Commissie: Doe-Het-Zelfbedrijven
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
202885/207582
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft bij de ondernemer verfbussen gekocht die bij thuiskomst niet goed gesloten bleken te zijn, waardoor de kofferbak van de auto onder de verf zat. Volgens de consument heeft een medewerker van de vestiging aangegeven dat dit niet had mogen gebeuren en dat ondernemer hiervoor aansprakelijk en verzekerd is. Er is afgesproken dat de consument de auto zou laten reinigen en dat de kosten op de ondernemer verhaald konden worden. Later bleek dat de ondernemer toch geen aansprakelijkheid aanvaardden en slechts een deel van de kosten uit coulance op zich wilden nemen. De ondernemer betwist dat aansprakelijkheid is aangenomen. De commissie oordeelt dat het voldoende aannemelijk is geworden dat er sprake is geweest van een gebrek aan de verfemmer. De klacht is gegrond en de ondernemer moet de schade vergoeden.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de (hoogte van de) schade veroorzaakt door een lekkende verfemmer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 18 januari 2023 bij vestiging Groningen twee bussen Flexa powerdek gekocht en in de kofferbak gezet (dusdanig dat deze niet konden schuiven of vallen). Bij thuiskomst bleek een van de twee bussen niet goed dicht geweest te zijn waardoor de hele kofferbak onder de verf zat (verzegeling van de bus was nog gesloten, maar toch een kleine opening bij de rand deksel). Hiermee terug naar de vestiging waar een medewerker ons te woord heeft gestaan en heeft gezegd dat dit niet mag gebeuren en [ondernemer] hiervoor aansprakelijk is en verzekerd is. Vervolgens kwam deze met de oplossing om de auto naar een schoonmaakbedrijf te brengen waarna ik de factuur bij hun kon inleveren. Omdat ze niet helemaal duidelijk had waar de factuur precies heen moest (hoofdkantoor of verzekering) zou ik de volgende dag teruggebeld worden.
De volgende dag werd ik teruggebeld (nadat de auto al geruime tijd stond voor schoonmaak) met de mededeling dat het dossier doorgestuurd zou worden en dat er nog beoordeeld zou worden wat er met de kosten gedaan zou worden, heel vreemd aangezien de aansprakelijkheid door de medewerker immers al was erkend en tevens een oplossing heeft voorgesteld. Nu na vele mailtjes met een medewerkster van “Customer Coördination Desk” komt het er ineens op neer dat ze enkel een ‘compensatie uit onverplichte coulance, zonder enige erkenning van aansprakelijkheid’ van maar € 250,– willen aanbieden. Ik ben hiermee niet akkoord gegaan aangezien ik de gehele kosten ten behoeve van de schoonmaak heb geclaimd met tevens de kosten van waardevermindering van de auto aangezien deze maar voor 80-90% schoon is geworden is plus wat overige kosten.
Van de erkenning van de aansprakelijkheid door de medewerker heb ik getuigen die dit zullen bevestigen maar ook hier heeft [ondernemer] lak aan en laten ze mij gewoon met de grote schadepost zitten die is ontstaan door de door hun verkochte niet sluitende emmer verf. Ik mag er als consument toch op zijn minst vanuit gaan dat als ik een emmer verf koop deze geschikt is voor transport?
Graag zou ik wensen dat u mij als consument mijn recht kan halen bij dit bedrijf.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft betwist dat aansprakelijkheid is erkend en ook dat een toezegging is gedaan om de auto te laten schoonmaken. Zij verwijst hiervoor naar de verklaring van werkneemster [naam]. De ondernemer blijft bereid uit coulance een vergoeding van € 250,– te voldoen. De overige schade (waardevermindering auto en kosten tijd en brandstof) wordt betwist. Onduidelijk is of dit een kwestie van een ondeugdelijke verpakking of dat de oorzaak ligt in ontstane druk op de betreffende emmers verf door andere objecten in de kofferbak van de auto van de consument.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer heeft naar het oordeel van de commissie niet voldoende gemotiveerd weersproken dat er sprake is geweest van een defect aan een verfemmer. Dat er sprake is van een defect aan een verfemmer blijkt ook uit de door de consument overgelegde foto’s waarop een snee onder de afdekrand van de verfemmer zichtbaar is. Gelet hierop acht de commissie de suggestie dat de schade is ontstaan door de andere objecten in de kofferbak niet voldoende onderbouwd en niet aannemelijk.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
De ondernemer is derhalve gehouden de door de consument geleden schade te vergoeden. De hoogte van de schoonmaakkosten van € 744,15 is door de ondernemer niet (gemotiveerd) weersproken. De overige door de consument gevorderde schade is naar het oordeel van de commissie niet (voldoende) onderbouwd en zal derhalve niet worden toegewezen.
De ondernemer zal tevens het door de consument betaalde klachtengeld dienen te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient binnen veertien dagen na de verzenddatum van dit bindend advies aan de consument een schadevergoeding van € 744,15 te betalen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
De commissie wijst af het meer of anders gevorderde.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Doe Het Zelfbedrijven, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer mr. E.J. Schipper, mevrouw mr. M.J. Boon, leden, op 16 mei 2023.