Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: (On)zorgvuldigheid
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
22661/27734
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënte onderging een toupetoperatie, waarbij het bovenste deel van de maag met behulp van een manchet om de slokdarm is gezet en de scheur in het middenrif deels is gedicht. Ondanks een geslaagde operatie, is de cliënte opnieuw opgenomen bij de zorgaanbieder wegens ernstige maagklachten. De zorgaanbieder heeft een maagonderzoek verricht en een dilatatie van de slokdarm uitgevoerd, waarbij de slokdarm van de cliënte geperforeerd werd. De cliënte is vervolgens zeer ernstig ziek geworden en overgeplaatst naar een ander ziekenhuis. De cliënte klaagt over de behandeling en de zorgverlening door de zorgaanbieder. De zorgaanbieder vindt dat er zorgvuldig is gehandeld rondom de opnames van de cliënte en vindt dat de klachten ongegrond zijn. De commissie oordeelt dat de zorgaanbieder zich heeft gehouden aan zijn zorgplicht. De cliënte is dagelijks bezocht, is er met de cliënte vooraf gesproken over alle behandelingen en de mogelijke gevolgen/complicaties. Daarnaast heeft de zorgaanbieder aangetoond dat de voerdraad na elk gebruik schoongewassen en gesteriliseerd wordt. Verder blijkt uit het medisch dossier niet dat de stent onjuist is geplaatst en de ontsteking in het mediastinum is niet ontstaan door de knik in de drain, maar door de opgetreden complicatie. De klachten zijn ongegrond.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [woonplaats]
en
Stichting Christelijk Algemeen Ziekenhuis Noordwest-Veluwe, gevestigd te Harderwijk
(hierna te noemen: de zorgaanbieder)
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 september 2021 te Amsterdam.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht. De cliënte werd vergezeld van haar echtgenoot. Namens de zorgaanbieder zijn verschenen: [naam], chirurg en [naam], MDL-arts.
Onderwerp van het geschil
De cliënte heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft de operatie op 7 december 2018 waarbij tijdens een dilatatie de slokdarm van de cliënte werd geperforeerd over een lengte van 2,5 cm.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Het standpunt komt op het volgende neer.
In de loop van 2018 kreeg de cliënte last van benauwdheid. Na een aantal onderzoeken bleek dat zij een zodanige scheur in haar middenrif had, dat haar maag deels door het middenrif naar boven was gekomen.
Op 9 november 2018 onderging de cliënte een toupetoperatie waarbij het bovenste deel van de maag middels een manchet 270gr om de slokdarm is gezet en de scheur in het middenrif deels is gedicht. De operatie was geslaagd en op 16 november 2018 is de cliënte ontslagen uit het ziekenhuis.
De week daarop kreeg de cliënte ernstige maagklachten. Op zondag 25 november 2018 is de cliënte wederom bij de zorgaanbieder opgenomen. Pas op 27 november 2018 verscheen een arts aan haar bed. Uit onderzoek bleek dat de cliënte een maagslijmontsteking had en dat de manchet mogelijk te strak zat. Uiteindelijk bleek dat er sprake was van een zwelling van de manchet. Op 7 december 2018 zou de cliënte nog een maagonderzoek krijgen en de verwachting was dat zij daarna naar huis mocht.
Op 7 december 2018 is het maagonderzoek verricht. Er werd daarna een dilatatie van de slokdarm uitgevoerd, waarbij haar slokdarm over een lengte van ongeveer 2,5 cm geperforeerd werd en daardoor ook een spanningspneumothorax optrad. Er is een wallstent geplaatst en de cliënte is overgeplaatst naar de IC. Daar werd op ruwe wijze een thoraxdrain geplaatst, hetgeen bijzonder pijnlijk was. De hoofdbehandelaar, de zaalarts en de MDL-arts hebben voor het maagonderzoek niet gesproken over het feit dat er ook een dilatatie van de slokdarm zou plaatsvinden. De MDL-arts gaf aan dat het fout gegaan was met de voerdraad die was gebruikt. Hij noemde het een “rotte voerdraad”.
De dagen daarna verslechterde de toestand van de cliënte door oplopende ontstekingswaarden. Op 9 december 2018 zijn röntgenfoto’s gemaakt waarop meerdere ontstekingsbronnen in het mediastinum te zien zijn. Daarnaast was zichtbaar dat er een knik in de eerdergenoemde drain zat, waardoor deze kennelijk niet of onvoldoende heeft kunnen afvoeren. De cliënte is daarna overgebracht naar [ander ziekenhuis] voor verdere behandeling. Het gezin werd verteld dat zij rekening met het ergste moesten houden.
In het [ander ziekenhuis] is direct de geknikte thoraxdrain verwijderd en zijn twee nieuwe geplaatst. Op 10 december 2018 is middels een ingreep het mediastinum schoongemaakt. Op 16 december 2018 bleek dat de stent die door de zorgaanbieder was geplaatst, niet goed af te sluiten, waardoor er wederom infectie en een klaplong ontstond. De cliënte verbleef tot 11 januari 2019 in het [ander ziekenhuis]. De cliënte heeft de dood in de ogen gekeken en voor langere tijd gederfde levensvreugde en veel pijn moeten doorstaan.
Op 7 december 2018 is tijdens een dilatatie de slokdarm van de cliënte geperforeerd over een lengte van 2,5 cm. Puntsgewijs luiden de klachten als volgt.
1. Tijdens de ziekenhuisopname vanaf 25 november 2018 duurde het tot 27 november 2018 voordat er een arts aan het bed van de cliënte verscheen.
2. De hoofdbehandelaar, zaalarts en de MDL-arts hebben voor het maagonderzoek niet gesproken over het feit dat er ook een dilatatie van de slokdarm zou plaatsvinden.
3. De indicatiestelling voor dilatatie is niet juist.
4. De voerdraad is hergebruikt.
5. De stent sloot niet goed af, de stentplaatsing heeft tot gevolg dat de peristaltische beweging van de slokdarm niet goed werkt en dat de sluitspier van de slokdarm naar de maag niet afsluit.
6. Bij de IC-opname was de plaatsing van de thoraxdrain zeer pijnlijk, er is een knik in de thoraxdrain niet gezien en er is mediastinitis ontstaan.
7. De ziekenhuisopname was rommelig en hectisch.
De cliënte verlangt een schadevergoeding van € 25.000,–.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Het standpunt komt op het volgende neer.
De zorgaanbieder betreurt het dat de cliënte na een in eerste instantie geslaagde operatie, een ernstige complicatie heeft opgelopen in het vervolgtraject. De zorgaanbieder kan zich voorstellen dat dit alles een hele diepe indruk op haar en haar dierbaren heeft achtergelaten.
Als zorgaanbieder doe je er alles aan om goede zorg te verlenen. Goede zorg gaat in overleg met de patiënt zelf. Ondanks de verleende zorg kan er een complicatie optreden. Op het moment waarop een onbedoelde situatie zich voordoet, wordt er in de gegeven omstandigheden met de patiënt en familie gesproken om uit te leggen wat er gebeurd is. Het is heel jammer dat de begeleiding achteraf als onvoldoende is ervaren.
1. Tijdens de ziekenhuisopname vanaf 25 november 2018 duurde het tot 27 november 2018 voordat er een arts aan het bed van de cliënte verscheen.
Op 25 november 2018 is de cliënte door de spoedeisende hulp arts in overleg met de chirurg opgenomen. Vanaf 26 november 2018 is er op werkdagen dagelijks verslaglegging van de betrokken zaalartsen, na hun overleg met de medisch specialisten en verpleegkundigen. De zaalarts bezoekt op werkdagen dagelijks de patiënt. In het weekend is de medisch specialist beschikbaar en bezoekt deze zo nodig de patiënt. Communicatie over de lichamelijke situatie, het beleid en overwegingen vindt plaats voor en ook na overleg met de medisch specialist door de zaalarts met de patiënt. De hoofdbehandelaar (medisch specialist) komt niet dagelijks persoonlijk langs bij de patiënt. Hij bezoekt ad hoc de patiënt. Dit wordt niet standaard genoteerd in het medisch dossier omdat dit een informeel bezoek is.
2. De hoofdbehandelaar, zaalarts en de MDL-arts hebben voor het maagonderzoek niet gesproken over het feit dat er ook een dilatatie van de slokdarm zou plaatsvinden.
Op 6 december 2018 is tot een voorstel van maagonderzoek met dilatatie besloten. De zaalarts heeft dit voorstel met de cliënte besproken. Het informed consent is ingevuld. Voorafgaand aan het onderzoek op de onderzoekskamer wordt door de arts en verpleegkundige bij/met de patiënt gecontroleerd of de patiënt essentiële informatie over het aanstaande onderzoek weet en begrijpt. Nogmaals wordt dan het informed consent ingevuld.
3. De indicatiestelling voor dilatatie is niet juist.
In verband met aanhoudende klachten tijdens de ziekenhuisopname in november/december 2018 is na zorgvuldig overleg met de MDL-arts de indicatie gesteld voor het maagonderzoek en de oesophagusdilatatie. De mate van de klachten op dat moment hebben gemaakt dat endoscopisch onderzoek naar de oorzaak hiervan en het zo mogelijk aanpakken van de oorzaak, een reële optie was in de gegeven omstandigheden. Er zijn verschillende meningen over behandelopties van postoperatieve klachten na een fundoplicatie die passen binnen de geldende richtlijnen.
4. De voerdraad is hergebruikt.
Eén van de complicaties bij een maagonderzoek kan zijn een perforatie, welke zelfs bij het volgen van de juiste procedures kan voorkomen. De voerdraad wordt na gebruik schoongewassen en opnieuw gesteriliseerd. Het is het vak van de endoscopieverpleegkundige om bij het openen van de verpakking en het aanreiken van de voerdraad te controleren of deze niet beschadigd is. De zorgaanbieder gebruikt al jaren deze voerdraden en navraag bij collega MDL-artsen leert dat er nooit problemen mee zijn. Het kan mogelijk voorkomen dat er tijdens het opvoeren van de voerdraad een knikje ontstaat. Dit zou mogelijk een perforatie kunnen veroorzaken doordat zo’n knikje de dilatatiebougie niet meer de juiste route volgt.
Een perforatie is een bekende zeldzame maar ernstige complicatie. Tijdens het gebruik van de materialen en het uitvoeren van het maagonderzoek wordt op alle vlakken door de zorgverleners grote zorgvuldigheid betracht om complicaties van welke aard dan ook te voorkomen. Het is in het geval van de cliënte niet goed vast te stellen wat heeft gemaakt dat er bij haar een perforatie is ontstaan. Vooraf waren er geen aanwijzingen dat de voerdraad niet in goede conditie zou zijn. Er zijn geen aanwijzingen dat er geen gebruikelijke zorgvuldigheid rond het onderzoek is betracht.
5. De stent sloot niet goed af, de stentplaatsing heeft tot gevolg dat de peristaltische beweging van de slokdarm niet goed werkt en dat de sluitspier van de slokdarm naar de maag niet afsluit.
De MDL-arts is van mening dat de stent keurig is geplaatst en gefixeerd. Dit wordt ook ter plaatse gecontroleerd via de scoop. Dat is echter geen garantie dat de stent altijd goed blijft zitten. De stent is ontworpen om een vernauwing door tumorweefsel te overbruggen. De tumor houdt de stent dan vast. Als er geen vernauwing is zoals bij de cliënte, dan mist die steun. Er worden in dat geval clips gebruikt om de stent te fixeren, maar een feit is dat deze later kunnen losraken, waardoor de stent kan verplaatsen. Dit is helaas ook gebeurd. Onjuist is dat de slokdarmperistaltick niet meer goed werkte vanwege de stent. In de brief aan de huisarts op 27 september 2018 staat beschreven dat de oesophagus manometrie van 6 september 2018, dat is drie maanden voorafgaand aan het plaatsen van de stent, laat zien dat de motoriek van de slokdarm al zeer slecht is. Dit gebeurt vaker in combinatie met grote middenrifbreuken. De manometrie geeft ook aan dat de reeds lang bestaande middenrifbreuk ook de werking van de sluitspier nadelig heeft beïnvloed.
6. Bij de IC-opname was de plaatsing van de thoraxdrain zeer pijnlijk, er is een knik in de thoraxdrain niet gezien en er is mediastinitis ontstaan.
Het is vaak zo dat een drain tussen de ribben plaatsen pijnlijk is, omdat dit stuk niet kan worden verdoofd. Het gaat inderdaad met kracht gepaard, anders kan men niet met een vinger tussen de ribben komen. Er is gecontroleerd hoe de ligging van de drain was, waarbij op de eerste controle foto meerdere kniks in de drain te zien zijn en de verpleging is gevraagd de drain buiten de thorax anders af te plakken. De diverse diensten daarna liep de drain wel. De ontsteking in het mediastinum houdt verband met de scheur in de slokdarm, niet met het wel of niet functioneren van een thoraxdrain.
Het ziektebeeld van de cliënte heeft zich in de loop van de tijd dusdanig ontwikkeld waarbij er vocht en opnieuw lucht in de thorax is gelekt. De cliënte is overgeplaatst alwaar behandeling heeft plaatsgevonden.
7. De ziekenhuisopname was rommelig en hectisch.
Het is vervelend dat de cliënte de opnameperiode als hectisch en rommelig heeft ervaren. In het medisch dossier is te lezen dat er zowel door de artsen als de verpleegkundigen met de cliënte gesproken is ten aanzien van haar onzekerheid over de toekomst en het te voeren medisch beleid. Het is jammer dat deze gesprekken de cliënte niet voldoende rust hebben gegeven. De zorgaanbieder herkent zich niet in het verwijt dat de overname van [naam overgenomenziekenhuis] per 1 maart 2019 op de verpleegafdeling op het moment van het verblijf van de cliënte, drie maanden voor de overname, van invloed is geweest op de zorg en behandeling op de verpleegafdeling van de cliënte.
De zorgaanbieder stelt zich op het standpunt dat de klachten ongegrond zijn. De zorgaanbieder wijst daarom medisch onzorgvuldig handelen en aansprakelijkheid af.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie stelt voorop dat voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder vereist is dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in de uitvoering van de zorgovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten en cliënte dient daarvan nadeel te hebben ondervonden.
Tussen partijen staat het volgende vast.
De cliënte onderging op 9 november 2018 een toupetoperatie waarbij het bovenste deel van de maag middels een manchet 270gr om de slokdarm is gezet en de scheur in het middenrif deels is gedicht. Hoewel de operatie geslaagd was kreeg de cliënte half november 2018 ernstige maagklachten en is zij op 25 november 2018 opnieuw opgenomen. Op 7 december 2018 is een maagonderzoek verricht en een dilatatie van de slokdarm uitgevoerd, waarbij de slokdarm van de cliënte over een lengte van ongeveer 2,5 cm geperforeerd werd. De cliënte is vervolgens zeer ernstig ziek geworden en overgeplaatst naar het [andere ziekenhuis] waar zij tot 11 januari 2019 verbleef.
De commissie zal hierna de klachtonderdelen bespreken.
1. Tijdens de ziekenhuisopname vanaf 25 november 2018 duurde het tot 27 november 2018 voordat er een arts aan het bed van de cliënte verscheen.
De cliënte is op werkdagen dagelijks bezocht door de zaalarts. De zaalarts heeft dagelijks, na overleg met de medisch specialisten en verpleegkundigen verslag gelegd. Ook de hoofdbehandelaar heeft de cliënte bezocht, alhoewel hier niet altijd schriftelijke bevestiging van is terug te vinden in het dossier Deze handelswijze is niet onjuist. Op de achtergrond is er meermaals met meerdere zorgverleners over de cliënte gesproken en zijn opties besproken (MDO). Dit overleg is gebeurd buiten het directe blikveld van de cliënte om. Het klachtonderdeel is ongegrond.
2. De hoofdbehandelaar, zaalarts en de MDL-arts hebben voor het maagonderzoek niet gesproken over het feit dat er ook een dilatatie van de slokdarm zou plaatsvinden.
De zorgaanbieder moet goed uitleggen wat de voorgestelde behandeling inhoudt, wat de risico’s en voor- en nadelen zijn en wat de gevolgen zijn als de patiënt de behandeling niet wil en of er eventueel alternatieven zijn. Op grond van deze informatie kan een patiënt kiezen om wel of geen toestemming te geven voor de behandeling. Dit wordt informed consent genoemd.
In het medische dossier bevindt zich het informed consent voor het maagonderzoek en de dilatatie van de slokdarm. Hieruit volgt dat, zoals de zorgaanbieder heeft aangegeven, de dilatatie van de slokdarm met de cliënte is besproken en dat zij hiervoor haar toestemming heeft gegeven. Het klachtonderdeel is ongegrond.
3. De indicatiestelling voor dilatatie is niet juist.
De cliënte had tijdens de ziekenhuisopname in november/december 2018 aanhoudende klachten. In de aanvraag van het maagonderzoek en de dilatatie staat vermeld dat de cliënte last heeft van pijn boven de maagstreek en moeite met eten. Het uitvoeren van een dilatatie bij dergelijke klachten, zonder dat een vernauwing wordt waargenomen is niet ongebruikelijk en staat ook beschreven in medische literatuur. Het klachtonderdeel is ongegrond.
4. De voerdraad is hergebruikt.
Dat de voerdraad is hergebruikt is niet onjuist. De voerdraad wordt na gebruik schoongewassen en opnieuw gesteriliseerd. Niet gebleken is dat de voerdraad voor het inbrengen ondeugdelijk was. Tijdens de dilatatie is de slokdarm van de cliënte geperforeerd. Een perforatie is een bekende zeldzame ernstige complicatie. Of de perforatie is ontstaan doordat er een knik in de voerdraad is ontstaan is niet vast te stellen. Naar het oordeel van de commissie is de dilatatie lege artis uitgevoerd. Het voorgaande neemt niet weg dat er een hele onfortuinlijke complicatie is opgetreden die voor de cliënte grote gevolgen heeft gehad en met welke gevolgen zij nog altijd kampt. Echter, van een fout of verwijtbaar handelen is naar het oordeel van de commissie geen sprake. Het klachtonderdeel is ongegrond.
5. De stent sloot niet goed af, de stentplaatsing heeft tot gevolg dat de peristaltische beweging van de slokdarm niet goed werkt en dat de sluitspier van de slokdarm naar de maag niet afsluit.
Uit het medische dossier blijkt niet dat de stent onjuist is geplaatst. Het kan voorkomen dat de stent nadien losraakt. Dat is ook in het onderhavige geval gebeurd. Echter, de motoriek van de slokdarm was drie maanden voorafgaand aan het plaatsen van de stent al zeer slecht. De manometrie (drukmeting in de slokdarm) geeft aan dat de reeds lang bestaande middenrifbreuk ook de werking van de sluitspier nadelig heeft beïnvloed. Aan (het plaatsen van) de stent kan dan ook niet worden toegerekend dat de peristaltische beweging van de slokdarm niet meer goed werkte. Het klachtonderdeel is ongegrond.
6. Bij de IC-opname was de plaatsing van de thoraxdrain zeer pijnlijk, er is een knik in de thoraxdrain niet gezien en er is mediastinitis ontstaan.
De zorgaanbieder merkt op dat het plaatsen van de thoraxdrain vaak pijnlijk is. Dit wordt veroorzaakt doordat dit stuk niet verdoofd kan worden. Uit het medisch dossier volgt dat de ligging van de thoraxdrain is gecontroleerd, waarbij op de eerste foto meerdere kniks in de drain te zien zijn en dat de verpleging is gevraagd de drain buiten de thorax anders af te plakken. De drain liep daarna wel. De ontsteking in het mediastinum is niet ontstaan door de knik in de drain, maar door de opgetreden complicatie. Het klachtonderdeel is ongegrond.
7. De ziekenhuisopname was rommelig en hectisch.
Dat de zorgaanbieder op dit klachtonderdeel een verwijt kan worden gemaakt is niet gebleken. Het klachtonderdeel is ongegrond.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klachtonderdelen ongegrond zijn.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
verklaart alle klachtonderdelen van de cliënte ongegrond.
Het door de cliënte verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. P.W.M. de Wolf MSM, voorzitter, de heer M.W. Mundt, de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 23 september 2021.