Wederkerende klacht heeft dezelfde oorzaak heeft nu de ondernemer de eerste keer geen duidelijke klachtomschrijving heeft gemaakt. Kosten vervolgreparaties komen voor rekening van ondernemer.

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie




Commissie: Elektro    Categorie: Algemene voorwaarden    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ELE00-0148

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 3 juli 1999 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het repareren van [een videorecorder] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van ƒ 135,15.   De reparatie is gereed op 27 augustus 1999.   Een bedrag van ƒ 50,– is niet betaald, welk bedrag conform artikel 9 van het reglement bij de commissie is gedeponeerd.   De consument heeft op 29 augustus 1999 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak.   Direct na reparatie bleek na het afspelen van een film en het op "eject" drukken de video onmiddellijk op tilt te slaan; de band vloog erin en eruit. De maandag daarna, 29 augustus 1999, heb ik de video weer naar de ondernemer gebracht en als klacht genoemd, dat de recorder op tilt sloeg en het probleem in de elektronica gezocht moest worden en niet in het loopwerk, zoals ik uitdrukkelijk gezegd had toen ik de recorder de 1e keer voor reparatie heb weggebracht. Een dag later kon ik de video weer ophalen. Uit de nota bleek dat de video getest was en de koppen gereinigd. Pas 12 november 1999 hebben we de video, met lood in schoenen, maar weer eens geprobeerd. Na de eerste keer op "eject" te hebben gedrukt ging het weer allemaal mis. Nu liep de band er zelfs helemaal in vast. Ik heb de recorder 13 november 1999 weer teruggebracht met de vastgelopen band erin. Op zaterdag 19 november 1999 lag er een kaartje in de brievenbus waarop stond dat de video gerepareerd was en dat de kosten ƒ 93,55 bedroegen.   Nog steeds is niet gerepareerd, waarvoor ik de video naar de ondernemer heb gebracht. Uiteindelijk is het aanbod gedaan om alleen de kosten van de onderdelen, namelijk ƒ 50,– voor onze rekening te nemen. De recorder staat nog steeds bij de ondernemer.   De consument verlangt de video met band terug zonder enige betaling alsmede terugbetaling van reparatiekosten ten bedrage van ƒ 135,15.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak.   De klacht voor de eerste reparatie betrof een mechanische fout, namelijk het timen van de tandwielen van de video. Deze zijn overeenkomstig afspraak gerepareerd. De vervolgreparaties hadden niets met de 1ste reparatie te maken.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Het ligt naar het oordeel van de commissie op de weg van de ondernemer/reparateur bij het aannemen van een reparatie-opdracht een duidelijke klachtomschrijving te maken, zodat bij herhaling van de klacht binnen drie maanden na afgifte van het gerepareerde product van de kant van de consument aanspraak gemaakt kan worden op de garantie van drie maanden als nader omschreven in de artikelen 12 en 13 van de Algemene Reparatievoorwaarden Consumentenelektronica.   De ondernemer heeft aan het vorenstaande niet voldaan. Immers bij de klachtomschrijving van de eerste reparatie heeft hij volstaan met te vermelden "Henk weet ervan". De commissie gaat er dan ook vanuit, dat het telkens dezelfde oorzaak van de klacht betrof, zodat enkel de kosten van de 1 ste reparatie voor rekening van de consument komen en de kosten van de beide andere reparaties niet omdat telkens binnen drie maanden na afgifte van de gerepareerde video dezelfde oorzaak van de klacht zich voordeed en niet gesteld en evenmin gebleken is van vervanging van onderdelen.   Het bovenstaande brengt mee, dat de consument enkel de kosten van de 1ste reparatie verschuldigd is en van de beide andere niet.   De commissie, beslissende bij wege van bindend advies, is van oordeel, dat de klacht gegrond is en dat er als volgt dient te worden beslist.   Beslissing   Verklaart voor recht, dat de ondernemer de tweede en derde reparatie volgend op de reparatie van 27 augustus 1999 aan [de videorecorder] kosteloos dienen te verrichten.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bedrag verschuldigd van ¦ 100,–.   Bovendien betaalt de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie aan de consument een bedrag van ¦ 100,–.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Met inachtname van de beslissing van de commissie wordt het depotbedrag van ƒ 50,– aan de consument terugbetaald.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 6 februari 2001.