Verkoop woning zou niet meer hebben opgebracht bij andere handelswijze makelaar

De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: (On)Zorgvuldig handelen / Kwaliteit dienstverlening    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 34878/49815

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument stelt schade te hebben geleden door het falen en de laksheid/nalatigheid van de makelaar, waardoor het huis niet is verkocht. De makelaar heeft een zorgplicht, maar heeft die volgens de consument verzuimd, onder andere bij het wel of niet aanvragen van een woonbestemming. Zou er op het moment dat de woning via de makelaar te koop aangeboden was meteen een woonbestemming zijn aangevraagd, dan zou de woning € 50.000,– meer hebben opgebracht dan het bedrag waarvoor het is verkocht. De makelaar wijst de aansprakelijkheid af en stelt dat hem geen verwijt kan worden gemaakt. De commissie oordeelt dat er geen plaats is voor de verzochte schadevergoeding. De stelling dat de woning € 50.000,– meer zou hebben opgebracht is gebaseerd op een aanname. Verder bestaat er geen verband tussen het prijsverschil en het handelen van de makelaar. De commissie ziet niet dat de makelaar verwijtbaar of tekort is geschoten in zijn zorgplicht. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil ziet op de kwaliteit van de door de makelaar verrichte dienstverlening. De consument stelt schade te hebben geleden, welke schade hij gezien de competentiegrens van de commissie op € 10.000,– stelt.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De makelaar heeft ons huis eind vorig jaar (oktober) in de verkoop genomen.

We hadden bewust voor deze makelaar gekozen, omdat ons huis in Duitsland staat, 3 kilometer over de grens bij Coevorden.

Meerdere mensen hadden ons van tevoren al gewaarschuwd om niet met deze makelaar in zee te gaan, maar hij is één van de weinige makelaars in de omgeving die ook Duitsland in de portefeuille heeft en het reilen en zeilen van de verkoop van Duitse huizen volledig kent (hoorde te kennen) hij verkoopt al meer dan 15 jaar huizen in Duitsland.

Maar dit alles heeft tot grote teleurstelling en financiële consequenties geleid.

De makelaar heeft een zorgplicht, maar heeft die verzuimd, onder andere bij het wel of niet aanvragen van een woonbestemming. Zouden we op het moment dat we de woning via de makelaar te koop aanboden meteen een woonbestemming hebben aangevraagd, dan zou de woning € 50.000,– meer hebben opgebracht dan het bedrag waarvoor thans is verkocht. Tevens heeft hij niets of zeer weinig bijgedragen aan de verkoop van ons huis. Wij hebben alles zelf moeten regelen met de kopers. De consument heeft deze twee grieven uitvoerig in bijlage(n) uiteengezet.

Conclusie, door het falen en de laksheid/nalatigheid van de makelaar, zou ons huis niet zijn verkocht, dit als we zelf niet hadden doorgepakt en door hem dus minimaal € 50.000,– zijn misgelopen.
Hij heeft dus al met al niets gedaan.

We stellen de makelaar aansprakelijk voor deze geleden schade.

Standpunt van de makelaar
De makelaar heeft de commissie, des verzocht niet van een schriftelijke reactie op de klacht van de consument voorzien. Voor zijn standpunt van de makelaar verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Uit een door de makelaar aan de consument gerichte mail vermeldt de makelaar dat hem geen enkel verwijt kan worden gemaakt en wijst hij iedere aansprakelijkheid voor het ontstane prijsverschil af. De makelaar heeft de verschillende verwijten puntsgewijs in die mail betwist.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Voor de door de consument verzochte schadevergoeding, hoofdzakelijk gebaseerd op het door hem gestelde prijsverschil van € 50.000,– in de verkoop, is geen plaats. De stelling dat de woning € 50.000,– meer zou hebben opgebracht, wanneer – op aangeven van de makelaar – meteen een woonbestemming zou zijn aangevraagd is gebaseerd op een aanname, waarvan het bepaald ongewis is of die gestelde meerwaarde daadwerkelijk gerealiseerd zou worden. Voorts is de commissie van oordeel dat er geen causaliteit bestaat tussen dat prijsverschil en het handelen van de makelaar, meer in het bijzonder schending van diens zorgplicht. De commissie ziet niet dat de makelaar op enigerlei wijze laakbaar of tekort is geschoten in zijn zorgplicht, nu hij terecht stelt dat het aan de consument zelf is te wijten dat hij nimmer voor de benodigde (woon)vergunning voor een gedeelte van de te verkopen woning heeft zorggedragen en heeft nagelaten dat in de “vragenlijst verkoop woning onder 9K” te vermelden. De commissie houdt de klacht voor ongegrond en derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, bestaande uit de heer mr. D. van den Brink, voorzitter, de heer J. B. Boerman, mevrouw mr. D. E. Valle Robles-Roomer, leden, op 11 december 2020.