warmteleverancier
Het standpunt van de warmteleverancier luidt in hoofdzaak als volgt.
Na invoering van de Warmtewet heeft de warmteleverancier besloten het contract met de consument (en de overige verbruikers) te hernieuwen en het beheer van het systeem op te dragen aan [naam energiemaatschappij]. De consument heeft op 3 november 2015 het nieuwe leveringscontract gesloten.
Het warmte en koudesysteem in de woning van de consument voldoet naar behoren. Er zijn geen technische gebreken en het systeem draait conform de uitgangspunten.
De beëindiging van de coulanceregeling is gecommuniceerd met de verbruikers en nadrukkelijk opgenomen in het nieuwe contract van 3 november 2015.
De klacht van de consument over het hoge verbruik is onderzocht door [naam bedrijf]. Uit het rapport van [naam bedrijf] volgt dat er geen gebreken aan de woning zijn en dat de consument haar woning bovengemiddeld warm stookt (23 graden). Voorts is van belang dat de woning van de consument op de bovenverdieping en naast het onverwarmde trappenhuis is gesitueerd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ter zitting heeft de warmteleverancier verklaard dat in dit complex sprake is van individuele GJ-meters. Het verbruik van de consument staat vast. Voorts staat vast dat de consument stookt op een gewenste temperatuur van 23 graden, wat hoog is. De warmteleverancier heeft ter zitting verbruikscijfers getoond van de afgelopen drie jaren. Daaruit volgt dat er sprake is van een stabiel verbruik door deze consument.
Sedert de (toegestane) beëindiging van de coulanceregeling dient de consument te betalen voor haar werkelijk verbruik. De omstandigheid dat in andere woningen wordt geprofiteerd van het stookgedrag van de consument leidt niet tot een andere slotsom.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Warmtelevering op 24 april 2017.