
Commissie: Wonen
Categorie: Non conformiteit / Schadevergoeding product/dienst
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
155790/163025
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft een bank gekocht bij de ondernemer. De bank is geleverd met een onderhoudscontract. Anderhalf jaar na de levering is er, door de consument, schade ontdekt aan de bank. Het leer laat spontaan los, het begon te scheuren, het breekt/pelt af en er is sprake van verkleuring. De consument heeft een expert ingeschakeld en die heeft in het bijzijn van een vertegenwoordiger van de wederpartij geconstateerd dat de schade het gevolg is van gebreken die aanwezig waren op het moment van leveren. Op basis van dit rapport staat de non-conformiteit vast. De consument wil de overeenkomst ontbinden, nu herstel meermaals is aangeboden, maar niet is uitgevoerd. De ondernemer stelt dat, naar aanleiding van het rapport van de door de consument ingeschakelde expert, zij de consument de mogelijkheid hebben geboden om een vervangende bank uit te kiezen. Daarop is de consument in de showroom geweest en zij heeft daar een paar keuzes gemaakt welke in offerte naar haar is toegestuurd. Zij heeft later telefonisch aan ons laten weten dat zij het te kostbaar vindt. Naar idee van de ondernemer heeft hij een goede oplossing aangeboden en ziet hij geen reden om de koopovereenkomst te ontbinden. De commissie is van oordeel dat de tekortkoming van dien aard is dat ontbinding gerechtvaardigd is. De consument verlangt ook vergoeding van de kosten van de deskundige, doch de commissie zal dat afwijzen aangezien die kosten nodeloos zijn gemaakt. De commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft een door de consument bij de ondernemer gekochte leren bank.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
In januari 2017 hebben wij een bank gekocht bij de ondernemer voor € 4.935,–. De bank is uiteindelijk in
juni 2018 geleverd met tevens een onderhoudscontract. Einde 2019 is schade ontdekt
aan de bank. Het leer laat spontaan los, het begon te scheuren, het breekt/pelt af en er is sprake van
verkleuring.
Mijn rechtsbijstand heeft een expert ingeschakeld en die heeft op 14 juli 2021 in het bijzijn van een
vertegenwoordiger van de wederpartij geconstateerd dat de schade het gevolg is van gebreken die
aanwezig waren op het moment van leveren.
Op basis van dit rapport staat de non-conformiteit vast. Wij willen de overeenkomst ontbinden, nu herstel
meermaals is aangeboden, maar niet is uitgevoerd.
Wij willen, als gevolg van de ontbinding een bedrag van € 4.935,– ontvangen vermeerderd met de kosten
van het expertiserapport € 817,47.
De aangeboden oplossing van de wederpartij om een vervangende bank te komen uitzoeken (tegen
betaling van een eventuele meerprijs) heeft nergens toe geleid en daar staan wij nu ook niet meer voor
open.
Ter zitting:
Ik kon in de showroom andere banken uitkiezen maar die waren het eigenlijk net niet en de ene was
bovendien voor mij veel te duur. Ik verwijs u naar de handgeschreven offerte van 16 oktober 2021. Op de
daar genoemde bedragen zou het aankoopbedrag van de oorspronkelijke bank in mindering worden
gebracht, zo begreep ik.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
Naar aanleiding van het rapport van de door de consument ingeschakelde expert hebben wij de consument
de mogelijkheid geboden om een vervangende bank uit te kiezen. Daarop is zij in de showroom geweest
en zij heeft daar een paar keuzes gemaakt welke in offerte naar haar is toegestuurd. Deze offerte voegen
wij als bijlage toe. Zij heeft later telefonisch aan ons laten weten dat zij het te kostbaar vindt.
Naar ons idee hebben wij een goede oplossing aangeboden en zien geen reden om de koopovereenkomst
te ontbinden.
Ter zitting:
De door ons geleverde bank zit nog steeds in ons assortiment en kan desgewenst ook nu nog geleverd
worden. Dit staat ook in het deskundigenrapport.
Ik ben aanwezig geweest bij het onderzoek door de deskundige die de consument had ingeschakeld. Ik
heb toen zelf ook gezien dat verspreid over de hele bank stukken zaten die los kwamen. Dat viel niet te
repareren.
Het heeft inderdaad allemaal wat lang geduurd. Zo’n klacht komt eerst binnen bij het onderhoudsbedrijf, en pas
daarna komen wij in beeld. Bij de rechtsbijstand van de consument waren er ook personeelswisselingen en
dat vertraagde de afhandeling van de zaak ook.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang,
het volgende vastgesteld.
Deskundige heeft vastgesteld dat op één zitplek van een bankelement het leder op de zitting (het
bovenblad) dusdanig is beschadigd dat het leder daar als volkomen verloren kan worden gekwalificeerd.
De oorzaak van deze vernietiging van het leder op deze plaats is een onjuiste herstelpoging naar
aanleiding van de eerdere klacht van de consument. De klacht behelsde: ‘Het loslaten van de finishlaag
van het zitkussen’. Hoe deze poging van herstel door de ondernemer heeft plaatsgevonden, is deskundige
niet bekend. Wel is aantoonbaar dusdanig schade aangebracht in zowel de finishlaag als de inkleuring
tijdens dit herstel dat dit deel van de bekleding (het rundleder) als verloren moet worden beschouwd.
Volgens de aanwezige vertegenwoordiger van de ondernemer, is de ondernemer het
volkomen eens met het eerder uitgebrachte onderzoeksrapport wat op last van de rechtsbijstandverzekering van de consument is uitgevoerd. De vertegenwoordiger van de ondernemer is daar zelf bij aanwezig geweest en heeft volgens zijn zeggen zelf tijdens dit onderzoek via een priktest daarbij vastgesteld dat er ook andere delen van
het leder van de bank dezelfde klachten hebben zo die in eerste instantie zijn behandeld na de klachten van de consument. Namelijk dat de finish van het leder onthecht is of aan het onthechten gaat van de basislaag van de lederhuid.
Deskundige stelt vast dat op meerder plaatsen in het toegepaste leder sprake is van een begin van het onthechten van de finishlaag van het leder. De oorzaak van het loslaten is door deskundige niet exact vast te stellen. Wel geeft deskundige aan dat het loslaten van de finish van het rundleder een niet te verwachten
effect in dit type meubelleder is. Het is aannemelijk dat het aanbrengen van de finish op die delen van de
huid op een onjuiste wijze heeft plaatsgevonden en daarom op deze wijze zich gaat vertonen. De finish is
en gaat daardoor bij regulier gebruik onthechten van de basislaag van het rundleder.
Een dergelijke onthechting van de finishlaag is een niet te verwachten effect waarop volgens de deskundige de ondernemer kan worden aangesproken.
Herstel is niet mogelijk zonder het risico te lopen dat de onjuiste delen van het leder na vervanging door
nieuw leder kleurverschil zal vertonen met de rest van het toegepaste leder. Het op de hoekbank toegepaste leder komt van verschillende huiden. Het is min of meer noodzakelijk om lederhuiden op één meubel vanuit hetzelfde batchproces toe te passen. Door inkleuring en verdere afwerking bij gebruik van verschillende batches is er gerede kans op kleur en nuanceverschil. Er ontstaat bij het naast elkaar verwerken van leder uit verschillende batchprocessen een gerede kans op kleur en afwerkingsverschil in het toegepaste
meubelleder.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit alle voorhanden zijnde gegevens – de ondernemer betwist dat ook niet – blijkt dat de bank ondeugdelijk
en onherstelbaar beschadigd was.
Er zijn echter aanwijzingen dat het ging om dit specifieke exemplaar en dat de geconstateerde gebreken
niets zeggen over andere banken van dit type. Dat betekent dat als er een identieke bank geleverd had
kunnen worden, de consument dat had moeten accepteren.
Echter is niet gebleken dat die oplossing destijds aan de consument is geboden. In tegendeel, na het
bezoek van de expert welke door de consument was aangezocht heeft de ondernemer andere banken
aangeboden. Eerst in een laat stadium heeft de ondernemer de optie aangeboden om een identieke bank
te leveren.
De overige banken vielen om uiteenlopende redenen niet bij de consument in de smaak. De consument is
niet verplicht om in een situatie als de onderhavige een bank af te nemen die haar niet aan staat. Zij hoefde
ook niet meer, drie jaar na dato, een identieke bank te accepteren als zij eerder had gekocht. Het is
voorstelbaar dat bij de consument, zoals zij stelt, het vertrouwen in de ondernemer is verdwenen.
De tekortkoming is van dien aard dat ontbinding gerechtvaardigd is. De bank was ruim een jaar oud toen de
klachten werden waargenomen. Dit rechtvaardigt geen wezenlijke aftrek voor het gebruik. Daarna heeft de
consument de bank nog een paar jaar kunnen gebruiken, maar daarvoor dient geen aftrek te worden
toegepast aangezien dat tijdsverloop niet aan haar kan worden toegerekend.
Mitsdien dient de koopsom te worden terug betaald.
De consument verlangt ook vergoeding van de kosten van de deskundige, doch de commissie zal dat
afwijzen aangezien die kosten nodeloos zijn gemaakt. Immers, de commissie beschikt zelf over
deskundigen welke naar believen kunnen worden ingeschakeld zonder dat daarvoor aan de consument
extra kosten in rekening worden gebracht.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De koopovereenkomst wordt ontbonden. De ondernemer betaalt binnen vier weken na verzending van dit
advies de koopsom groot € 4.935,– terug. De consument dient de bank ter beschikking te stellen van de
ondernemer.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 152,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
De commissie wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit de heer mr. J.M. Brandenburg, voorzitter,
de heer A.H.A. van de Meulenreek, de heer dr. H.W.M. Joosten, leden, op 8 juni 2022.