Commissie: Zorg Algemeen
Categorie: (On)zorgvuldigheid
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
113663
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [plaats], en Stichting Amemba Zorgservice, gevestigd te Amsterdam.Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. Het geschil is ter zitting behandeld op 6 april 2018 te Amsterdam. Beide partijen zijn ter zitting verschenen en hebben hun standpunt nader toegelicht. De ondernemer werd vertegenwoordigd door [naam], bestuurder.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kwaliteit van de zorgverlening aan de echtgenoot van cliënte.
Standpunt van cliënte
Voor het standpunt van cliënte verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken, waarvan in het bijzonder het vragenformulier dat de commissie op 28 november 2017 van cliënte heeft ontvangen.
De klachten zijn:
1. De nachthulp ter verzorging van de terminaal zieke echtgenoot van cliënte verscheen met kunstnagels met een lengte van drie centimeter;
2. De nachthulp heeft geen initiatief genomen om de huisartsenpost te alarmeren toen de echtgenoot van cliënte erg onrustig was en heeft cliënte niet gewaarschuwd dat zij de zorg niet meer aankon.
Toen cliënte midden in de nacht kwam kijken hoe het met haar man ging, trof zij hem erg onrustig aan en heeft toen onmiddellijk zelf de huisartsenpost ingeschakeld.
Cliënte heeft schriftelijk een klacht ingediend bij de zorgaanbieder. Deze heeft niet gereageerd.
Cliënte heeft ter zitting nog aangevoerd dat zij van een thuiszorgmedewerkster verwacht dat deze haar zorgtaak nauwkeurig en zorgvuldig uitvoert. Zij had iemand verwacht die zelf initiatief zou nemen en niet zou verschijnen met kunstnagels met een lengte van drie centimeter en in kleding alsof ze nog naar een feest zou gaan.
Cliënte verlangt van de zorgaanbieder passende maatregelen tegen de betreffende thuiszorgmedewerkster, in die zin dat zij wordt berispt, en zij niet meer te werk wordt gesteld voordat zij voldoende is bijgeschoold.
Standpunt van de zorgaanbieder
De zorgaanbieder heeft ter zitting aangegeven dat zij de brief van cliënte niet heeft ontvangen. Pas via de commissie is zij van de klacht in kennis gesteld. De zorgaanbieder betreurt de gang van zaken. Zij heeft met de medewerkster gesproken en zou graag ook met cliënte een gesprek hebben gehad. De zorgaanbieder heeft nooit klachten over de betrokken medewerkster ontvangen. Waarschijnlijk was er tussen de cliënt en de medewerkster vanaf de eerste ontmoeting geen klik.
De medewerkster heeft aangegeven dat de echtgenoot van cliënte al bij aanvang van de dienst onrustig was. Dit was ook tijdens de voorafgaande avonden het geval. Naar haar eigen inschatting was het nog niet noodzakelijk om de huisartsenpost te bellen. Dat blijkt ook achteraf, daar de huisarts in eerste instantie op verzoek van cliënte nog niet is gekomen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft als volgt overwogen.
Naar het oordeel van de commissie is er van meet af aan geen klik geweest tussen de thuiszorgmedewerkster en cliënte. Cliënte heeft zich wellicht te veel laten leiden door het uiterlijk van de medewerkster, waardoor al vanaf het begin een wantrouwen jegens haar is gerezen. De commissie vraagt zich dan ook af of de thuiszorgmedewerkster wel een eerlijke kans heeft gekregen om haar werk te doen.
De bevindingen van beide partijen met betrekking tot de verleende zorg staan diametraal tegenover elkaar. De commissie is van oordeel dat cliënte niet aannemelijk heeft gemaakt dat de thuiszorgmedewerkster haar zorgtaak niet nauwkeurig en zorgvuldig heeft uitgevoerd. De commissie heeft in dit verband ter zitting vastgesteld dat de echtgenoot van cliënte ook in de voorafgaande avonden onrustig was en dat de huisarts na de melding van cliënte een afwachtende houding heeft aangenomen en pas na meerdere oproepen is gekomen.
Voor de commissie is niet komen vast te staan dat de thuiszorgmedewerkster geen professionele zorg heeft verleend.
Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht van cliënte ongegrond, zodat het door cliënte verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist op 6 april 2018 door de Geschillencommissie Zorg Algemeen.