Verkoopopdracht: makelaar moet zich voldoende inspannen; resultaat kan niet geëist worden. Achterblijvend resultaat wijst niet automatisch op een onvoldoende inspanning.

  • Home >>
  • Makelaardij >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Makelaardij    Categorie: Overig    Jaartal: 2010
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: MAK08-0258

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil  

Het geschil betreft de vergoeding bij intrekking van een bemiddelingsopdracht.   De consument heeft een bedrag van € 796,11 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft in augustus 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument, zoals nader toegelicht ter zitting, luidt in hoofdzaak als volgt.   Ik heb in oktober 2007 mijn woning bij de ondernemer in verkoop gegeven. Ik had een opbrengst van € 325.000,– in gedachten; volgens de ondernemer moesten wij beginnen bij € 349.000,–. Mijn woning is courant, aantrekkelijk en goed onderhouden en daarmee was de ondernemer het eens.
Er is vrijwel geen belangstelling geweest. Dit is opvallend te noemen, omdat ik dezelfde periode in dezelfde wijk een aantal vergelijkbare huizen te koop stond, waarvan twee bij deze makelaar, en die kregen wel bezichtigingen.
Bij mij is de indruk ontstaan dat de ondernemer weinig heeft gedaan om geïnteresseerden te lokken. Suggesties van mij werden genegeerd, onder meer met betrekking tot foto’s. Pas na een mislukte deelname aan een open huizen route kwam de ondernemer met dezelfde suggestie. Tijdens gesprekken heeft de ondernemer mij er niet van kunnen overtuigen dat hij in de huidige woelige tijden voldoende heeft ondernomen om het huis verkocht te krijgen.
Daarom heb ik de opdracht ingetrokken en vind ik dat ik de contractueel afgesproken intrekkingsvergoeding niet behoef te betalen. De ondernemer heeft niet voldaan aan de op hem rustende inspanningsverplichting.
Dat de ondernemer voor mijn woning net zo veel heeft gedaan als voor andere woningen vind ik niet zo belangrijk; ik vind dat hij te weinig aandacht heeft besteed aan mijn woning.   Ik betwist dat er veelvuldig contact heeft plaatsgevonden. De werknemer van de ondernemer heeft mij 2 of 3 maal gebeld.   Reeds na 2 maanden moest de ondernemer met de prijs zakken. Dat betekent dat de aanvankelijke vraagprijs te hoog is geweest. Een mevrouw die mijn huis heeft bezichtigd heeft uiteindelijk een vergelijkbaar huis verderop voor € 35.000,– méér gekocht.   De ondernemer was ook niet bereid om iets anders te ondernemen, zoals cross-selling.   De consument verlangt dat de commissie zal bepalen dat zij geen of minder intrekkingsvergoeding verschuldigd is.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer – zoals mede verwoord ter zitting – luidt in hoofdzaak als volgt.   Ik betwist dat wij ons onvoldoende hebben ingespannen. Wij hebben aan deze woning net zo veel aandacht besteed als aan de andere woningen in ons bestand.   Het is niet altijd te verklaren waarom het niet lukt een woning te verkopen. Wij hebben diverse acties ondernomen om de woning onder de aandacht van het publiek te brengen: wij hebben de woning afgemeld bij Funda en enige tijd later weer aangemeld; wij hebben de woning opgenomen in een open-huizen route. Ook heeft de woning in een huis-aan-huis krant gestaan.   De werknemer die destijds de consument begeleidde werkt niet meer bij ons. Voorafgaand aan deze zitting hebben wij nog wel contact met hem opgenomen om hem te vragen of hij nog wist wat er zo al was gedaan.   Alle panden die niet snel genoeg worden verkocht worden wekelijks besproken om te bekijken wat we daarmee kunnen doen. De woning is ook nog een keer gepresenteerd als “woning van de week”.   We hebben, kortom, ons zeker voldoende ingespannen, maar het is gewoon niet gelukt.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De verplichting van een makelaar laat zich (in gevallen als deze) omschrijven als een inspanningsverplichting; op zichzelf ziet de consument dat ook in.
Een achterblijvend resultaat wijst niet automatisch op een onvoldoende inspanning, zelfs niet als voor dat teleurstellend resultaat, ook achteraf, geen overtuigende verklaring valt te vinden. Dat bij de verkoper bij een achterblijvende belangstelling snel het gevoel kan ontstaan dat de makelaar zich onvoldoende heeft ingespannen, is begrijpelijk, doch voor een oordeel dat de inspanning daadwerkelijk onvoldoende was is méér nodig.   In een dergelijk geval mag van de ondernemer verwacht worden dat hij toelicht welke activiteiten hij heeft ondernomen. Gelet op de door hem gegeven uitleg – welke feitelijk niet of onvoldoende is betwist – kan de commissie niet tot het oordeel komen dat de ondernemer ondermaats heeft gepresteerd. Dat ook denkbaar is dat hij méér had gedaan, maakt dat niet anders. Er bestaat een zekere bandbreedte waarbinnen gezegd kan worden dat de ondernemer niet onvoldoende heeft gepresteerd.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.   Het depotbedrag ad € 796,11 wordt overgemaakt aan de ondernemer.