Vergoeding voor vernietigde notebook

De Geschillencommissie




Commissie: Elektro    Categorie: (On)deugdelijke levering/reparatie/onderhoud / Schadevergoeding    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies na tussenadvies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 233158/235382

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

In het geschil tussen een consument en een ondernemer over een defecte notebook hebben beide partijen gekozen voor bindend advies door de Geschillencommissie Elektro. De commissie stelde vast dat de consument zijn notebook had ingeleverd voor reparatie, maar deze was vernietigd door de ondernemer zonder de benodigde waarschuwing of toestemming van de consument. De commissie concludeerde dat de ondernemer als bewaarnemer zijn verplichtingen niet was nagekomen, aangezien hij de notebook had moeten teruggeven in de staat waarin deze was ontvangen. Daarom is de ondernemer verplicht om de consument te vergoeden voor de schade, die is vastgesteld op 2/3 van de oorspronkelijke koopsom. Daarnaast moet de ondernemer een bedrag aan klachtengeld vergoeden. De ondernemer dient deze bedragen binnen een maand na de verzenddatum van het bindend advies te betalen, anders is hij verplicht om wettelijke rente te vergoeden. De commissie wees andere verzoeken van de consument af.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Elektro
(verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
Bij op 14 februari 2024 gegeven tussenadvies heeft deze commissie (in andere samenstelling) tussen
partijen als volgt beslist:

De commissie:
Alvorens nader te beslissen:
Bepaalt dat voormeld onderzoek door een door het secretariaat van de commissie aan te
wijzen deskundige zal plaatsvinden en dat daarover schriftelijk wordt gerapporteerd.
Partijen dienen na binnenkomst van die rapportage in de gelegenheid te woorden gesteld op
de inhoud daarvan te reageren.

Daarna zal de commissie deze zaak zonder vervolgzitting op basis van het dan voorliggende
dossier schriftelijk afdoen, tenzij een van partijen alsnog te kennen heeft gegeven dat een
vervolgzitting moet plaatsvinden.

Houdt in afwachting hiervan elke nadere beslissing aan.

Daartoe had de commissie het volgende overwogen:

In geschil is (dus) of de (resterende) klachten van de consument over deze Notebook (deels)
gegrond zijn, ook na herhaalde reparatieverzoeken.

De commissie acht zich daarover onvoldoende voorgelicht en is van oordeel dat een
deskundige moet worden verzocht om te beoordelen of en in hoeverre de (resterende)
klachten van de consument over het functioneren van deze Notebook terecht zijn
aangevoerd. Tevens wordt van de deskundige gevraagd om duidelijk te maken of en in
hoeverre terecht gedane klachten hadden kunnen worden opgelost door adequate reparatie.
De commissie gaat er hierbij vanuit dat de Notebook nog steeds voorhanden is bij de
ondernemer (vestiging Amsterdam Noord of bij de door de ondernemer ingeschakelde
derde/reparateur) en voor dit onderzoek aan de deskundige ter beschikking zal worden
gesteld. Uit de gedingstukken van de consument blijkt dat deze Notebook zonder schade
(alleen met krasjes/deukjes) voor het laatst bij de ondernemer is afgegeven op 6 september 2023.

Door de consument is aangevoerd dat de Notebook niet bij de ondernemer is afgehaald.
Voorshands gaat de commissie uit van de juistheid van die voorstelling van zaken.
In afwachting van de schriftelijke rapportage van de deskundige zal de commissie elke nadere
beslissing aanhouden.

De commissie heeft (weer) kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Het aldus door de commissie opgedragen onderzoek bleek niet meer mogelijk omdat de deskundige
heeft bericht dat de betreffende laptop “inmiddels door de aanbieder is vernietigd”.
Daarop is door de commissie bepaald dat de zaak weer ter zitting zal worden behandeld, waarbij de
kanttekening is gemaakt dat het van belang is dat beide partijen bij deze vervolgzitting aanwezig zijn.
Het geschil is (weer) ter zitting behandeld op 14 juni 2024 te Den Haag en digitaal (via Zoom).
Partijen zijn (weer) tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

De consument heeft ter zitting zijn standpunt toegelicht.

De ondernemer heeft (weer) geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting zijn standpunt toe
te lichten.

De consument werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer [naam] (zoon van de consument).

De verdere beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie in andere samenstelling volhardt bij hetgeen is overwogen en beslist in voormeld
tussen advies. In vervolg daarop moet thans nog als volgt worden overwogen en beslist.
De ondernemer heeft op 19 februari 2024 de (vertegenwoordiger van de) consument als volgt bericht:
Beste [naam klager], Op 6-9-2023 heeft u uw toestel bij ons ingeleverd ter reparatie. Uw toestel ligt
alleen nog steeds bij ons klaar om opgehaald te worden. Wij hebben u al op 15-11-2023 een
gereedmelding gestuurd. U kunt uw toestel nog ophalen voor 5 maart anders gaan wij het toestel
vernietigen. Ophalen is mogelijk met het afhaalbewijs of een legitimatie op de naam van de reparatie.
Graag vernemen wij zo spoedig mogelijk uw reactie. Met vriendelijke groeten, [ondernemer].

Uit de gedingstukken van de consument blijkt dat deze Notebook zonder schade (alleen met
krasjes/deukjes) voor het laatst bij de ondernemer is afgegeven op 6 september 2023.
Thans moet worden vastgesteld dat de ondernemer uitvoering heeft gegeven aan voormelde
aanzegging tot vernietiging bij niet afhalen, en dit zonder nadere waarschuwing. De vernietiging moet
hebben plaatsgevonden nadat het tussenadvies op 19 februari 2024 aan partijen is verzonden en dus
op een moment ruim nadat de consument het geschil had aanhangig gemaakt bij de commissie en
ook nadat de eerste mondelinge behandeling bij deze commissie had plaatsgevonden.
Van het bestaan van een rechtsgrond voor deze vernietiging is niet gebleken. In het bijzonder is niet
gebleken dat de consument daarvoor (alsnog) toestemming heeft gegeven. Bij aflevering van deze
notebook bij de ondernemer heeft de consument een ontvangstbewijs gekregen waar slechts op staat
vermeld dat het apparaat door de ondernemer is ontvangen en voor welk doel. Alleen is daarop
vastgelegd wat de staat van de notebook was ten tijde van het innemen door de ondernemer voor het
laten doen van onderzoek c.q. voor reparatie. Dit op basis van een tijdens de garantieperiode
opgekomen klacht, waar eerst onderzoek naar kon worden gedaan nadat het Corona gevaar was
geweken.

De conclusie moet dan ook zijn dat de ondernemer als bewaarnemer niet diens verplichtingen uit de
(tevens) overeengekomen bewaargeving is nagekomen. Artikel 605 van Boek 7 Burgerlijk Wetboek
bepaalt immers dat “de bewaarnemer is gehouden de zaak terug te geven in de staat waarin hij haar
heeft ontvangen.’’.

Vanwege die tekortkoming is de ondernemer verplicht de daardoor ontstane schade te vergoeden aan
de consument. De commissie waardeert die schade op de waarde van deze Notebook (Apple MBAIR
13,3 Gray SPG/8C CPU/7C GPU/8GB 256 GB Serie-nr C02GL3VWQ6L4) ten tijde van de
vernietiging, zijnde (voor een goed werkend exemplaar van gelijke ouderdom) 2/3 van de koopsom
van € 1.039,– = € 693,-.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Nu terecht is geklaagd is de ondernemer op basis van het reglement gehouden om het klachtengeld
aan de consument te voldoen en om de bijdrage in de behandelingskosten te betalen aan het
secretariaat van de commissie. Die bijdrage wordt de ondernemer separaat bij factuur in rekening
gebracht.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument voormelde vergoeding van € 693,–.
Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit
bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 87,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan het secretariaat van de
commissie de bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd.

Wijst af wat meer of anders is verzocht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit
mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer P.A. Frank en mr. B.J. van Gent, leden, op 14 juni 2024.