Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: Privacy
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
251078/257050
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De afdeling Kindergeneeskunde van de zorgaanbieder heeft medische gegevens van de twee kinderen van klaagster gedeeld met het consultatiebureau. Klaagster heeft geen toestemming gegeven voor het delen van deze gegevens. Zij vindt dat de zorgaanbieder in strijd heeft gehandeld met de AVG en wil een vergoeding van € 800,-. De klacht is gegrond, maar de commissie wijst het verzoek om schadevergoeding af. Het is volgens de commissie niet aannemelijk geworden dat de kinderen schade hebben geleden.
De uitspraak
In het geschil tussen
mevrouw [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Ziekenhuis St Jansdal, gevestigd te Harderwijk
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
De afdeling Kindergeneeskunde van de zorgaanbieder heeft medische gegevens van de twee kinderen van klaagster gedeeld met het consultatiebureau. Klaagster heeft geen toestemming gegeven voor het delen van deze gegevens. Zij vindt dat de zorgaanbieder in strijd heeft gehandeld met de AVG en wil een vergoeding van € 800,-. De klacht is gegrond, maar de commissie wijst het verzoek om schadevergoeding af. Het is volgens de commissie niet aannemelijk geworden dat de kinderen schade hebben geleden.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 11 juli 2024 te Zwolle.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
Wat aan het geschil vooraf is gegaan.
Klaagster is moeder van een tweeling, geboren op 30 november 2022. De tweeling had een behandelrelatie met de kinderartsen van de zorgaanbieder. Op 16 en 24 januari 2023 zijn er ten onrechte brieven met medische gegevens over de tweeling verzonden naar het consultatiebureau.
De klacht.
Klaagster heeft geen toestemming gegeven om de medische gegevens van haar kinderen te delen met het consultatiebureau. Toch heeft de zorgaanbieder medische brieven aan het consultatiebureau gestuurd. Daarmee heeft de zorgaanbieder volgens klaagster in strijd gehandeld met artikel 82 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Klaagster wil een schadevergoeding van € 800,-.
De beoordeling door de commissie.
Consultatiebureaus spelen een cruciale rol in de zorg voor minderjarigen in Nederland. Zij richten zich onder meer op preventieve zorg, wat betekent dat ze gezondheidsproblemen bij kinderen proberen te voorkomen voordat deze ontstaan. Dit omvat vaccinaties, groei- en ontwikkelingscontroles, en het monitoren van de algemene gezondheid. De zorgaanbieder heeft toegelicht dat het vanwege deze rol van consultatiebureaus belangrijk is dat zij op de hoogte zijn van de medische gegevens van kinderen die bij de zorgaanbieder behandeld zijn. De commissie onderschrijft die opvatting.
Klaagster heeft aangevoerd dat de zorgaanbieder wel toestemming moet krijgen om de medische gegevens van haar kinderen te mogen delen met het consultatiebureau. Die toestemming had klaagster niet gegeven. Doordat de zorgaanbieder de medische gegevens in de brieven van 16 en 24 januari 2023 met het consultatiebureau heeft gedeeld (met wie de tweeling geen behandelrelatie heeft, aldus klaagster), heeft de zorgaanbieder – naar klaagster onweersproken heeft gesteld – in strijd gehandeld met de AVG. De zorgaanbieder heeft dat erkend. Zij heeft toegelicht dat zij haar werkwijze inmiddels heeft aangepast. Er wordt voortaan expliciet om toestemming gevraagd voor het delen van de gegevens met het consultatiebureau.
Eerder had klaagster al over deze gang van zaken geklaagd bij de zorgaanbieder. De zorgaanbieder heeft in reactie op die klacht laten weten dat het risico op schade voor de persoonlijke levenssfeer als klein wordt ingeschat. Inmiddels heeft de zorgaanbieder, als gezegd, naar aanleiding van de klacht haar werkwijze aangepast. Daarom is de klacht gegrond. Omdat de klacht gegrond is, moet de zorgaanbieder het klachtengeld aan klaagster vergoeden.
Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.
Klaagster wil een vergoeding van € 800,- van de zorgaanbieder. Zij stelt dat er een vertrouwensbreuk is ontstaan. Ze is bang dat de medische gegevens van haar kinderen op plaatsen terechtkomen, waar ze niet thuishoren.
De commissie stelt voorop dat het gaat om het recht op bescherming van de medische gegevens van de tweeling van klaagster (die ten tijde van belang nog geen twee maanden oud waren). De vraag is in hoeverre zij schade hebben ondervonden van het zonder toestemming delen van hun medische gegevens.
De medische gegevens zijn gedeeld met het consultatiebureau, waar medewerkers onder het (afgeleide) medisch beroepsgeheim werken. Het valt daarom moeilijk in te zien dat sprake is van relevante schade (noch materieel, noch immaterieel) die voor vergoeding in aanmerking zou moeten komen. Ter zitting heeft klaagster gewezen op de vrees dat de gegevens nog ergens anders terecht kunnen komen, maar die vrees is niet concreet gemaakt. De zorgaanbieder heeft duidelijk opgenomen in de brieven met wie de gegevens zijn gedeeld. Het lag op de weg van klaagster om aannemelijk te maken dat de zorgaanbieder de brieven ook met anderen heeft gedeeld, maar dat heeft klaagster niet gedaan.
Klaagster heeft verwezen naar de uitspraak van deze commissie van 6 december 2023, waarin zij eveneens klaagster was. In die uitspraak ging het om het onterecht delen van medische informatie door een andere instelling. De commissie heeft aan haar een bedrag van € 400,- aan schadevergoeding toegekend. Het gaat in dit geval om twee kinderen, vandaar dat klaagster € 800,- wil. Anders dan klaagster, leest de commissie in haar uitspraak van 6 december 2023 niet dat iedere inbreuk op het recht op bescherming van medische gegevens steeds tot vergoeding van € 400,- zou moeten leiden. In die zaak speelde de bijzonderheid 1) dat de zorgaanbieder weigerde om de instelling met wie zij medische informatie had gedeeld te verzoeken de gegevens te vernietigen en 2) dat de zorgaanbieder zelf aanbood om € 400,- te betalen. Die bijzonderheden doen zich in deze zaak niet voor.
De commissie is van oordeel dat klaagster de schade die haar twee kinderen lijden als gevolg van het zonder toestemming delen van medische gegevens met het consultatiebureau onvoldoende heeft onderbouwd. Zij heeft dus niet aannemelijk gemaakt dat er schade is geleden die de zorgaanbieder moet vergoeden. Het verzoek wordt daarom afgewezen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.
Bovendien dient de zorgaanbieder overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de cliënt te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden geheel betaald.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, mevrouw mr. dr. M.J. van Dam, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van de heer mr. C.J.H. Terwal, secretaris, op 11 juli 2024.