Commissie: Elektro
Categorie: Garantie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ELE09-0055
De uitspraak:
Deskundigenrapport d.d. 7 januari 2010
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. In mijn onderzoek ben ik uitgegaan van 2,6 kilo droge was, katoen en linnen. Ik heb deze was nat gecentrifugeerd op 1400 toeren. Na het centrifugeren had de was een vochtigheidsgraad van 50%. Overeenkomstig de daarvoor geldende tabellen is de tijdsduur voor het drogen van deze was naar strijkdroog tussen de 40 en 55 minuten. Bovengenoemde was heb ik in de droogautomaat van de consument geladen en ingesteld op strijkdroog. Na 38 minuten gaf de droger het eindsignaal. Ik heb de was nog zeven minuten antikreuk laten draaien en daarna de was eruit gehaald. De was had toen een vochtigheidsgraad van 25%, wat te hoog is. Bij strijkdroog moet de was een vochtigheidsgraad hebben van 15% met een tolerantie van 10%. Tijdens het droogproces meten sensoren regelmatig de vochtigheidsgraad van de was. Deze zijn bepalend voor de voortgang en het einde van een droogcyclus. Nu duidelijk gebleken is dat de was te nat is voor strijkdroog (25% restvocht in plaats van 15%) zijn de sensoren daar verantwoordelijk voor. Omdat er reeds eerder een software update heeft plaatsgevonden, en de monteur bij het tweede bezoek geen fout heeft geconstateerd, kan ik niet anders vaststellen dan dat het een eigenschap is van het apparaat. Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige komt hij tot de conclusie dat de droogtrommel niet voldoet aan de verwachtingen. Verdere beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De vraag of de wasdroger de eigenschappen bezit die de consument/koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten, te weten dat de wasdroger een uit een goed werkende wasmachine komende was binnen de daarvoor in de specificaties gestelde termijn strijkdroog oplevert, dient ontkennend te worden beantwoord. Aldus is volgens de commissie komen vast te staan dat de wasdroger niet de eigenschappen bezit die de consument op grond van de koopovereenkomst met de ondernemer mocht verwachten en dat de wasdroger niet aan de overeenkomst beantwoordt. Immers, zoals de deskundige proefondervindelijk heeft vastgesteld werkt/droogt de wasdroger niet conform de specificaties en komt de was er (te) nat uit. De wasdroger betreft derhalve geen goed en (duurzaam) deugdelijk functionerend apparaat. De commissie onderschrijft dan ook de inhoud van het uitgebrachte deskundigenrapport waaruit volgt dat de wasdroger niet aan de verwachtingen voldoet. Er is dus sprake van non-conformiteit. In het licht van de omstandigheden van het geval, waarbij meer in het bijzonder de ondernemer zich op het standpunt stelt dat van een (technisch) defect geen sprake is en dat de wasdroger wel functioneert binnen de specificaties en dat de ondernemer niet van zins is tot herstel dan wel vervanging over te gaan acht de commissie de door de consument gewenste ontbinding gerechtvaardigd. Ontbinding houdt in dat partijen de wederzijds gedane prestaties ongedaan zullen moeten maken, hetgeen betekent dat de consument het apparaat bij de ondernemer zal terugbrengen en de ondernemer op zijn beurt het volledige aankoopbedrag van € 300,– aan de consument zal moeten terugbetalen. Ten overvloede merkt de commissie nog op dat de handelwijze van de ondernemer, eruit bestaande dat de ondernemer de consument ettelijke malen naar de leverancier heeft verwezen zonder zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen, bepaald geen schoonheidsprijs verdient. Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De overeenkomst d.d. 12 april 2008 wordt ontbonden verklaard. Dit betekent dat de consument de wasdroger bij de ondernemer zal terugbrengen en dat de ondernemer gehouden is het apparaat terug te nemen en het bedrag van € 300,– aan de consument (terug) te betalen. Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies (en uiteraard na het terugbrengen van het apparaat door de consument bij de ondernemer). Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 50,– . Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 15 maart 2010.