Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: Behandelingsovereenkomst / Zorgplicht
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
248911/260680
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De Geschillencommissie Ziekenhuis (hierna: de commissie) is van oordeel dat het ziekenhuis heeft voldaan aan haar zorgplicht jegens de cliënt. De cliënt is aan de snijwond in zijn wijsvinger behandeld door artsen (ANIOS SEH en een ANIOS chirurgie) die beiden zelfstandig bevoegd en bekwaam waren om de wond te hechten. De cliënt had een eenvoudige snijwond in de vinger, waarbij er geen sprake was van peesletsel, de sensibiliteit normaal was en de huid niet bedreigd. Er was dan ook geen aanleiding om de wond te laten hechten door een plastisch chirurg. Uit de overgelegde foto van de gehechte wond, de verslagen van de Spoedeisende Hulp consulten en de conclusie van de wondpoli van 14 september 2018 volgt niet dat de wond te strak is gehecht. Daarbij komt dat het ziekenhuis een zorgvuldige follow-up aan de behandeling heeft gegeven.
De uitspraak
in het geschil tussen
de heer [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Haaglanden Medisch Centrum, gevestigd te ‘s-Gravenhage
(hierna te noemen: het ziekenhuis).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de commissie te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 2 mei 2024 te Utrecht. De cliënt heeft ter zitting in persoon zijn standpunt toegelicht. Namens het ziekenhuis is haar jurist gezondheidsrecht mw. [naam] verschenen.
Beoordeling
De klacht
De cliënt stelt zich op het standpunt dat het ziekenhuis de snijwond aan zijn wijsvinger niet goed heeft behandeld en dat hij als gevolg hiervan schade heeft geleden. Volgens de cliënt is het ziekenhuis aansprakelijk voor de door hem geleden schade. Hij voert hiertoe, voor zover relevant, het volgende aan.
Op 9 september 2018 is de cliënt op de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis behandeld aan een snijwond in de wijsvinger van zijn linkerhand. De wond had door een handspecialist moeten worden gehecht. In plaats daarvan heeft het ziekenhuis een huisarts in opleiding de wond laten hechten onder toezicht van een chirurg. De huisarts in opleiding was op dat moment al twaalf uur lang aan het werk. Een vriend van de cliënt, een plastisch chirurg, heeft aan de cliënt laten weten dat de wond te strak is gehecht. De wond is hierdoor na de behandeling ontstoken geraakt. Ter onderbouwing heeft de cliënt een foto van de ontstoken wond (genomen op 16 september 2018) overgelegd.
De cliënt benadrukt hierbij dat het ziekenhuis geen adequate follow-up heeft gegeven aan de behandeling. De cliënt heeft over de wond geen advies of waarschuwing gekregen van het ziekenhuis. Ook heeft het ziekenhuis geen afspraak met de cliënt gemaakt voor een controle. De cliënt heeft dit op zijn eigen initiatief gedaan door op 14 en 16 september 2018 naar het ziekenhuis te gaan. Op 14 september 2018 mochten de hechtingen er echter nog niet uit worden gehaald en waren er al tekenen van een beginnende ontsteking aan de wond. Op 16 september 2018 was de ontsteking van de wond erger geworden. Het ziekenhuis heeft toen een aantal hechtingen eruit gehaald, de wond schoongemaakt en afgedekt met betadine gaas en een wondverband. Ook is aan de cliënt een antibiotica kuur voorgeschreven. De cliënt heeft de wond daarna in [locatie] door een vriend laten behandelen.
De schade
Als gevolg van deze onzorgvuldige behandeling door het ziekenhuis heeft de cliënt blijvende schade aan zijn wijsvinger. De cliënt kan zijn wijsvinger niet buigen, het gevoel in zijn vingertop is nagenoeg verdwenen en hij heeft pijnklachten bij temperatuurwisselingen. De cliënt ondervindt hierdoor hinder bij het oppakken van dingen en bij het spelen van piano en viool. Hij verzoekt de commissie daarom om te bepalen dat het ziekenhuis € 25.000,00 aan schadevergoeding aan hem dient te betalen ter compensatie van het verlies van voornoemde functies van zijn wijsvinger.
De reactie van het ziekenhuis
Het ziekenhuis betwist dat zij de wond van de cliënt onzorgvuldig heeft behandeld en voert hiertoe, voor zover relevant, het volgende aan.
De cliënt had een eenvoudige snijwond in zijn vinger. Bij lichamelijk onderzoek bleek er geen sprake te zijn van peesletsel, de sensibiliteit was normaal en de huid was niet bedreigd. Na verdoving werd de wond gespoeld, gehecht en verbonden. De bij de behandeling betrokken artsen (ANIOS SEH en een ANIOS chirurgie) waren beiden zelfstandig bevoegd en bekwaam om de wond te hechten. Er was geen reden om de cliënt door een handspecialist of een plastisch chirurg te laten behandelen.
Ook betwist het ziekenhuis dat de wond te strak gehecht is. De wondsluiting is zorgvuldig uitgevoerd. Dit blijkt ook uit de decursus-aantekeningen van de wondverpleegkundige. Bij de eerste controle op 14 september 2018 waren er geen bijzonderheden. Bij de tweede controle op 16 september 2018 bleek er sprake te zijn van een beginnende infectie en is er om die reden voor gekozen om de wond schoon te maken, drie hechtingen te verwijderen en de wond met betadinegaas en verband af te binden. De cliënt is toen met antibiotica en nader advies over wondverzorging en alarmsymptomen naar huis gegaan.
Verder betwist het ziekenhuis dat de follow-up van de behandeling onvoldoende is geweest. Uit de cursus-aantekeningen volgt dat de cliënt bij het eerste consult op 9 september 2018 advies heeft gekregen van het ziekenhuis. Er is met de cliënt besproken dat hij de wond binnen een week op de poli moet laten controleren. Ook is hij op alarmsymptomen gewezen. Er is op dat moment aan de cliënt geen antibiotica meegegeven, omdat het om een relatief kleine, schone snijwond ging. Er was op dat moment dan ook geen indicatie voor antibioticumprofylaxe. De cliënt is vervolgens vijf dagen later beoordeeld op de wondpoli. De wond was toen overheersend gesloten. Er waren geen ontstekings- of infectieverschijnselen zichtbaar. De cliënt heeft ook toen het advies meegekregen om de wond twee maal daags uit te douchen met lauwwarm water, schoon te maken met gaas, te starten met betadine zalfgaas en af te dekken met een eilandpleister. Omdat de cliënt de daarop volgende maandag naar het buitenland zou gaan, heeft hij het advies gekregen om daar over één week op controle te gaan voor het verwijderen van de hechtingen. De cliënt wendde zich echter twee dagen later op 16 september 2018 tot de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. Er was op dat moment sprake van een beginnende oppervlakkige wondinfectie. Ook toen is er geanticipeerd door het ziekenhuis en zijn er aan de cliënt adviezen gegeven en is er gewezen op de alarmsymptomen. Het ziekenhuis heeft dus wel degelijk gezorgd voor een goede follow-up van de behandeling van de cliënt.
Het ziekenhuis heeft dan ook aan haar zorgplicht ten opzichte van de cliënt voldaan. De klacht dient daarom ongegrond te worden verklaard en het verzoek tot schadevergoeding dient te worden afgewezen.
De beoordeling van het geschil door de commissie
In geschil is of het ziekenhuis bij de behandeling van de snijwond in de wijsvinger van de cliënt tekortgeschoten is in haar zorgplicht. De commissie constateert dat de cliënt, ter onderbouwing van zijn standpunt dat het ziekenhuis is tekortgeschoten in haar zorgplicht, de volgende drie klachtonderdelen naar voren heeft gebracht.
1) Het hechten van de wond had door een handspecialist moeten gebeuren;
2) De wond is te strak gehecht;
3) De follow-up van de behandeling was niet adequaat.
De commissie zal deze klachtonderdelen hierna in voornoemde volgorde behandelen.
Klachtonderdeel 1: De wond is niet gehecht door een handspecialist.
Volgens de cliënt diende de wond door een handspecialist te worden gehecht. Dit klachtonderdeel faalt. De cliënt is aan de snijwond in zijn wijsvinger behandeld door een ANIOS SEH en een ANIOS chirurgie. Deze artsen zijn beiden bevoegd en bekwaam om een eenvoudige snijwond te hechten. Uit het lichamelijk onderzoek van de cliënt bleek dat er geen sprake was van peesletsel, dat de sensibiliteit normaal was en de huid niet bedreigd. De wond van de cliënt betrof dus een eenvoudige snijwond. Dat er aanleiding was voor het ziekenhuis om een medisch specialist, zoals een plastisch chirurg, de wond van de cliënt te laten hechten is dan ook niet komen vast te staan.
Klachtonderdeel 2: De wond is te strak gehecht.
Volgens de cliënt heeft de behandelend arts de wond in zijn wijsvinger te strak gehecht. Ook dit klachtonderdeel faalt. Naar het oordeel van de commissie volgt uit de overgelegde foto van de gehechte wond, de verslagen van de Spoedeisende Hulp consulten en de conclusie van de wondpoli van 14 september 2018 niet dat de wond te strak is gehecht. Dat een bevriende plastisch chirurg van de cliënt tegen de cliënt heeft gezegd dat de wond te strak gehecht is acht de commissie onvoldoende om vast te stellen dat de behandeling niet lege artis heeft plaatsgevonden.
Klachtonderdeel 3: De follow-up van de behandeling was niet adequaat.
Volgens de cliënt was de follow-up van de behandeling niet adequaat, omdat er geen vervolgafspraak is gemaakt door het ziekenhuis en de cliënt geen adviezen en/of waarschuwingen kreeg over de wond. Dit klachtonderdeel faalt. In de klachtenbrief van 20 september 2018 schrijft de cliënt aan de klachtenfunctionaris van het ziekenhuis immers: “Dr. [naam] gaf mij de opdracht om een afspraak te maken voor het eind van de week teneinde de hechtingen te verwijderen”. Hieruit volgt dat het ziekenhuis de cliënt er wel degelijk op heeft gewezen om op korte termijn een vervolgafspraak te maken. Daarnaast volgt uit de wondpoli registratie van 14 september 2018 en het verslag van het Spoedeisende Hulp van 16 september 2018 dat de cliënt is geadviseerd over het verzorgen van de wond. Verder volgt uit de e-mail van 21 september 2018 dat volgens de behandelend arts alle alarmsymptomen met de cliënt zijn besproken. De commissie is dan ook van oordeel dat het ziekenhuis een zorgvuldige follow-up heeft geboden aan de cliënt.
Slotsom
De conclusie uit het voorgaande is dat het ziekenhuis heeft voldaan aan haar zorgplicht jegens de cliënt. De klacht van de cliënt zal dan ook ongegrond worden verklaard en het verzoek tot schadevergoeding zal worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie
– verklaart de klacht van de cliënt ongegrond;
– wijst het verzoek tot schadevergoeding van de cliënt af.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is het ziekenhuis aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. S.W.M. Speekenbrink, voorzitter, de heer prof. dr. J.A. van der Hage, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R.H.W. Theuns-van Waasdijk, secretaris, op 2 mei 2024.