Commissie: Zorg Algemeen
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid / Kosten
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
156435/179018
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënt moest een afspraak wegens ziekte per mail afzeggen. In diezelfde mail gaf de cliënt aan een nieuwe afspraak te willen maken. Ook heeft de cliënt kort na de afgezegde afspraak een ander telefoonnummer gekregen. Dit heeft de cliënt niet doorgegeven, omdat hij ervan uitging dat de zorgaanbieder hem per mail zou contacteren. Acht maanden later kreeg de cliënt een factuur die volgens hem niet klopt. De zorgaanbieder stelt primair dat de cliënt niet-ontvankelijk is, omdat deze klacht volgens de zorgaanbieder thuishoort in een procedure bij de kantonrechter. Subsidiair is de zorgaanbieder van mening dat het gefactureerde bedrag juist is. Immers, er is werk verricht voor de intake. Tevens is er meerdere keren geprobeerd – per mail, sms en telefonisch – om met cliënt in contact te komen. Uiteindelijk is het dossier gesloten en is een afsluitende declaratie naar de zorgverzekeraar van cliënt gestuurd. Tijdens de procedure bij de Geschillencommissie heeft de zorgaanbieder cliënt per email aangeboden het eigen risico van € 309,34 terug te betalen. Cliënt heeft dit aanbod afgeslagen. De commissie oordeelt dat de cliënt in zijn klacht wordt ontvangen, omdat een inhoudelijke klacht over de behandeling aan het geschil ten grondslag ligt. Inhoudelijk oordeelt de commissie dat de klacht ongegrond is, omdat de zorgaanbieder aannemelijk heeft kunnen maken dat hij meer dan 200 minuten aan het dossier van cliënt heeft besteed.
De uitspraak
in het geschil tussen
[Naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënt)en
BBAZ, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2022 te Utrecht.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Ter zitting heeft de zorgaanbieder het standpunt toegelicht. De cliënt is met bericht van afwezigheid, niet ter zitting verschenen.
Ter zitting is de zorgaanbieder vertegenwoordigd door [naam] (psychiater) en [naam] (advocaat).
Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft een volgens cliënt ten onrechte gedeclareerd bedrag van € 589,– door de zorgaanbieder omdat er volgens cliënt geen behandeling heeft plaatsgevonden.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Cliënt heeft een afspraak met de zorgaanbieder op 3 augustus 2020 wegens ziekte via email afgezegd en heeft in die email medegedeeld dat hij graag een nieuwe afspraak wil maken. Volgens cliënt heeft de zorgaanbieder nooit meer contact opgenomen. Cliënt heeft ongeveer een maand na de afgezegde afspraak een ander telefoonnummer gekregen, maar cliënt ging ervan uit dat hij via email zou worden benaderd. Acht maanden later heeft cliënt een factuur ontvangen van € 589,– voor gespecialiseerde GGZ, Diagnostiek gedurende 200 tot 399 minuten. De behandelperiode heeft volgens de factuur van 24 juli 2020 tot en met 6 oktober 2020 geduurd. Het eigen risico van cliënt bedroeg € 309,34. Volgens cliënt heeft er op 24 juli 2020 een telefonische pre-intake door een GGZ-Agoog plaatsgevonden. Bij navraag door cliënt heeft de zorgaanbieder hem medegedeeld dat er veel tijd is besteed aan pogingen om met cliënt in contact te komen. Volgens cliënt klopt dit niet en is het onterecht dat hij een factuur voor behandeling gedurende zoveel minuten heeft ontvangen. Cliënt verzoekt de factuur te annuleren of aan te passen naar het juiste bedrag, zodat zijn verzekeraar hem het juiste bedrag in rekening kan brengen.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken en de verklaring ter zitting. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Volgens de zorgaanbieder is cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht omdat de klacht ziet op de factuur en niet op de zorgverlening zelf. Volgens de zorgaanbieder hoort dit geschil thuis in een civiele procedure bij de kantonrechter.
Mocht cliënt toch ontvankelijk worden verklaard in zijn klacht dan moet de klacht volgens de zorgaanbieder ongegrond worden verklaard omdat meer dan 200 minuten aan (het dossier van) cliënt zijn besteed. Voorafgaand aan de pre-intake op 24 juli 2020 heeft psychiater [naam] de verwijsbrief beoordeeld. Na de pre-intake heeft psychiater [naam], na overleg met de GGZ-Agoog, contact opgenomen met psycholoog [naam] en de psycholoog verzocht cliënt op te roepen voor een intake. Nadat cliënt op 3 augustus 2020 niet op de afspraak is verschenen, heeft psycholoog [naam] cliënt gebeld. Later die dag is gezien dat cliënt de afspraak per email had afgezegd. Vervolgens is volgens de zorgaanbieder diverse keren geprobeerd via telefoon, sms en email contact met cliënt te krijgen. Verschillende keren is de voicemail van cliënt ingesproken met het verzoek contact op te nemen. Op 7 september 2020 is nogmaals de voicemail van cliënt ingesproken, waarin cliënt is medegedeeld dat als hij binnen een week geen contact zou opnemen, zijn dossier zou worden gesloten. Op 6 oktober 2020 heeft de zorgaanbieder een afsluitend bericht aan de huisarts en een declaratie aan de zorgverzekeraar gestuurd, waarna het dossier is gesloten.
Op 21 juni 2021 heeft cliënt door het inspreken van de voicemail van het algemene telefoonnummer van de kliniek laten weten het niet eens te zijn met de factuur. Diezelfde dag is er telefonisch contact geweest van de zorgaanbieder met cliënt. Bij brief van 5 juli 2021 heeft cliënt schriftelijk geklaagd bij de zorgaanbieder. De GGZ-Agoog heeft op 8 juli 2021 geprobeerd telefonisch contact te krijgen met cliënt maar de telefoon leek te zijn afgesloten. Tussen 8 juli 2021 en 5 juli 2022 (indiening van de klacht bij de geschillencommissie) heeft de zorgaanbieder niets meer van cliënt vernomen. Na 5 juli 2022 heeft de zorgaanbieder cliënt per email aangeboden het eigen risico van € 309,34 terug te betalen. Cliënt heeft dit aanbod afgeslagen.
Beoordeling van het geschil
Ten aanzien van de ontvankelijkheid overweegt de commissie dat aan het geschil over de factuur een inhoudelijke klacht over de behandeling (of het gebrek eraan) ten grondslag ligt, zodat het geschil op de nakoming van de geneeskundige behandelovereenkomst ziet. Cliënt is dan ook ontvankelijk in zijn klacht.
De zorgaanbieder heeft aannemelijk gemaakt vanaf de afmelding door cliënt voor de afspraak van
3 augustus 2020 tot de sluiting van het dossier op 6 oktober 2020 via diverse communicatiemiddelen (telefoon, waaronder sms, en email) veelvuldig te hebben geprobeerd contact met cliënt te krijgen. Dat cliënt in de loop van die periode (volgens cliënt na ongeveer een maand) een ander telefoonnummer heeft gekregen, kan verklaren dat het na die maand langdurig niet mogelijk was om via telefoon of sms in contact te komen met cliënt, maar verklaart niet waarom cliënt niet heeft gereageerd op emailberichten. Bovendien is in de weken na 3 augustus 2020 – dus voor wijziging van het telefoonnummer van cliënt – diverse keren geprobeerd telefonisch contact te leggen met cliënt. Ook is er op 21 juni 2021 wel telefonisch contact met cliënt geweest, maar leek dat telefoonnummer op 8 juli 2021 alweer te zijn afgesloten.
Gelet op alle in dit dossier door de zorgaanbieder verrichte werkzaamheden is aannemelijk dat de zorgaanbieder meer dan 200 minuten aan het dossier van cliënt heeft besteed, hetgeen betekent dat het bedrag van € 589,– terecht in rekening is gebracht.
De commissie is op grond van vorenstaande van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer dr. J.W. Stenvers, de heer J. Zomerplaag, leden, in aanwezigheid van
mevrouw mr. C. Koppelman, secretaris, op 7 oktober 2022.