Commissie: Warmtelevering
Categorie: Omvang verbruik
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
99991
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de jaarafrekeningen ter zake de levering van warmte (en water) over de periode 2009 t/m heden van de ondernemer.
De consument heeft zijn klacht op 18 februari 2014 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Mijn jaarafrekeningen en meer in het bijzonder mijn verbruik is in de afgelopen jaren steeds door de ondernemer geschat en daardoor heb ik teveel betaald. Mijn verbruik wordt op het hoogste verbruik ingeschat en dat is onjuist. Verder ben ik niet bekend met de destijds, toen ik de woning betrok, gehanteerde beginmeterstanden voor zowel warmte als water. Door mijn psychische situatie heb ik jarenlang niet (goed) gereageerd en ben ik ook zelf het overzicht kwijtgeraakt. Ik wil een rechtvaardige eindafrekening over de laatste zes jaar en derhalve vanaf 28 april 2010 (toen ik de woning betrok) tot heden. Ik wil ook een eindafrekening met originele beginmeterstanden.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik heb jarenlang niet dan wel niet goed gereageerd op verzoeken van de ondernemer tot het opnemen dan wel controleren van mijn warmtemeter en watermeter. Door mijn psychische toestand (ernstige mate van ADHD) is dat allemaal misgelopen. Ik betreur dat ook. Desalniettemin wil ik een correcte eindafrekening krijgen met originele beginmeterstanden. Ik werk nu overal aan mee; afspraken kunnen zonder meer gemaakt worden.
De consument verlangt dat de verdampers in zijn woning worden gecontroleerd dan wel vervangen en dat de correcte meterstanden worden opgenomen zodat er een juiste eindafrekening kan worden gemaakt.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Met ingang van 28 april 2010 huurt de consument de woning van de ondernemer. Bij aanvang van de huurovereenkomst zijn de meterstanden van de betreffende woning niet opgenomen omdat de meters zijn aangesloten op een (op afstand afleesbaar) modem. Het registreren van het verbruik, het uitlezen van de modems en het opstellen van de eindafrekeningen wordt in opdracht van de ondernemer uitbesteed/uitgevoerd door [naam van derde partij]. Na het eerste jaar heeft [naam van derde partij] getracht de modem waarop de meters van de consument zijn aangesloten af te lezen. Die modem bleek echter defect met als gevolg dat het noodzakelijk was om de meters in de woning van de consument af te lezen om het feitelijke verbruik alsnog vast te kunnen stellen. De consument heeft echter voortdurend en jarenlang geweigerd om zijn medewerking te verlenen aan het aflezen van de meters in zijn woning. De consument heeft ook (schriftelijk) bevestigd dat hij jarenlang geweigerd heeft om medewerkers van [naam van derde partij] toegang tot zijn woning te verschaffen. Er zijn in totaal acht pogingen ondernomen (lees: concrete afspraken gemaakt) om de meters in de woning van de consument af te lezen. Aangezien de consument voortdurend weigerachtig is gebleven om de meters in de woning af te laten lezen zijn de afrekeningen gebaseerd op een geschat verbruik. De omstandigheid dat afgerekend is op basis van het geschatte verbruik komt voor zijn eigen rekening en risico. Op 31 maart 2015 is het [naam van derde partij] gelukt om de woning van de consument te betreden. Daarbij is geconstateerd dat de meters vervangen dienden te worden. Opnieuw is diverse malen getracht om een afspraak te maken om die meters te vervangen, doch dat is niet gelukt omdat de consument daaraan zijn medewerking niet heeft verleend. Ook recentelijk is er contact opgenomen met de consument om de meterstanden op te nemen en de meters te vervangen.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
In 2010 bleek dat de modem van de consument defect was en niet op afstand kon worden afgelezen. Vervolgens is diverse malen getracht om een afspraak met de consument te maken om de meters in zijn woning fysiek op te nemen/te controleren. Dat is allemaal niet gelukt. De consument is vervolgens afgerekend op het gemiddelde verbruik in het complex dat hij bewoont. Dat is in alle afgelopen jaren het geval geweest. Anders dan aanvankelijk aan de consument schriftelijk is gecommuniceerd, is hij dus niet afgerekend op basis van het hoogste jaarverbruik met daarop nog een verhoging van 25%. Zoals gezegd is de consument afgerekend op het gemiddelde verbruik in het complex. Op 31 maart 2015 is geconstateerd dat de warmtemeter van de consument defect is zodat die moest worden vervangen. De warmtemeter is op 25 maart 2016 daadwerkelijk vervangen. De waterstanden zijn op 31 maart 2015 opgenomen. De beginstanden ter zake water zijn destijds administratief op 0 gezet. De consument zal zeer binnenkort een nota krijgen met een correctie op zijn waterverbruik, nu de concrete meterstanden bekend zijn. Hij zal waarschijnlijk een klein bedrag terugkrijgen. De beginstanden ter zake warmte zijn niet bekend omdat destijds de meterstand niet op afstand kon worden uitgelezen, de ondernemer jarenlang geen toegang heeft gekregen tot de woning en warmtemeter van de consument en die warmtemeter pas onlangs is vervangen.
De ondernemer verzoekt de commissie om de klacht(en) van de consument ongegrond te verklaren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Vaststaat, want erkend door de consument, dat sedert zijn intrek in de woning op 28 april 2010 tot voor kort (31 maart 2015 voor water en per 25 maart 2016 voor warmte na de vervanging van zijn meter) zijn verbruik voor zowel water als warmte zijn geschat doordat de consument jarenlang stelselmatig, ondanks vele pogingen van de ondernemer, zijn medewerking niet heeft verleend aan het opnemen dan wel controleren van zowel de warmtemeterstanden als de watermeterstanden. Onder die omstandigheden (waarbij de consument dus zijn medewerking aan het opnemen en controleren van de standen heeft gefrustreerd) was de ondernemer zonder meer gerechtigd om het verbruik van de consument te schatten en te bepalen op het gemiddelde verbruik in het (woon-) complex van de consument; dat volgt ook uit de algemene voorwaarden. De consument heeft in dat kader het onheil over zichzelf afgeroepen en wellicht teveel betaald in de afgelopen jaren, maar dat komt voor zijn eigen rekening en risico.
Ter zake de watermeterstanden heeft de ondernemer ter zitting meegedeeld dat die destijds administratief op 0 zijn gezet, dat de werkelijke standen ultimo maart 2015 zijn opgenomen en dat de consument op korte termijn een (correctie-) factuur/eindafrekening zal krijgen. De commissie gaat er vanuit dat de ondernemer zijn toezegging in dat verband gestand zal doen en acht daarmee die kwestie als afgedaan.
Ter zake de warmtemeterstanden is duidelijk geworden dat het verbruik in de afgelopen jaren niet meer concreet zal kunnen worden vastgesteld omdat de warmtemeter defect is en pas zeer recentelijk is vervangen. Dat betekent dat voor de toekomst het probleem voor wat betreft de warmtemeterstanden uit de wereld zal zijn en voor wat betreft het aan de consument in rekening gebrachte verbruik (gebaseerd op schattingen) de ondernemer dat op juiste wijze en overeenkomstig de algemene voorwaarden heeft gedaan. Het valt de ondernemer niet te verwijten dat hij in het verleden en derhalve over de afgelopen jaren het warmteverbruik van de consument heeft moeten schatten, temeer nu de consument in de afgelopen jaren het opnemen/controleren/vervangen van de warmtemeter zeer lange tijd heeft gefrustreerd door de ondernemer ondanks vele verzoeken geen medewerking te verstrekken en de ondernemer derhalve de woning van de consument daartoe niet kon betreden.
De commissie acht de klachten van de consument dan ook ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klachten van de consument ongegrond.
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Warmtelevering op 7 april 2016.