Commissie: Elektro
Categorie: (non)conformiteit / Schade
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
24443/32134
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De laptop van de consument is na twee á drie maanden kapotgegaan als gevolg van vocht-/vloeistoefschade. De consument vindt dat deze schade niet aan hem toe te rekenen is en verlangt kosteloze reparatie of retournering van het aankoopbedrag. De ondernemer heeft onderzoek gedaan naar de laptop en constateerde hierbij de vocht-/vloeistofschade, maar omdat dit niet onder de garantie van de laptop valt, wil de ondernemer de laptop niet kosteloos repareren of het aankoopbedrag retourneren. Hiernaast is er geen sprake van een beroep op het bewijsvermoeden bij een consumentenkoop waarbij vermoed wordt dat een gebrek aan de zaak zich binnen 6 maanden openbaart, omdat de aard van het gebrek zich hiertegen verzet volgens de ondernemer. Volgens de commissie is onvoldoende aangetoond dat de aard van de afwijking al bij de aflevering van de koop bestond. Het is onlogisch dat de vocht-/vloeistofschade een aan de ondernemer toe te rekenen gebrek is. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 28 juli 2019 tussen partijen tot stand gekomen koopovereenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een MEDION E6247G-C128F4 (“laptop”) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 359,–.
De overeenkomst is uitgevoerd op die datum.
De consument heeft op 15 oktober 2019 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Na 2/3 maanden is deze laptop stuk gegaan “(door vocht). De schade hangt niet van de consument af, volgens de consument. Misschien is er vocht gekomen tijdens het transport of heeft de ondernemer het zelf gedaan.”
Voor reparatie vraagt de ondernemer € 260,40 (prijsopgave van 1 november 2019), waarop de consument geen toestemming heeft gegeven voor reparatie. De laptop is nog steeds bij de ondernemer.
De consument verlangt kosteloze reparatie of vervanging of retournering van het aankoopbedrag.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft op 28 juli 2019 bij de ondernemer een MEDION E6247G-C128F4 (“laptop”) aangeschaft voor € 359,–. De laptop is op 15 oktober 2019 ter reparatie ingeleverd bij de ondernemer met de volgende klachtomschrijving: “Aan en uit lampje brandt, maar scherm blijft zwart.”. De laptop is vervolgens onderzocht door het onafhankelijke, geautoriseerde servicecentrum Medion Service Consumenten (“Medion”). Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat het mainbord en RAM dienen te worden vervangen en dat sprake is van vocht-/vloeistofschade. Een defect veroorzaakt door vocht-/vloeistofschade valt buiten de garantie. De reparatiekosten bedragen € 260,40. De consument is niet akkoord gegaan met de prijsopgave, waarna de laptop ongerepareerd terug is gestuurd naarde ondernemer. De ondernemer is nog in het bezit van de laptop, aangezien de consument deze nog niet heeft afgehaald.
Tijdens het onderzoek aan de laptop zijn foto’s gemaakt door Medion. Deze foto’s tonen de vocht- /vloeistofschade aan. Door middel van rode cirkels is deze vocht-/vloeistofschade op de foto’s ten behoeve van deze reactie verduidelijkt. De vocht-/vloeistofschade is geconstateerd op onderdelen die de klacht waarvoor de laptop ter reparatie is ingeleverd veroorzaken. De consument bestrijdt niet dat sprake is van vocht-/vloeistofschade, maar stelt dat deze schade niet aan hem is toe te rekenen. Hij meent dat de vocht-/vloeistofschade is ontstaan tijdens de reparatie of transport of door de ondernemer. Dit wordt op geen enkele wijze onderbouwd. De ondernemer bestrijdt deze stelling. De laptop heeft van 28 juli 2019 tot 15 oktober 2019 naar behoren gefunctioneerd. Op 15 oktober 2019 is de laptop ingeleverd ter reparatie met een klacht die veroorzaakt wordt door geconstateerde vocht-/vloeistofschade op onderdelen die deze klacht veroorzaken. Daardoor staat vast dat de vocht-/vloeistofschade na levering van de laptop aan de consument, vóór inname van de laptop ter reparatie en dus buiten de verantwoordelijkheid van de ondernemer is ontstaan. Dergelijke schade is uitgesloten van garantie, zoals ook is opgenomen in artikel 11.4 van de van toepassing zijnde algemene verkoopvoorwaarden (versie 15-10-2018): “[naam ondernemer] is niet verplicht tot het verlenen van garantie, indien er sprake is van ondeskundig gebruik, van buitenaf komende onheilen in de breedste zin van het woord en wanneer consumentenelektronica voor professionele doeleinden is gebruikt en/of gebreken zijn ontstaan door demontage.”
Daarnaast komt de consument gelet op deze bevindingen geen beroep toe op het bewijsvermoeden bij consumentenkoop ex artikel 7:18 lid 2 Burgerlijk Wetboek: dat wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord indien de afwijking zich binnen een termijn van 6 maanden na aflevering openbaart (en dat de bewijslast ter zake de conformiteit op de verkoper rust zodat de verkoper zal moeten bewijzen dat sprake is van een conform/juist product) omdat de aard van de afwijking/gebrek (te weten vocht-/vloeistofschade) zich daartegen verzet. In deze zaak kan namelijk worden vastgesteld dat de aard van de afwijking/het gebrek ziet op onheil van buitenaf zodat het wettelijk vermoeden van deze bepaling in deze zaak niet opgaat. Op basis van het bovenstaande staat vast dat de ondernemer niet verplicht is om de laptop kosteloos te repareren of te vervangen of het aankoopbedrag te retourneren. De klacht van de consument is ongegrond.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Door de ondernemer is genoegzaam aangetoond dat “de aard van de afwijking” (in de zin van artikel 7:18 lid 2 Burgerlijk Wetboek) zodanig is dat reeds op basis daarvan niet kan worden gezegd dat die afwijking reeds bestond bij aflevering bij de koop. Het in dat artikellid aangeduide bewijsvermoeden kan daarom inderdaad niet aan de orde zijn.
Zowel van het in ontvangst nemen ter reparatie als van de voorintake voorafgaand aan een reparatie (ter bepaling van de reparatiekosten) zijn adequate foto’s gemaakt met toelichting. Daaruit blijkt van vochtintreding in de laptop en tot welke gevolgen/beschadigingen dat heeft geleid. Van andere beschadigingen/mankementen is niet gebleken. Het samenstel van deze informatie geeft geen enkele steun aan de veronderstelling – meer is het ook niet – van de consument dat de vochtschade eerst na inlevering ter reparatie moet zijn ontstaan. Dat is ook onlogisch omdat de laptop nu juist ter reparatie is aangeboden vanwege de schade die veroorzaakt blijkt te zijn door alleen vochtintreding.
Het standpunt van de ondernemer moet voor juist worden gehouden.
De klacht is ongegrond en er dient in na te melden zin te worden beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit mr. M. L. J. Koopmans, voorzitter, drs. P. C. Hoogeveen – de Klerk en drs. H. H. F. M. van den Oever, leden, op 10 augustus 2020.