Commissie: Wonen
Categorie: Schade / Tekortkoming in de nakoming
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
322191/432246
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak vloeit voort uit een leveringsovereenkomst van badkamersanitair en badmeubel. Ondernemer en consument zijn in geschil over de kwaliteit van de geleverde goederen. Na levering van de goederen door de ondernemer, heeft de consument deze door een loodgieter laten ophangen. Na enige tijd is de badkamerradiator die boven het bad is gemonteerd gaan roesten en zijn de panelen van het badmeubel gaan opwellen. Volgens de consument lijken deze goederen niet bestand tegen het normale vochtgehalte in de badkamer. De consument eist kosteloze vervanging. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat de gebreken te maken hebben te maken hebben met onvoldoende ventilatie van de badkamer. Na inspectie heeft de ondernemer dit ook geconstateerd. De ondernemer wil uit coulance meedenken over de problemen, al is hij van mening dat hij de verantwoordelijkheid niet draagt. Een deskundige heeft een rapport uitgebracht over de zaak.
Wat is de beslissing?
De commissie volgt het rapport van de deskundige. Hieruit is onvoldoende naar voren gekomen dat de ondernemer aansprakelijk is voor de plaatsing van de goederen en de schade die zich uiteindelijk heeft voorgedaan. Volgens de commissie is door de ondernemer voldaan aan zijn plicht om algemene informatie over de goederen te verstrekken. Bijzondere info over de plaatsing heeft de ondernemer slechts beperkt kunnen waarnemen, nu de verantwoordelijkheid voor de montage bij de consument lag. Pas achteraf heeft de ondernemer kunnen waarnemen hoe de meubel en radiator waren geplaatst. Hierdoor is de ondernemer niet tekortgeschoten, en de klacht ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Na een door deskundige verricht onderzoek is de zaak behandeld op 23 oktober 2024 te Utrecht. Partijen zijn op de zitting verschenen, de consument fysiek en voor de ondernemer de heer [naam] via een live-videoverbinding.
Onderwerp van het geschil
Dit geschil vloeit voort uit de op 4 mei 2019 gesloten overeenkomst, waarbij de ondernemer -samengevat- badkamersanitair, tegels en een badmeubel aan de consument heeft verkocht tegen een koopprijs van € 6.000,–. De consument heeft die vervolgens zelf doen plaatsen.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Dat standpunt komt in de kern op het volgende neer.
Zoals sinds 13 september 2023 bij de ondernemer is gemeld, heeft de ondernemer destijds een badkamerradiator geadviseerd en geleverd. Deze is op kosten van de consument door een loodgieter opgehangen. Zoals geadviseerd is deze boven het bad komen te hangen. Nu is de radiator gaan roesten.
Ook heeft de ondernemer een badkamermeubel met spiegelpaneel geadviseerd en geleverd. Deze is op kosten van de consument door een loodgieter opgehangen. De panelen van het meubel zijn gaan opwellen en de spiegelwand blijkt niet bestand tegen het normale vocht in een badkamer en zwelt op.
De consument eist kosteloze plaatsing van een nieuwe radiator boven het bad en vervanging van het badkamermeubel met spiegelpaneel.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Dit standpunt komt in de kern op het volgende neer.
De gemelde klacht van een verroeste radiator en opgezette zijwand van het badmeubel komt veelal voor bij badkamers die niet goed geventileerd worden. Toen de ondernemer is wezen kijken, is ook aangegeven dat het een vochtprobleem in de badkamer betreft.
Desalniettemin is uit coulance aangeboden de zijwand geheel kosteloos opnieuw te leveren en als de nu geadviseerde radiator bij de originele order was gekozen, was de prijs ook hoger geweest dan de huidig geplaatste radiator (meer dan € 100,– duurder zelfs). De ondernemer hanteert de garantiebepalingen van het CBW, zijnde natuurlijk het leveren van een deugdelijk product plus 2 jaar garantie op de materialen.
Over de radiator wil de ondernemer meedenken: het product wat reeds is geleverd is deugdelijk, echter niet op de gemonteerde plaats. Die is op een plattegrondje -dat wil zeggen: op een magneetbord met verschuifbare elementen- door de ondernemer ook niet aangegeven. Het foutief plaatsen van de radiator is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de monteur, maar desalniettemin: door gedane uitspraken is de ondernemer bereid uit coulance een nieuwe radiator te leveren, waarvoor de meerprijs van € 100,– erg coulant is (eigenlijk is de meerprijs veel hoger).
Over het meubel: het product is zeker deugdelijk, maar de omgevingsfactoren zijn zodanig dat schade is ontstaan. Als de ondernemer de plaatsing zouden hebben gedaan en de situatie ter plaatse zou hebben gezien, had de ondernemer zeker een glazen wand geadviseerd. Alles wat nu achteraf is aangeboden aan het meubel te doen, is uit coulance geweest.
De ondernemer wil het meubel plus spiegelkast nog éénmaal aanbieden uit coulance. De consument kan deze op afspraak komen afhalen en dan wil de ondernemer die retour ontvangen binnen 30 dagen. Daarnaast kan consument ook de radiator nog ophalen voor de afgesproken meerprijs van € 100,–, die bij het ophalen direct dient te worden voldaan.
Deskundigenrapport
De deskundige heeft in hoofdlijn het volgende gerapporteerd.
Geef uw vaktechnisch oordeel over de klacht(en):
Het betreft hier een relatief kleine badkamer op de eerste verdieping van een hoekwoning. In de gerenoveerde badkamer zijn een wastafelmeubel met twee waskommen geplaatst, een bad, een zwevend toilet met inbouwreservoir en een inloopdouche met glazen klapwand. Boven de kopse zijde van het bad is een radiator geplaatst.
De klacht van de consument gaat over het geleverde wastafelmeubel en de radiator. Het meubel is op een afstand van circa 10 centimeter tegen het bad geplaatst waarbij de korpuszijwand van het meubel boven de badrand uitkomt. Juist deze korpuszijwand is aan de onderzijde ernstig aangetast door zwellingen. Deze zwellingen worden veroorzaakt doordat gecondenseerd vocht of spatwater op het meubel terecht komt en als druppel naar beneden zakt, alwaar het als druppel blijft hangen precies op de naad tussen de melamine zijwand en de afgeplakte kopkant van het meubel.
Nadere inspectie leert ook dat de beide laden die rechts in het meubel zijn gepositioneerd een dergelijke aantasting hebben en de klachten aan de linkerzijde van het meubel veel minder voorkomen. Ook de boven het wastafelmeubel geplaatste spiegel met korpusmateriaal hierachter heeft eenzelfde soort aantasting.
Zoals eerder aangegeven zijn de hier ontstane klachten allen vochtgerelateerd en kan er sprake zijn van spatwater vanuit het bad alsook van een hoge luchtvochtigheid door het niet of onvoldoende ventileren van de ruimte. Beide zaken zijn moeilijk te meten omdat het hier om een momentopname gaat en de gewoontes van dit jonge gezin niet geheel duidelijk zijn. Navraag leert echter wel dat de twee jonge kinderen met regelmaat in bad gaan en dat spatwater dan niet geheel wordt voorkomen. Ook geeft de consument aan dat bij warm weer het raam eigenlijk altijd open staat, maar deze in de winter eigenlijk altijd gesloten is. Om de ventilator met vochtsensor optimaal te laten werken is het van belang dat er ook voldoende verse lucht wordt aangevoerd vanaf buiten de badkamer. Dit kan verse buitenlucht zijn maar kan ook worden gerealiseerd via de badkamerdeur. De consument geeft dan ook aan dat deze deur recent aan de onderzijde is ingekort om zodoende meer luchtaanvoer in de badkamer te genereren.
De radiator boven het bad wordt ook wel een handdoekradiator genoemd vanwege de ronde horizontale stangen. Toch is het bij dergelijke radiatoren niet de bedoeling om handdoeken op te hangen. Omdat ik in de badkamer geen haken of rek aantref, vraag ik de consument waar de handdoeken normaliter worden gelaten en dan blijkt dat deze op of over de radiator hangen. Concreet betekent dit dat een vochtige handdoek over een gelakt metalen stang wordt gehangen waarbij de lucht tussen de handdoek afgesloten is en de vochtige ruimte in het midden van de handdoek niet ventileert. Het is in die context dan ook niet verwonderlijk dat er roest is ontstaan op de radiator en deze roestplek zich precies in het midden aan de onderzijde van een van de horizontale stangen zit.
In het vervolggesprek met partijen waarbij onderzocht wordt of er een schikking bereikt kan worden, geven partijen elkaar de schuld van de opstelling. Zo heeft de ondernemer weliswaar een plattegrondtekening van de badkamer gemaakt maar stelt hij ook dat hij hiervoor niet verantwoordelijk is. Ook stelt hij dat het deze keuze van de consument was om een breed wastafelmeubel te nemen en dat de consequentie hiervan dan ook bij de consument ligt. Ook zou in de beleving van de ondernemer de consument voor de positie van de radiator gekozen hebben.
Feitelijk ligt het iets genuanceerder. Van een professional mag verwacht worden dat hij een deugdelijk advies geeft en dat er bij plaatsing van een wastafelmeubel in de directe omgeving van een bad een beschermende voorzorgsmaatregel genomen moet worden. De ondernemer geeft dan ook aan een glazen badwand geadviseerd te hebben, maar dit wordt ontkend door de consument. Ook voor wat betreft de positie van de radiator kan gesteld worden dat deze in dit ontwerp nergens anders geplaatst had kunnen worden, maar in mijn optiek is niet de positie maar het gebruik de oorzaak van de roestvorming.
Als oplossing wordt door de ondernemer aangeboden om een vervangend wastafelmeubel (excl. blad) te leveren, een spiegel en tegen bijbetaling van € 100,– een vervangende radiator. De consument wijst dit voorstel af omdat de consument wenst dat ook de de- en montage door de ondernemer verzorgd worden. Indertijd heeft de consument de montage in eigen beheer laten uitvoeren.
Geconcludeerd moet worden dat het meubel en de radiator onherstelbaar beschadigd zijn en partieel herstel derhalve niet mogelijk is. Vervanging van beide is de enige optie tot herstel. Wanneer gekeken wordt naar oorzaak en gevolg moet gesteld worden dat dit voor wat betreft het wastafelmeubel een combinatie is van positie en gebruik. Het brede meubel kon niet anders dan op 10 centimeter afstand van het bad worden geplaatst en de ondernemer heeft hierover niets opgenomen in de orderbevestiging of in andere vooraf gevoerde correspondentie. Wanneer vervolgens het meubel niet of onvoldoende wordt droog gemaakt of gehouden, zal vocht inwerken in de spaanplaten kern van de korpus met de huidige zwelschade tot gevolg waarbij er in mijn optiek derhalve sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid.
Ook voor wat betreft de radiator geldt dat de ondernemer de plicht heeft om de consument hierover deskundig te informeren. Het ontbreken van haken of een handdoekrekje leidt ertoe dat de radiator als rek gaat fungeren met de beschreven schade als gevolg. Ook hier zijn beide partijen derhalve debet aan het schadebeeld.
Het is aan de juridisch behandelaar om te bepalen of de de- en montagekosten als gevolgschade gelden en of het reëel is om deze kosten te claimen terwijl de ondernemer feitelijk sec de leverancier van de producten is.
De omvang van de klacht(en):
Opvallend.
Is herstel of reparatie technisch mogelijk?
Ja. Vervanging van wastafelmeubel, compleet maar exclusief blad en vervanging van de radiator.
Wat zullen de herstelkosten hiervan zijn (incl. BTW)?
De herstelkosten bestaan uit de materiaalkosten en arbeidskosten: Wastafelmeubel (eigen fabricaat Tibosch) € 550,– Spiegel € 170,– Radiator € 210,– De- en montage 8 uur à € 65,– € 520,– Kleinmaterialen € 100,–
De totale herstelkosten worden begroot op € 1.550,– incl. BTW
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt als volgt.
De ondernemer heeft op 16 oktober 2024 verplaatsing van de zitting verzocht om zo nodig in overleg met een advocaat op de zitting van 23 oktober 2024 te kunnen reageren op de stukken die de consument na de uitnodiging voor de zitting nog op 14 en 16 oktober 2024 heeft ingestuurd. Deze ruim een week voor de zitting door de consument ingebrachte stukken zijn -mede gelet op hun inhoud- op een zodanig moment ingebracht dat de ondernemer daarop tijdig en naar behoren heeft kunnen reageren. Ter zitting heeft de ondernemer verklaard hier ook geen probleem van te maken en heeft de ondernemer daarop ook daadwerkelijk gereageerd.
Waar de consument concrete wetsartikelen meent te moeten bespreken, mag hij de toepasselijke wet- en regelgeving uiteraard bekend veronderstellen. Dan laat de commissie nog daar dat de door de consument aangehaalde wetsartikelen ten tijde van de hier voorliggende koop niet in die vorm golden.
Voor zover de consument het deskundigenadvies uit een andere zaak inroept, betreft dat door een deskundige gerapporteerde bevindingen in een andere situatie, in een andere woning en in een andere casus.
Van het in deze zaak uitgebrachte deskundigenrapport neemt de commissie in het bijzonder (alleen) de na onderzoek door de deskundige op basis van diens kundigheid of professionele ervaring beschreven bevindingen en vaststellingen tot uitgangspunt voor de beoordeling.
Voor zover de consument er op wijst dat de deskundige na afloop buiten zijn gehoorafstand nog alleen met de ondernemer heeft gesproken, is dat misschien onwenselijk maar vormt dat nog geen objectief gerechtvaardigde twijfel aan de onpartijdigheid van de deskundige. Daarbij geeft de consument bovendien zelf aan dat de deskundige tijdens diens bezoek ook met hem afzonderlijk -buiten gehoorafstand van de ondernemer- heeft overlegd.
Bij gebreke van concrete aanwijzingen om te twijfelen aan de partijdigheid of deskundigheid van de deskundige, staat op grond van de op basis van diens kundigheid of professionele ervaring beschreven bevindingen en vaststellingen voor de commissie vast dat de klachten hun oorzaak vinden in een gebrekkige ventilatie en (de wijze van) gebruik van de badkamer. De commissie ziet dit bevestigd door ter zitting verkregen verklaringen en indrukken, waaruit volgt dat -samengevat- de badkamer regelmatig als zodanig wordt gebruikt en na gebruik in beginsel wel pleegt te worden droog geveegd, maar onvoldoende pleegt te worden geventileerd met lucht van buiten de badkamer. Dat gebruik en die gebrekkige ventilatie liggen in de risicosfeer van de consument zelf.
Het voorgaande laat onverlet dat de ondernemer als de ter zake meest deskundige partij aansprakelijk kan zijn als tekort is geschoten in de verplichting om de consument vooraf naar behoren te adviseren en/of te waarschuwen met betrekking tot de concrete plaatsing van de gekochte artikelen, het gebruik daarvan en/of een bijzondere ventilatienoodzaak. Dat de ondernemer op deze grond aansprakelijk is, is evenwel onvoldoende aannemelijk geworden. Gelet op de stukken en ter zitting verkregen verklaringen en indrukken, is de commissie overtuigd dat de ondernemer hierover vooraf relevante algemene informatie heeft verstrekt en aan haar algemene spreekplicht heeft voldaan. Bijzondere informatie over de concrete plaatsing en het gebruik van de badkamer door de consument in dit geval, was de ondernemer vooraf slechts bekend op grond van hem door de consument zelf verstrekte opgaves en een op een magneetbord (met behulp van verschuifbare elementen) aangeduide situatieschets. De ondernemer is destijds niet ter plaatse geweest en heeft de situatie ter plaatse eerst na de (in opdracht van de consument door een derde uitgevoerde) montage kunnen waarnemen.
Mede in aanmerking nemend de algemene ervaringsregel dat water en vocht bij onvoldoende ventilatie tot problemen aanleiding kunnen geven, kan de commissie alles bij elkaar niet concluderen dat de ondernemer op enigerlei wijze tekort is geschoten of zaken heeft afgeleverd die gebrekkig waren. Daarom is de eis van de consument niet toewijsbaar en de klacht van de consument ongegrond. Wat de consument verder nog aanvoert, bevat geen feiten die de commissie anders doen beslissen. De commissie beslist nu als volgt.
Beslissing
De commissie wijst het door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit mr. M.G.W.M. Stienissen, voorzitter, B. Keijzer en mr. P.C. de Klerk, leden, op 23 oktober 2023.