Commissie: Wonen
Categorie: Garantie
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
107658
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 12 juli 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van twee banken tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.399,–.
De levering vond plaats op of omstreeks 10 augustus 2012.
Het geschil gaat over de vraag of de geleverde banken voldoen aan de eisen, die de consument er aan mag stellen.
De consument heeft op 22 september 2015 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De banken zakken door doordat de constructie kapot is, de kussens zakken in, op met name de tweeënhalfzitsbank zijn de naden aan het slijten en de banken zijn van zwart naar bruin aan het verkleuren.
De consument hoefde niet te verwachten dat binnen relatief korte tijd na aanschaf deze klachten optreden, de banken voldoen dan ook niet aan de eisen, die de consument aan de banken mag stellen.
De ondernemer heeft nog aangeboden de vullingen van de zitkussens te vervangen, maar daarvoor zou de consument dan wel nog € 475,– moeten bijbetalen. Dat was naar de mening van de consument geen redelijk voorstel
De consument heeft nog schriftelijk kenbaar gemaakt het niet eens te zijn met de rapportage van de door de commissie ingeschakelde deskundige.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De consument heeft gezien dat alle denkbare klachten bij meubels door de ondernemer op voorhand ondervangen zijn in de tekst van de verstrekte brochure.
De consument heeft geen garantiecertificaat tot haar beschikking.
De consument heeft geconstateerd dat de bank wel degelijk door is gezakt. Voorheen kon de consument met haar stofzuiger onder de bank, dat kan nu niet meer omdat de bank doorgezakt is.
De consument verzorgt de meubels netjes, maar de bank ziet er niet meer uit. De consument hoefde niet te verwachten dat de bank al na drie tot vijf jaar er zo slecht uit zou zien.
De consument verlangt vervanging van het bankstel dan wel ontbinding van de koopovereenkomst.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De banken zakken niet door. Dat is vastgesteld door medewerkers van de ondernemer en wordt bevestigd door de door de commissie ingeschakelde deskundige.
Het zachter worden van de vullingen is gebruikelijk. Dit is ook bij aankoop met de consument besproken.
Het verkleuren van bekledingsstof is een bekend gegeven. De consument had dit kunnen verwachten. Ook op dit punt is de consument overigens voldoende voorgelicht.
Ook slijtage is een normaal verschijnsel. De klachten werden ingediend ruim vier jaar na aankoop, in oktober 2016; op die termijn is slijtage niet ongebruikelijk.
De ondernemer is dan ook van mening dat de klachten niet onder de garantie vallen en dat de klachten ook niet terecht zijn
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De consument heeft een verlengde garantie bijgekocht. De ondernemer kan niet zien welke garantie de consument heeft, dat kan wisselen vanwege aanbiedingen daarmee. De meest beperkte verlengde garantie van vijf jaar houdt in dat de drie jaar garantietermijn uit de CBW-voorwaarden met twee jaar verlengd wordt, de voorwaarden voor het derde jaar gelden dan ook voor het vierde en het vijfde jaar.
Overigens is dit naar de mening van de ondernemer niet van belang, omdat er geen sprake is van terechte klachten. De klachten hebben betrekking op normale gebruiksverschijnselen en op de levensduur van de bank.
Er is sprake van een donkere bekleding. Donkere bekleding is in het algemeen veel gevoeliger voor verkleuren dan lichte. Dat is nu eenmaal een eigenschap van donkere bekledingsstoffen.
Ook het verslijten van de biezen is normaal, dat kan gebeuren als een bank wat ouder wordt.
Van opnieuw bekleden zal overigens geen sprake kunnen zijn. De ondernemer heeft daarnaar geïnformeerd bij de producent, die dat heeft aangegeven.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Van doorzakken van de banken aan de onderzijde is geen sprake. De constructie is onderzocht en deze bestaat onder andere uit een verstevigingsbalk aan de onderzijde van de banken. Deze balk loopt ietwat rond naar beneden. Daardoor is de onderzijde van de bank niet vlak, maar vertoont onder de aangebrachte voering een doortekening van deze balken. Deze doortekening vertoont zich als een ietwat naar beneden hangend effect.
Deze constructiebalken zitten vast en zijn op geen enkele wijze losgekomen of in plaatst veranderd dan tijdens de levering van de banken. Deze vorm hebben de banken ontegenzeggelijk gehad vanaf de levering.
De tweeënhalfzitsbank wordt het meest intensief gebruikt (tegenover de televisie). Hierdoor is de zit wat soepeler geworden dan toen deze is afgeleverd. Het inklinken van polyurethaanschuim is in het begin van regulier gebruik een te verwachten gebruikerseffect.
De kleur van de stof verschiet donder invloed van licht (UV stralen) De bank die met de rug naar het licht staat is verkleurd en de bank die met de rug tegen de muur staat niet. De verkleuring is opvallend, maar te verwachten bij dit type stof wanneer dit aan direct zon- en/of daglicht langdurig wordt bloot gesteld. De bank die voor het raam staat is/wordt langdurig bloot gesteld aan daglicht.
De biezen van de bank die het meest intensief wordt gebruikt (de tweeënhalfzitsbank tegenover de televisie) vertoont daar waar wordt gezeten beschadiging aan de biezen. De biezen zijn gemaakt van polyurethaan kunstleder. Dit type bekledingsstof is bij gebruik gevoelig voor slijtage. Slijtage die zich binnen drie jaar voordoet is niet een te verwachten gebruikerseffect. De slijtage aan deze bank is door mij geconstateerd 5 jaar na levering van het zitmeubilair. De tweezitsbank die in mindere mate is gebruikt vertoont zo goed als geen slijtage aan de biezen.
Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is de omvang van de geconstateerde gebreken opvallend voor wat betreft de verkleuring en slijtage van de biezen en onopvallend voor wat betreft het inklinken van de zittingen. Er is geen sprake van doorzakken van de onderzijde
Herstel is technisch niet mogelijk.
Het vervangen van de biezen is een dusdanige grote klus dat het leveren van nieuwe kussenhoezen, armbekleding en zittingen hier een logischer oplossing zou kunnen zijn. Kleurverschil is alleen op te lossen door de verkleurde delen opnieuw te bekleden met nieuwe stof.
De herstelkosten zijn bij benadering:
Het nieuw bekleden van de 2.5-zitsbank:
Slopen bestaande bekleding 4 uur à € 42,50 per uur € 170,–
10 meter bekledingsstof à € 35,– per meter € 350,–
Arbeid herstofferen 5 uur à € 42,50 per uur € 212,50
Totaal € 732,50
Dit is ongeveer gelijk aan de nieuwprijs waarvoor de bank eerder is geleverd.)
Het nieuw bekleden van de rug van 2-zitsbank:
Slopen bestaande bekleding 2 uur à € 42,50 per uur € 85,–
3 meter bekledingsstof à € 35,– per meter € 105,–
Arbeid herstofferen 2 uur à € 42,50 per uur € 85,–
Totaal € 275,–
Het effect (breken van de biezen en verkleuren) zal na verloop van tijd bij hetzelfde gebruik na ongeveer 5 jaar weer op kunnen treden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uit de rapportage van de door de commissie ingeschakelde deskundige blijkt dat de constructie van de bank intact is. De deskundige heeft geen beschadiging aan de constructie geconstateerd.
De verkleuring van de bank is volgens de deskundige weliswaar opvallend, maar te verwachten bij het type stof. Dat betekent dat geen sprake is van een productiefout of een anderszins ondeugdelijke bekleding.
Naar het oordeel van de commissie is op deze beide punten geen sprake van een gebrek.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat deze onderdelen van de klacht ongegrond zijn.
Voor wat betreft de beschadiging aan de biezen rapporteert de deskundige dat sprake is van een niet te verwachten gebruikseffect. De beschadiging is dus groter dan de consument hoefde te verwachten.
Schade na verstrijken van de garantietermijn van drie jaar kan leiden tot de conclusie dat een product niet voldoet aan de eisen, die een consument er aan mag stellen. Volgens de wet is van non-conformiteit sprake als een product in dat geval niet de eigenschappen heeft die voor normaal gebruik nodig zijn. Een beschadiging aan de biezen zal echter op generlei wijze invloed hebben op het gebruik, de schade is bovenal van esthetische aard. Van non-conformiteit is naar het oordeel van de commissie dan ook geen sprake.
De consument heeft echter garantie bijgekocht. De schade is ontstaan binnen de overeengekomen garantieperiode van vijf jaar. De ondernemer kan niet enerzijds een vijfjarige garantieperiode aanbieden en anderzijds bij een terechte klacht binnen die garantieperiode concluderen dat de leeftijd van de bank de oorzaak van de schade is.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat dit onderdeel de klacht gegrond is.
Samenvattend is de commissie van oordeel dat op grond daarvan de klachten gezamenlijk ten dele gegrond zijn.
Ten aanzien van de biezen is herstel van de bekleding niet mogelijk. Bovendien staan de kosten daarvan naar het oordeel van de commissie niet in verhouding tot de omvang van de gebreken.
De commissie is van oordeel dat aan de consument een compensatie toekomt vanwege aspectverlies. De commissie bepaalt de hoogte van die compensatie in redelijkheid en billijkheid, rekening houdend met de koopprijs, de leeftijd en levensduur van de bank en de omvang van de gebreken, op € 100,–.
Omdat de klacht gedeeltelijk gegrond is dient de ondernemer aan de consument de helft van het klachtengeld te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 100,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 63,75 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 345,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 22 maart 2017.