Schade aan de inhoud van verzonden postpakket; geen recht op vergoeding.

  • Home >>
  • Post >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Post    Categorie: Postzending - algemeen    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: POS02-0060

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft schade aan de inhoud van een uit [plaats] verzonden postpakket.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft vanuit [plaats] op 1 maart 2002 aangetekend en met waardeverzekering een postpakket verzonden naar [geadresseerde]. De zending werd op 5 maart 2002 door [geadresseerde] ontvangen. De inhoud was goed verpakt en op de buitenkant van de verpakking werd in grote letters “Breekbaar. Glas” geschreven. Hoewel uiterlijk aan de verpakking niets was te zien, bleek de inhoud – [een kristallen beeldje] dat twee dolfijnen uitbeeldde – bij ontvangst toch beschadigd. Er waren twee stukken van het beeldje afgebroken en er zat in een van de dolfijnen in diepe put. Er werd blijkbaar ruw met het pakket omgegaan of er werd mee gegooid. De consument wenst een schadevergoeding van € 952,94.   Standpunt van TPG   Het standpunt van TPG luidt in hoofdzaak als volgt.   TPG wenst niet over te gaan tot schadevergoeding. Niet vast te stellen is wanneer het kristallen beeldje beschadigd is geraakt. Wel is duidelijk, dat [de geadresseerde] op 5 maart 2002 voor onbeschadigde ontvangst heeft getekend en dat er dus aan de buitenzijde van de verpakking toen geen schade waarneembaar is geweest. Ten aanzien van de aanname van de consument, dat “er ruw met het pakket is omgesprongen, waarschijnlijk gegooid” merkt TPG op, dat zo dit al zo zou zijn, dit geen aan TPG verwijtbaar handelen is. Het gegeven, dat er op de zending “breekbaar/glas” vermeld stond, impliceert niet dat de afzender daarmee aanspraak kan maken op een zorgvuldiger behandeling van zijn zending dan ten aanzien van zendingen, waarop dit niet staat vermeld. Het sorteer- en vervoerproces van TPG is een massabedrijf, waarmee dagelijks meer dan 20 miljoen zendingen worden verwerkt. De individuele inhoud van zendingen is daarbij uiteraard geen criterium. TPG biedt ook geen aparte individuele faciliteiten voor verzending van kwetsbare goederen. Indien een afzender kwetsbare goederen via TPG wenst te vervoeren, dan dient hij er in zijn eigen belang voor te zorgen, dat de inhoud tenminste zeer goed – en dus ook stootvast – verpakt is.   Ter zitting werd er door de vertegenwoordiger van TPG nog verduidelijkt, dat de aanduiding “breekbaar/glas” vanzelfsprekend wel als attentiesignaal geldt, waarmee als zodanig wordt omgegaan.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De commissie constateert, dat de consument was verzekerd voor € 450,– welk bedrag immers hoort bij een frankering van € 7,75, zoals in casu het geval was. Dit blijkt ook uit een foto van het pakketje, zoals het door de consument werd verzonden. Ter zitting heeft de gemachtigde van de consument aan de commissie getoond, dat de zending was verzekerd voor een waarde van € 2.700,–, welk bedrag hoort bij een frankering van € 11,25, zoals ter zitting op het postpakket aanwezig was. Na enig doorvragen bleek echter sprake, dat deze frankering later werd gehanteerd door de klantenservice TPG na onderzoek, die in deze kwestie geboden bleek. De gemachtigde van de consument bleek deze zienswijze van de commissie bij nader inzien te delen.   De commissie heeft geen aanknopingspunten in het dossier aangetroffen en ook ter zitting werden dienaangaande voor dit concrete geval geen aanwijzingen naar voren gebracht, die de conclusie zouden rechtvaardigen, dat TPG met het attentiesignaal “breekbaar/glas” onzorgvuldig werd omgesprongen.   De commissie komt verder tot de bevinding, dat de onderhavige beschadiging van dien aard is, dat deze zich niet heeft kunnen voordoen bij een – zoals in casu het geval bleek – volstrekt onbeschadigde toestand van de buitenzijde van de verpakking.   Al het vorenstaande leidt ertoe, dat de commissie de klacht van de consument ongegrond acht.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie wijst het door de consument verlangde af.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 19 september 2002.