Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
624372/ 777261
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Een consument diende een klacht in bij de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten over het bestaan van een contract met een telecomondernemer. Volgens de consument was hij via een bedrijf aangemeld en had hij geen contract ondertekend of post ontvangen. De consument stelde dat hij na de 14 dagen bedenktijd nooit bewust een overeenkomst is aangegaan en probeerde deze daarom ongedaan te maken. De ondernemer gaf geen verweer bij de commissie, maar uit de overgelegde stukken bleek dat op 6 oktober 2023 een door beide partijen ondertekend contract bestaat. Op diezelfde datum gaf de consument ook een automatische incasso-opdracht af. Volgens de wet kan een overeenkomst op afstand binnen 14 dagen zonder opgave van redenen worden herroepen. De consument meldde zich echter pas op 28 november 2023, toen deze termijn reeds verstreken was. De commissie oordeelde dat de klacht onvoldoende was onderbouwd en niet aannemelijk maakte dat geen overeenkomst tot stand was gekomen. Ook werd geen herroeping binnen de wettelijke termijn vastgesteld. De klacht werd daarom ongegrond verklaard. De ondernemer moet wel behandelingskosten aan de commissie voldoen.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 28 februari 2025 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben, ondanks hiertoe behoorlijk in de gelegenheid te zijn gesteld, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft het bestaan van een overeenkomst.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument is via een bedrijf bij de ondernemer aangemeld. De consument kreeg twee documenten van dat bedrijf mee met de mededeling dat hij dit moest tekenen en opsturen om het contract te houden na de 14 dagen bedenktijd. Dat heeft de consument niet gedaan. De consument heeft geen contract na de bedenktijd, heeft geen document fysiek getekend en geen post van de ondernemer ontvangen. De ondernemer kan niet bewijzen dat hij een contract heeft. De consument heeft vergeefs geprobeerd bij de ondernemer van het contract af te komen. De consument kan zich er niet in vinden dat na de 14 dagen bedenktijd een abonnement loopt. Het klopt niet dat de consument niet van het contract af kan. De consument wil van het contract af.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft, ondanks daartoe in de gelegenheid gesteld, niet gereageerd, zodat geen standpunt van hem bekend is.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie is allereerst van oordeel dat de consument de klacht onvoldoende concreet heeft gemaakt. Het is aan de consument zijn klacht concreet te benoemen en te onderbouwen. De consument heeft dit echter nagelaten. Hetgeen de consument in het vragenformulier heeft vermeld, hiervoor weergegeven, is onvoldoende. De consument heeft die stellingen ook niet toegelicht nu hij niet ter zitting is verschenen. De ondernemer heeft ter zake die, in het vragenformulier, vermelde stellingen van de consument niet gereageerd nu hij geen verweer bij de commissie heeft gevoerd. In de door de consument overgelegde stukken is echter wel een reactie van de ondernemer op de berichten van de consument aangetroffen. Voor zover de consument heeft beoogd te stellen dat tussen hem en de ondernemer geen overeenkomst tot stand gekomen is, heeft hij hierover, in het licht van de overgelegde stukken, onvoldoende aangevoerd. Overgelegd is immers een door hem en de ondernemer op 6 oktober 2023 getekende overeenkomst voor het leveren van televisiediensten voor de duur van 12 maanden. Ter zake heeft de consument op 6 oktober
2023 een automatische incasso-opdracht verstrekt. Niet is gebleken dat de consument een (gratis) proefabonnement had bij de ondernemer die de consument al dan niet heeft kunnen voortzetten.
Voor zover de consument heeft beoogd te stellen dat hij de overeenkomst heeft (kunnen) herroepen, heeft hij hierover ook, in het licht van de overgelegde stukken, onvoldoende aangevoerd. Het gaat hier om een consumentenkoop die op afstand gesloten is. Van toepassing is dan artikel 6:230o, lid 1 BW. Daarin staat dat een dergelijke overeenkomst door de consument zonder opgave van redenen ontbonden kan worden binnen een termijn van veertien dagen na het sluiten van de overeenkomst tot het verrichten van diensten.
Dit betekent dat de bedenktermijn van 14 dagen hier is aangevangen op de dag waarop de overeenkomst werd gesloten (6 oktober 2023), met als gevolg dat toen de consument de ondernemer mededeelde dat er geen sprake was van een overeenkomst (op 28 november 2023) de bedenktijd reeds was verstreken.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer N.A. Dammers, mevrouw drs. W. Nienhuis, leden, op 28 februari 2025.