Schadevergoeding voor lekkage door onjuist aangesloten vaatwasmachine

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Elektro    Categorie: Installatie / Schade    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 230241/253782

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

In dit geschil heeft een consument een klacht ingediend over schade als gevolg van een onjuist aangesloten vaatwasmachine. De ondernemer installeerde de vaatwasmachine, maar de wateraanvoerslang was niet correct aangesloten, wat leidde tot lekkage en schade aan de woning van de consument, en mogelijk ook aan de woning van de onderbuurvrouw. De consument eiste volledige schadevergoeding, geschat op € 2.000. De ondernemer stelde dat een kunststof bak in het kastje de aquastop had verplaatst, maar deze verklaring werd door de consument betwist en niet voldoende onderbouwd. De ondernemer verscheen niet ter zitting en diende geen verweerschrift in. De commissie oordeelde dat de lekkage hoogstwaarschijnlijk het gevolg was van de onjuiste installatie door de ondernemer. Daarom werd de ondernemer verplicht om de schade te vergoeden. Aangezien het door de consument ingeschatte bedrag van € 2.000 niet was weersproken, kende de commissie dit bedrag toe als schadevergoeding. De ondernemer moet daarnaast ook een bedrag voor klachtengeld vergoeden.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft schade als gevolg van een onjuist aangesloten vaatwasmachine.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft een vaatwasmachine geïnstalleerd bij de consument. Daarbij is de
wateraanvoerslang niet correct aangesloten, waardoor er een lekkage is ontstaan. Deze lekkage heeft tot
schade aan de woning geleid en mogelijk ook schade aan de woning van de onderbuurvrouw. De
consument wil dat de ondernemer de volledige schade herstelt en schat de schade op € 2.000,–

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft in zijn reactie aan de consument aangegeven dat er een kunststof bak in het kastje
stond waar de vaatwasmachine is geïnstalleerd. Dit bakje zou tegen de aquastop duwen, waardoor de
aquastop los zou zijn gaan zitten.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De door de ondernemer aan de consument gegeven verklaring voor de lekkage, is door de consument
betwist. De ondernemer heeft geen verweerschrift ingediend en is ook niet op de zitting verschenen. De
door de ondernemer gegeven mogelijke oorzaak van de lekkage, vindt ook geen steun in het door de
consument overgelegde beeldmateriaal en acht de geschillencommissie ook onwaarschijnlijk. Dit betekent
dat de ondernemer zijn alternatieve verklaring voor de schade onvoldoende heeft onderbouwd. Daarom
gaat de commissie ervan uit dat de lekkage is veroorzaakt door het niet juist aansluiten van de
vaatwasmachine door de ondernemer.

De ondernemer dient de schade te vergoeden die de consument daardoor heeft geleden. De commissie
kan de ondernemer niet veroordelen om de volledige schade te herstellen, zoals door de consument
gevraagd. De commissie kan alleen een bedrag toekennen aan schadevergoeding. De consument heeft de
schade geschat op €2.000,– en dit is door de ondernemer niet weersproken. De commissie zal daarom dit
bedrag toekennen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer dient aan de consument binnen 14 dagen na de datum van deze beslissing een bedrag te
betalen van € 2.000,–.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 112,49
aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit de heer mr. H.F.R. van Heemstra,
voorzitter, de heer drs. H.H.F.M. van den Oever, de heer mr. P.B. Vos, leden, op 22 april 2024.